The Hunt

Op twee walletjes schieten

The Hunt richt zijn satirische pijlen niet zozeer op politiek rechts of links, maar op de eindeloze stroom desinformatie in het publieke debat – waarvan de film zelf ook slachtoffer werd.

The Hunt had half maart – op vrijdag de 13e, nota bene – de twijfelachtige eer de laatste persvoorstelling voor de lockdown te zijn. Die was toen nog net niet officieel aangekondigd, maar hing al wel in de lucht. Terwijl ruim een handvol journalisten die middag naar Craig Zobels bloederige satire keek, liep om ons heen het kantoor van distributeur Universal leeg. Medewerkers vertrokken met toetsenborden, beeldschermen en zelfs een enkele bureaustoel – op weg naar hun thuiswerkplekken.

Al enkele dagen later was duidelijk dat de geplande release van The Hunt op 2 april (waar de film kort tevoren allerijl heen verplaatst was toen op die datum een James Bond-vormig gat was ontstaan) niet door zou gaan. In Amerika had de film nog meer pech: daar ging hij de zalen in enkele dagen vóór de boel op slot ging. Universal besloot hem dan maar direct digitaal beschikbaar te maken. De Nederlandse tak ging daarin echter niet mee, en wachtte tot de bioscopen weer opengingen – al is The Hunt uiteindelijk op 21 mei ook hier online uitgebracht. IJs en weder dienende zit de film nu dus bij de eerste lichting titels die bij de heropening te zien zijn.

Bothsidesism
Zo vormde corona een laatste drempel voor een toch al gemankeerde release. The Hunt zou eigenlijk in september 2019 al te zien zijn, maar werd uitgesteld nadat Trump lucht van de film had gekregen. Op Twitter zette hij de film (waarin een rijke, links-liberale media-elite op mensen jaagt) ongezien weg als links-liberale aanzet tot geweld.

Nu de film eindelijk te zien is, blijkt de vork uiteraard anders in de steel te zitten. De film richt zijn satirische pijlen op beide extremen van het politieke spectrum en op de gapende kloof daartussen. Zobel en scenaristen Nick Cuse en Damon Lindelof bedienen zich van eenzelfde soort ‘bothsidesism’ (of: van twee walletjes eten) als de maatschappijkritiek in Todd Phillips’ kaskraker Joker, in wiens immense schaduw The Hunt afgelopen september had gestaan, was de film toen uitgebracht – wie weet speelde dat destijds óók een rol bij het uitstel. Er zijn grappen en steken naar zowel links als rechts, zonder dat de film zelf op een positie of standpunt te betrappen is.

Het grote verschil met Joker is dat The Hunt zichzelf lang niet zo serieus neemt. Pel de dunne schil van sociaal commentaar eraf en wat resteert is een geestdriftig vertelde variant op The Most Dangerous Game, het al meermaals verfilmde korte verhaal van Richard Connell uit 1924. De kern van dat verhaal is altijd hetzelfde: een steenrijke snoodaard sluit een groep armen op in een afgelegen gebied om ze op te jagen, en een van de slachtoffers blijkt taaier dan verwacht. In The Hunt is minstens evenveel energie en plezier gestoken in de politieke dimensies als in de creatieve en zeer bloederige manieren waarop de prooien (en niet veel later uiteraard ook de jagers) om het leven worden gebracht.

Het is de ondoorgrondelijke Crystal (Betty Gilpin) die zich opwerpt als heldin tegen wil en dank. Doordat de schrijvers haar doelbewust opzadelen met tegenstrijdige karaktertrekken en haar achtergrond lang in het midden laten, is Crystal ook het enige personage in de film met meer dan één dimensie. Ze wordt omringd door een soms amusante, soms storend platte collectie karikaturen en archetypes.

Oogkleppen
The Hunt speelt zich niet, zoals Joker, af in een fictieve stad in de jaren tachtig, maar in het hier en nu – zozeer dat zelfs het halve jaar vertraging in de release de film al wat verouderd heeft. The Hunt biedt satire op meme-niveau. De film knipoogt naar de hete hangijzers van het politieke debat zoals dat wordt gevoerd op Twitter en naar de stokpaardjes van reactionaire nieuwsmakers als Fox News. Maar verder dan wijzen naar hoe belachelijk dat allemaal is, gaat de film zelden.

Die politieke randjes zijn ook eigenlijk niet waar het de makers van The Hunt om te doen is. In de apotheose van de film komt de aap uit de mouw: het echte doelwit van de satire is de kortzichtige blik op de ander, op hoe ieder van ons ‘de overkant’ van de kloof beschouwt – met oogkleppen op, gestuurd door vooroordelen, de feiten actief ontkennend. Dat is uiteindelijk de grootste ironie van The Hunt: de film werd dankzij Trumps ongefundeerde meningen slachtoffer van precies dat mechanisme waartegen hij in opstand komt.