The Revenant

De beer is los

The Revenant

Over de plot van Alejandro González Iñárritu’s Oscarfavoriet kunnen we kort zijn. Het is een wraakverhaal. En Leonardo Dicaprio’s personage Hugh Glass is de man die wraak wil nemen.

Alejandro González Iñárritu houdt van lijden met een grote L. Hij schrijft er verhalen over en trekt er decors voor op, creëert films als gigantische theaters waar mannen de volle ruimte krijgen voor hun lijdensverhaal en grote gebaren. Niet zomaar mannen. Sterren. Mannen die groter lijken dan het leven. Sean Penn, Brad Pitt, Javier Bardem, Michael Keaton en nu Leonardo DiCaprio. Het is geen verrassing dat de regisseur zoveel succes heeft in de Amerika.

Iñárritu’s machostijl heeft iets wreeds en kunstmatigs. Soms een zweem van exploitatie. Hij weet dat. Birdman werkte omdat het die kunstmatigheid uitbuitte, overdreef. The Revenant gebruikt ook Iñárritu’s geliefde hyperbool maar legt de nadruk juist op de wreedheid, die andere string in zijn dna. Maar de film is meer dan dat. Dit bloederige en extreem fysieke survivalverhaal dat zich in 1823 afspeelt in de wildernis van Montana en South-Dakota wil Birdman’s antipode zijn. Broadway is het summum van kunstmatigheid, het dak van het grote Amerikaanse gebouw, The Revenant het fundament. En het fundament is bloed. Want elk land in de wereld is gebouwd op bloed. Dat wordt wel eens vergeten, en ik vermoed dat Iñárritu de Amerikanen daaraan wilde herinneren.

Maar The Revenant is net als Birdman ook een theater voor zijn acteur. Iñárritu kan niet anders. Hij verandert de wildernis in een spektakel, groots en meeslepend, zowel door schitterende vergezichten als door alle aardse en fysieke details. Niet alleen DiCaprio’s ademhaling en gesjok door de sneeuw maken de film tot een intense en fysieke ervaring omdat ze bijna onophoudelijk te horen zijn, er is ook een weergaloos, onvergetelijk gevecht met een beer en een bizarre in vivo overnachting die DiCaprio niet alleen de Oscar voor beste acteur gaat bezorgen maar ook de prijs voor beste paardenfluisteraar. Iñárritu blijft elk bloederig detail even verbeten registreren als DiCaprio’s personage probeert te overleven. Op de momenten dat The Revenant z’n wreedheid en focus kwijt is, zoals wanneer Glass een vrouw redt om daar later in het scenario keurig profijt van te hebben, verliest de film aan kracht. Maar dat is maar heel soms. Hoe verbetener en doelgerichter The Revenant is, hoe sterker. Zo gaat het door, tweeëneenhalf uur lang. Je hoeft niet van Iñárritu’s barokke stijl te houden om te zien dat hij een voortreffelijke regisseur is. Al zal Emmanuel Lubezki’s camera — hij van de Openbaringen van Terrence Malick — een grote hulp zijn geweest. Maar het blijft theater. Het is geen natuur.