Songs of Repression
Meerstemmig voorportaal van de hel
De krankzinnige verhalen uit een ogenschijnlijk kalme geloofsgemeenschap echoën vele malen langer door dan het meerstemmige gezang waar de leden zelf zo trots op zijn. Het ‘huis van God’ uit deze documentaire is in werkelijkheid een voorportaal van de hel.
Het dorpje Colonia Dignidad in Chili ligt er paradijselijk bij, met het machtige Andes-gebergte in de verte. Wie iets beter kijkt heeft al snel vragen. De huizen lijken op Tiroler berghutten en de groep grijsaards die zo vroom meerstemmig zingt is… Duits. Zo vredig als deze geëmigreerde groep het wil doen laten voorkomen, is dit ‘huis van God’ geenszins. “De muziek was mooi, maar het was altijd tegen een donkere achtergrond”, stelt een bewoner op leeftijd. “Zoals met alles hier.”
Een van de producenten van The Act of Killing heeft in Songs of Repression wederom een mokerslag van een verhaal te pakken. De uitvoering is misschien niet zo uitzonderlijk en origineel als de voor een Oscar genomineerde film van Joshua Oppenheimer en zijn twee coregisseurs uit 2012, maar de inhoud is net zo verbijsterend.
In 1961 betrok de Duitse prediker Paul Schäfer met zijn meegereisde geloofsgemeenschap een idyllische kolonie in het Chileense Andes-gebergte. Er werd gebeden en gezongen, maar Schäfer leidde de fundamentalistische, evangelische, geïsoleerde gemeenschap met keiharde hand. Seksueel misbruik en lijfstraffen waren er dagelijkse praktijk. Toen Schäfer in 2006 in de gevangenis terechtkwam en vier jaar later stierf, waren vele bewoners al vertrokken. Zo’n honderdtwintig van hen bleven achter.
In de documentaire worden hedendaagse bewoners geïnterviewd over hun leven toen en nu. En hoewel we op voorhand al weten dat opgroeien in deze sektarische gemeenschap de hel op aarde was, tonen de makers dat deze bizarre plek nog méér schokkende geheimen herbergt. Actieve assistentie aan het terreurbewind van Pinochet (1973-1990) bijvoorbeeld, door het martelen en doden van politiek gevangenen. Verbijsterende verhalen over ‘hiërarchen’, tweederangsburgers, nazi’s, elektroshocks en schuld en boete komen voorbij.
De ene helft van de gemeenschap is openhartig over hun trauma’s. De pijn, het verdriet en ongebreidelde woede staan op hun gezichten te lezen. De andere helft heeft een volstrekt andere kijk op hun gezamenlijke geschiedenis. Ze zijn ‘dankbaar’ voor wat ze hebben mogen leren van Schäfer en hebben hem alles vergeven na een ‘vergevingsceremonie’. Na doorvragen blijkt dat zij dan ook een totaal andere positie hadden in de groep. Terwijl de ene helft moeizaam voortploetert, bouwt de andere helft aan een toeristische plek, zo ongeveer op de graven van de Chileense politieke gevangenen die op hun terrein de dood vonden. Ze schenken een Duits biertje, dragen folkloristische kledij en zingen maar weer eens een meerstemmig lied. Juist de interviews met deze lieden – ogend als keurige christenen op leeftijd – zijn welhaast onmogelijk om aan te zien. Als een van deze keurige dames Pinochet “een schat van een man” noemt en zelfs met de zin “wir haben es nicht gewußt” op de proppen komt, zijn de rapen helemáál gaar.