The Woman King

Tussen strijdkreet en geschiedenisles

The Woman King

Gina Prince-Bythewood herschrijft met The Woman King de geschiedenis en doet dat met zichtbaar plezier.

De Agojie waren een ontzagwekkende, volledig vrouwelijke groep strijders die ooit vochten voor het koninkrijk Dahomey, in wat nu het West-Afrikaanse land Benin is. Grofweg drie eeuwen lang hadden deze vrouwelijke soldaten er de touwtjes in handen, tot het gebied in 1894 door Frankrijk werd veroverd.

Viola Davis geeft in The Woman King, dat uitbundig en stijlvast is geregisseerd door Gina Prince-Bythewood (Love & Basketball, 2000; The Old Guard, 2020), een imponerende performance als Nanisca, de door veldslagen getekende leider van de Agojie in het Dahomey van 1823, de hoogste generaal onder koning Ghezo (John Boyega). The Woman King opent met een indrukwekkende militaire operatie, waarin Nanisca en haar eliteteam een vijandig kamp binnenvallen waar mensen worden verhandeld voor het rivaliserende Oyo-koninkrijk (in wat nu Nigeria is).

Met de bloeddorstige en stoutmoedige opening zet Prince-Bythewood de toon voor de twee uur die zullen volgen. Nanisca en haar strijders gaan de vijand te lijf met inventief gebruikte machetes, touwen, speren en een enkel geweer. De prachtig ontworpen actiescènes zijn des te opwindender omdat ze zich, in tegenstelling tot zo veel hedendaagse spektakelfilms, houden aan de natuurwetten.

Aan de complexe geschiedenis van de Dahomey kan een actiethriller als The Woman King natuurlijk maar ten dele recht doen. Toch doet de film een manmoedige poging om de ambiguïteiten te tonen rond de Agojie en koning Ghezo, die nauw betrokken waren bij de trans-Atlantische slavenhandel. Het scenario van Dana Stevens danst op het slappe koord tussen een strijdkreet voor vrijheid, met momenten van feministisch en pan-Afrikaans klaroengeschal, en het onder ogen zien van de medeplichtigheid van de Dahomey aan het tot slaaf maken van hun buurvolken.

Maar Hollywood-blockbusters zijn geen geschiedenislessen, dus The Woman King doorkruist het met meer publieksvriendelijke verhaallijnen. De belangrijkste daarvan is die rond nieuwe rekruut Nawi (Thuso Mbedu). Het publiek kijkt vooral door haar ogen naar de weelderige wereld die Prince-­Bythewood voor de film creëert. De rebelse en scherp van de tongriem gesneden Nawi botst met het strikte leven van de Agojie, maar leert ook lessen in moed, sisterhood en opofferingsgezindheid.

Prince-Bythewood maakt zeer effectief gebruik van haar budget (naar verluidt rond de 50 miljoen dollar) voor een overweldigende blockbuster-ervaring die teruggrijpt op swords and sandals-epen als Gladiator (Ridley Scott, 2000). Soms wil The Woman King te veel dingen tegelijk zijn. Maar over het geheel is het een van die zeldzame grote studiofilms met intelligentie, lef en een warm kloppend hart – en dat alles zonder bestaand materiaal te verfilmen.