The Makanai: Cooking for the Maiko House

Een serie om bij weg te dromen

The Makanai

Een leerling-geisha en een talentvolle chef staan centraal in deze lieflijke mangaverfilming. De Japanse filmmaker Hirokazu Kore-eda brengt een ode aan medemenselijkheid in de contemplatieve en culinair verantwoorde serie.

Vrijwel geruisloos verscheen het nieuwe wapenfeit van de Japanse filmmaestro Hirokazu Kore-eda – wiens Broker (2022) momenteel te zien is in de filmhuizen – recent bij Netflix. De streaminggigant had kennelijk weinig behoefte om de serie bij abonnees onder de aandacht te brengen. Net als niet veel eerder gebeurde met Copenhagen Cowboy (2022), het eigenzinnige geesteskind van enfant terrible Nicholas Winding Refn.

Kore-eda’s The Makanai: Cooking for the Maiko House (Maiko-san Chi no Makanai-san) en Copenhagen Cowboy hebben nog een ding gemeen: de plot is ondergeschikt aan de sfeer. Beide series, die overigens qua toon, esthetiek en verteltempo enorm verschillen, halen hun merites uit het alledaagse.

In Copenhagen Cowboy leidt dat tot uitgesponnen, kolderieke scènes aan de eettafel; in Kore-eda’s reeks komt het erop neer dat een personage zonder gêne lekker mag roeren in een soep. Het zou verleidelijk zijn om zo’n culinair moment in slowmotion te vatten, maar Kore-eda laat de acteurs hun handelingen in een lijzig tempo uitvoeren. Er zijn in The Makanai niet echt zorgen voor morgen. Grote verhaalwendingen ontbreken goeddeels. Dat levert, zeker voor Netflix, atypische televisie op: een serie waar je bij kan wegdromen. Voor fijnproevers is het een walhalla: schijnbaar de hele Japanse cuisine passeert de revue.

Maar The Makanai is geen Tampopo (1985, vaak liefkozend een ramen western genoemd): eten is belangrijk, maar niet de hoofdmoot van het verhaal. De reeks, gebaseerd op een gelijknamige mangareeks uit 2016, draait om de vriendschap tussen twee pubermeiden. Kiyo Nozuki (Nana Mori) en Sumire Herai (Natsuki Deguchi) voegen zich na hun middelbareschoolperiode nabij de stad Kyoto in een huis voor maiko, waar geisha’s (Japanse gezelschapsdames die optreden als gastvrouw) worden opgeleid. Al snel blijkt dat Nozuki in tegenstelling tot Herai niet de vereiste discipline kan opbrengen. Dan manifesteert zich haar kooktalent.

Dat is wat ‘makanai’ betekent: een soort inwonende kok die kookt voor z’n huisgenoten. Daarom legt Kore-eda af en toe de nadruk op Nozuki’s lekkernijen: een langzaam gebakken roze zalm; zorgvuldig bereide rijstballen; fijn gesneden stukjes wortel; oyakodon (een kom met kip, ei en rijst); handgemaakte dumplings. Als de tiener de tafel dekt, oogt het als een subliem en kleurrijk stilleven. Het groen van een broccoli steekt vrolijk af tegen het geel van een omelet. Ook verschijnt de rijstkoker even in beeld. Als een knipoog naar 35 rhums (2008), misschien, of omdat het nederige bakbeest ervoor zorgt dat iedereen goed wordt gevoed.

En Nozuki wordt er steeds beter in, net zoals Herai de mores van de maiko onder de knie begint te krijgen. Kore-eda brengt de niet-culinaire aangelegenheden net zo nauwgezet en liefdevol in beeld. Zoals de transformatie die Herai ondergaat wanneer ze haar kostuum aantrekt. Op bijna antropologische wijze toont de serie onder meer hoe ze haar gezicht schminkt en haar tabi (een soort sokken) aantrekt. Het is bijna alsof ze daarna een ander mens is. Daar draait The Makanai ook min of meer om: de transitie van puber naar volwassene. Je zou de serie zelfs kunnen omschrijven als een visuele bildungsroman. Wanneer Nozuki en Herai het huis voor Maiko verlaten zijn ze ietsjes ouder en ietsjes wijzer.

Maar Kore-eda’s reeks lijkt ook een soort vorm van cultuurpreservatie. Alsof hij in deze tijden van globalisatie en modernisering het fenomeen van de geisha wil vastleggen voor het nageslacht. Omdat het aantal gezelschapsdames in Japan al jaren tanende is. De opgemaakte, vrolijk uitgedoste vrouwen verdwijnen geleidelijk uit het straatbeeld. Dat is enigszins begrijpelijk: geisha’s zoeken geen aansluiting met de tijd van nu. Ze zeggen niet arigato maar het traditionelere okini. En mobiele telefoons zijn strikt verboden.

Op zich is is zo’n levenswijze voor pubers niet zo’n slecht idee. Nozuki en Herai leren te leven in het nu, zonder afleiding. Daardoor krijgen hun werkzaamheden iets contemplatiefs. Kore-eda vindt een zekere spiritualiteit in het bereiden van een tamago sando (een sandwich met ei) of in de traditionele groet van een maiko. Door die nadruk op de Japanse cultuur is The Makanai soms lastig te volgen voor leken. Dat is soms echter de paradox van het leven: om het universele te vinden moet je eerst het particuliere uitleggen.

En Kore-eda heeft oog voor detail. Hoewel dit nieuwe werk zich vooral laat omschrijven als een warm bad. De reeks is net als zijn films een ode aan de medemenselijkheid, aan de wijze waarop het levens soms voortkabbelt, zonder obstakels. Zoetsappig is misschien een term met een negatieve klank, maar wie The Makanai ziet zal geen andere smaaksensatie voor dit aandoenlijke drama kunnen bedenken.


The Makanai: Cooking for the Maiko House is te zien op Netflix.