LES CONVOYEURS ATTENDENT
Benoît Mariage: Een beleefde vorm van wanhoop
In de Belgische tragikomedie Les convoyeurs attendent gaan absurditeit en treurigheid hand in hand. De film van debuterend speelfilmregisseur Benoît Mariage volgt de pogingen van een neurotische persfotograaf om in het Guiness Book of Records te komen. "Zelfspot is het enige waarmee de Belgen zich op de been kunnen houden."
Benoît Mariage
Het boegbeeld van de Waalse cinema zijn de gebroeders Dardenne (La promesse en Gouden Palm-winnaar Rosetta), maar ook Benoît Mariage moet in de gaten worden gehouden. Zijn debuut Les convoyeurs attendent is een geslaagde tragikomedie waarin een tweederangs persfotograaf (een sterke rol van Benoît Poelvoorde, bekend van C’est arrivé près de chez vous) probeert te ontsnappen aan de armoede en alledaagse treurigheid van het leven in een industriële voorstad van Charleroi. De gehele dag door luistert hij naar de politieradio om de laatste nieuwtjes te volgen: een auto-ongeluk, hagelschade bij een boer, een arrestatie van een zwerver, echt opzienbarend wil het maar niet worden.
Zijn vrouw en kinderen worden zachtjesaan horendol van de tirannieke trekjes van deze man, maar de boel loopt pas echt uit de hand als hij vastbesloten is om een plaatsje in het Guiness Book of Records te verwerven. Na een mislukte poging om het curieuze record olijvenpit-spuwen te verbreken, dwingt hij zijn ietwat sullige zoon om het record ‘deuropenen’ aan te vallen. Een moddervette tweederangs coach, compleet met fluitje en trainingspak, moet hem klaarstomen om in 24 uur 40.000 keer dezelfde deur open en dicht te doen. De film zit propvol met dit soort absurd-tragische taferelen die in een Alex van Warmerdam-film niet zouden misstaan. We zien ook nog een eenzame duivenmelker, een schoolmeester van de oude stempel en een jongen die voor de radio een bloedserieuze column heeft over triviale fouten in films. Zo heeft hij na lang bestuderen van cinematografische hoogstandjes ontdekt dat in een bepaalde film verkeerd wisselgeld is teruggegeven bij het kopen van een sandwich.
Iedereen in de film leidt een leeg leven tussen de gesloten mijn- en staalfabrieken van Charleroi. Maar al vanaf de eerste beelden van het gezin om de eettafel waar de plannen voor het record worden gesmeed, overheerst de zwarte humor.
Paniek
Ouders projecteren hun eigen frustraties wel vaker op hun kinderen, zegt Benoît Mariage (1961). De van oorsprong documentairemaker volgde al eerder voor een van zijn documentaires een vader die zijn zoontje trainde om wereldkampioen motorcoureur te worden. Toch begrijpt Mariage wel wat de vader uit de film bezielt. "Ik denk dat er verzachtende omstandigheden zijn. De vader staat onder druk omdat hij verantwoordelijk is voor het welzijn van zijn gezin. Hij moet aan de kost komen en hen beschermen, maar hij is bang dat het hem niet gaat lukken. Hij raakt dan ook lichtelijk in paniek omdat hij voelt dat hij de controle verliest. Daarbij zwicht hij voor de druk van buitenaf, de sociale omgeving die van hem verlangt dat hij goed voor zijn gezin zorgt. Ook als persfotograaf voelt hij zich absoluut niet gewaardeerd. Daarom hoopt hij dat zijn zoon het record breekt, om in ieder geval weer status te krijgen. Hij wil het beste, maar doet het slechtste."
Gelooft hij dus dat die omstandigheden een excuus vormen voor wangedrag? "Nee, je bent altijd verantwoordelijk voor je eigen daden, de omstandigheden zijn slechts een aanleiding voor je handelingen. Waar het mij om ging was de angst; deze man is bang dat hij niet is opgewassen tegen zijn taak als vader. Je ziet iedereen in de film van alles doen, maar de meesten ontbreekt het volkomen aan zelfreflectie en aan spiritualiteit. Als dat iets meer aanwezig zou zijn, zouden hun daden waarschijnlijk wel ergens toe leiden. Uiteindelijk gebeurt er helemaal niets. In die zin staat de deur symbool voor die passiviteit: de deur gaat open en dicht, maar degene die hem opent blijft steeds op hetzelfde punt staan."
Ook de titel, die betekent ‘de dragers zijn aan het wachten’ — een verwijzing naar de wachtende mensen die belast zijn met het vervoer van postduiven, slaat op die lamlendigheid. De vader is, wat je ook van deze onuitstaanbare man mag denken, de enige in de film die in ieder geval probeert om zijn situatie te verbeteren. "Ik heb wel sympathie voor hem, want hij is iemand die na elke klap weer opstaat. Hij heeft een tomeloze energie. Als buitenstaander komt dit misschien wanhopig over, maar de man is daadwerkelijk optimistisch."
Geworteld
De laatste tijd zijn er meerdere films gemaakt die zich afspelen in industriële buitenwijken en dorpjes in Noord-Frankrijk of Wallonië. Films als La vie de Jésus, L’humanité, La promesse, Rosetta, Ça commence aujourd’hui en ook Les convoyeurs attendent maken daarbij gebruik van niet-professionele acteurs uit de regio zelf. De discussie of de film hierdoor werkelijk authentieker wordt, is nog niet uitgewoed. Mariage denkt van wel. "Ik kende de regio rondom Charleroi nog goed uit mijn werk als fotograaf. Op het moment dat je films maakt die heel erg geworteld zijn in een regio dan kun je er bijna niet omheen om gezichten uit die streek te gebruiken. Het hangt natuurlijk van het script af, maar ik denk dat je met niet-professionele acteurs echt aan geloofwaardigheid wint. In mijn geval was dat realisme helemaal belangrijk, omdat de kijker daardoor de absurde gebeurtenissen beter pikt. Daarbij komt dat er in Wallonië een sterke traditie in geëngageerde documentaires bestaat. Veel filmmakers zijn net als ik begonnen met het maken van documentaires in de sociale hoek, en die blik op de werkelijkheid behoud je als je later film gaat maken."
Exotisch
Dagjesmensen en passanten zien vaak een schoonheid in vervallen industriële steden, maar zien de bewoners dat zelf eigenlijk wel? "Ik was heel blij toen bleek dat de mensen uit Charleroi na de voorstelling aldaar, vertelden dat ze zich heel erg herkenden in de personages. Ze vonden dat ik zowel de mensen als de regio met respect heb behandeld. Dit is de regio die geteisterd werd door Dutroux, en men was van tevoren bang dat ze voor de zoveelste keer in een kwaad daglicht werden gesteld. Laatst ging ik met wat Waalse en Franse bezoekers wat drinken na de voorstelling; de Fransen vonden de manier waarop ik de Walen had geportretteerd heel exotisch, die dachten ‘dit kan niet waar zijn’, terwijl de Walen, ook al kwamen ze helemaal niet uit hetzelfde milieu, zich er goed in konden herkennen."
Net als die Fransen vond ook het Vlaamse blad Humo de film een rariteitenkabinet. "Ik ben het helemaal niet eens met die recensie. Het is helemaal niet de bedoeling geweest om karikaturen van de mensen te maken. Iedere kijker heeft zijn eigen belevingswereld en identificatiemogelijkheden. Blijkbaar vinden de Fransen en Vlamingen minder aansluiting." Komt het misschien omdat de lijn tussen ironie en spot zo dun is, en dat de humor daarom door de één anders wordt opgevat dan door de ander? "Als je spot of schertst dan doe je dit met menselijke warmte, terwijl ironie of cynisme hard en koud is. Dat laatste heb ik beslist niet voor ogen gehad. Ik heb soms de spot met de personages gedreven, maar altijd met tederheid.
"De humor inzien van tragische gebeurtenissen helpt om je staande te houden, vooral in België. Iemand heeft ooit gezegd dat het absurde een beleefde vorm van wanhoop was, en daar ben ik het helemaal mee eens. Wij Belgen hebben niet zo’n grootse geschiedenis als bijvoorbeeld de Fransen, en zelfspot is het enige waarmee we ons op de been kunnen houden."
Opleving
Filmen is heel moeilijk in België, zegt Mariage. "Ik ben vier jaar bezig geweest met het scenario, omdat ik daarnaast ook nog mijn brood moest verdienen. In België worden vijf films per jaar gemaakt, in Frankrijk 120, dat zegt misschien genoeg. Er is nu zeker sprake van een opleving omdat men er door de Gouden Palm voor Rosetta achter is gekomen dat film ook geld in het laadje kan brengen. Vroeger werden dit soort films als klote en intellectueel bestempeld, terwijl men nu doorkrijgt dat films ook een exportproduct kunnen zijn. Ik hoop dat de politiek zich meer zal gaan bekommeren om jonge veelbelovende filmmakers."
Hij vindt niet dat hij zelf deel uitmaakt van een nieuwe generatie. "Iedere film staat op zichzelf, het enige dat ons verbindt is de moeite die het ons kost om een film te maken. Het gevaar ligt alleen op de loer dat er gezegd gaat worden dat die vijf films die er zijn uitgekomen zo geweldig zijn juist omdat de makers zo hebben moeten knokken om hun verhaal verteld te krijgen."
Voor dit debuut heeft Mariage de veelbekroonde korte film Le signaleur en talloze sociale tv-documentaires gemaakt, maar ook documentaires over vlinders in Afrika en sport in Burkina Faso. Hij maakt klassieke documentaires, geen zogenaamde ‘creatieve’. "Ik zoek echter niet naar het hardcore sociaal-realisme, want ik hou van de poëzie van het alledaagse. Ik hou erg van Aki Kaurismäki, van films waarin steeds minder wordt gepraat en waarin de beelden, niet de dialogen, het werk doen. Want het zijn toch vooral beelden die emoties oproepen en symboliek in zich dragen. In de film zit bijvoorbeeld een scène met een ballon die de lucht in wil, maar weer terugvalt. In dat beeld is eigenlijk de hele film samengevat. Ik wil films maken over wat ik het beste ken. Hoe dieper je lokaler graaft, hoe groter je bereik is, want in het hele kleine zit het universele."
Mariska Graveland