The Wolf House

Zo'n fascistische animatie heb je nog nooit gezien

The Wolf House

Het is héél erg goed. Het is uniek (een woord dat ik niet lichtvaardig gebruik). Het is eng (als in: uiterst ongemakkelijke dread). En het is animatie uit Chili. Als dit, samen met het plaatje hierboven, je aanspreekt, wil je The Wolf House niet missen.

Hij is echt heel erg goed. Als je alleen maar wil weten of je The Wolf House moet zien, hoef je de rest van dit stuk niet meer te lezen. Wie toch iets meer wil weten, kan ik zeggen dat het a) animatie is, b) stevig in de hoek van horror zit en c) je nog nooit zoiets hebt gezien. Oh en d) dat hij uit Chili komt. Soort van. En nu gaan kijken.

A) animatie
Ah, trouwe lezer! Je bent er nog. Dat ontroert me. Dan zal ik bovenstaande vier punten verder voor je uitwerken. Te beginnen met de A van animatie. Eén reden waarom ik zo van animatie houd, is de ongelooflijke technische veelzijdigheid. Nog steeds zie ik in animatie regelmatig vormelijke vernieuwing voorbijkomen (zie ook punt C), terwijl dat in live-action hoogst zeldzaam is. Het gebeurt vaker in korte animatie uiteraard, maar soms ook in lange. Neem Joaquín Cociña’s en Cristóbal Leóns The Wolf House (La casa lobo).

Het is stop-motion, in de zin dat ruimtelijke objecten beeld voor beeld zijn veranderd en gefotografeerd. Maar dit staat ver af van de bewegende poppetjes die je daarmee associeert, à la Loeki en Knor (2022). The Wolf House is een amalgaam van stijlen waarvan je stijl achterover slaat.

Er zijn juist geen vaste poppetjes (elke figuur die je ziet wordt voor je ogen gevormd, vervormd, vernietigd), er wordt beeld voor beeld op muren geschilderd (in een levensgrote stijl die een beetje aan het werk van straatkunstenaar Blu doet denken), er wordt met tape en karton geboetseerd, alle voorwerpen en meubels zijn echt, dus op echte grootte, en vooral: er zijn levensgrote kamers, waarin zo goed als de hele film zich afspeelt alsof het één ononderbroken shot is. Waarbij niks wordt weggewerkt: alle gemorste verf, alle restjes tape, alle touwtjes die iets op z’n plek houden, alles blijft zichtbaar.

B) horror
Wat, punt B, een van de redenen is dat het huis zo’n gruwelijke horrorsfeer ademt. Dat en het feit dat de film begint met een reclamespotje van De Kolonie – waarmee, ongenoemd, alleen Colonia Dignidad bedoeld kan worden, de Chileense enclave van gevluchte Duitse nazi’s die onder Pinochet hand en spandiensten verleenden bij martelingen en verdwijningen, en op grote schaal kinderen misbruikten (zie ook de documentaire Songs of Repression, 2020).

Uit die Kolonie is de jonge vrouw gevlucht en nu houdt ze zich schuil in dit spookachtige huis, met twee biggen, terwijl vanaf buiten de stem van de onzichtbare Wolf – annex leider van De Kolonie – blijft herhalen dat er geen ontsnappen aan is. Dit is, voor de duidelijkheid, dus geen schrikhorror, dit is schier onophoudelijke dread; de film presenteert zichzelf daarbij als fascistische propaganda, die andere kolonisten moet indoctrineren tegen ontsnappingspogingen.

De associatie met De drie biggetjes benadrukt de onzekere bescherming die het huis biedt. Maar horror is het vooral, omdat we (propaganda of niet) zo duidelijk in haar hoofd zitten. We horen dat ze is gevlucht nadat ze voor straf was opgesloten – misschien zit ze nog steeds opgesloten en is wat we zien alleen een vlucht in haar verbeelding. Maar die verbeelding biedt geen hoop, alleen angst – we bevinden ons in een geest die gesloopt is door terreur.

Niets in het huis is vast, alles kan elk moment vervormen – een van de regels die de makers zichzelf oplegden was dat de camera geen twee beeldjes achter elkaar op dezelfde plek mocht blijven staan. En dus beweegt de camera, schokkerig, continu door een kamer die zelf continu verandert. Waarbij de jonge vrouw op het ene moment wegsmelt als was, het volgende teruggroeit als alleen een enorm hoofd, daarna weer in zwart-wit over de muren glijdt, alles in ongenadig hard licht. En ondertussen horen we de Wolf en zijn gegrom en ademhaling en ontelbare andere geluiden van onrust en ontwrichting.

En ondertussen – nog veel erger en benauwender – zien we hoe zij het gedrag dat ze aangeleerd heeft in de Kolonie zelf ook weer toepast op de twee biggen, die zij, op een of andere manier, in twee mensen heeft veranderd die ze nu zelf commandeert, vermaant, overheerst, waarbij zij ook weer beweert, net als de Wolf deed bij haar, dat het voor hun bestwil is, en die daarop ook zelf weer in opstand komen – op gruwelijke manier. Als een viraal overdraagbaar fascisme.

C) uniek
Tot zover punt B. Punt C lijkt me al wel duidelijk (je kan nog de naam Švankmajer droppen, maar ook daarmee kom je nauwelijks in de buurt), dus dan hebben we alleen nog punt D – ‘uit Chili’.

D) uit Chili
Maar niet louter, want de twee makers (die overigens vanwege The Wolf House door Ari Aster werden gevraagd om de animatiescènes te maken voor Beau Is Afraid, 2023) zijn weliswaar Chilenen, maar ze verplaatsten deze fysieke kamer, waarin ze hun film grotendeels improviserend opnamen, ook internationaal van galerie naar galerie – waarbij het maken van de animatie zelf de performance was. En ze ook de Upstream Gallery in Amsterdam aandeden. En ze bezoekers soms lieten meehelpen.

Had ik dat geweten! Of: had ik toen geweten wat voor wonder van angst en beklemming ze aan het maken waren! Maar ik denk dat niemand dat toen nog kon bevroeden – ook de galeriebezoekers niet. Daarvoor is deze Chileense animatiehorror te punt C.


The Wolf House is vanaf 29 mei 2023 te zien op Mubi.