The House of Mirth

Verkleed als een dame

Lily (Gillian Anderson)

In de verfilming van Edith Whartons geraffineerde roman The House of Mirth speelt Gillian Anderson een vrouw die haar bezit en reputatie verspeelt, en daarbij veelvuldig zucht.

Toen de Amerikaanse schrijfster Edith Wharton in 1905 The House of Mirth publiceerde, was ze drieënveertig jaar oud. In 1902 had ze haar eerste roman geschreven, maar daarmee had ze weinig succes behaald. The House of Mirth daarentegen werd onmiddellijk een bestseller. Het markeerde het begin van een ommekeer in haar leven.

Wharton had als dochter van een deftige New-Yorkse familie geleerd slechts één doel na te streven: dienstbaar te zijn aan haar echtgenoot. Eigen verlangens en gevoelens diende een vrouw van Whartons stand te onderdrukken. Toen zij op tweeëntwintigjarige leeftijd trouwde, was van liefde geen sprake, en van seks evenmin. Toch gaf het huwelijk Wharton een zekere vrijheid. Haar man had er geen bezwaar tegen dat ze ging schrijven. Helaas kon hij het niet verkroppen dat ze een bekend en gevierd schrijfster werd, en toen Wharton erachter kwam dat hij haar geld verkwanselde, besloot ze te scheiden. Het succes van haar roman had haar inmiddels genoeg zelfvertrouwen gegeven.

In 1906 verhuisde Wharton naar Frankrijk en raakte ze voor het eerst van haar leven verliefd. Toen ze in 1937 stierf, had ze veertig romans op haar naam staan, en een groot aantal essays en recensies geschreven. Ze had een eredoctoraat van de Universiteit van Yale ontvangen, een gouden medaille van het Noord-Amerikaanse National Institute of Arts and Letters, de Pulitzer Prijs en het Franse Legioen van Eer.

Listen
Een einde zoals je het Lily Barth, de heldin van The House of Mirth, zou toewensen. Maar een groter contrast dan tussen de levengeschiedenissen van beide vrouwen is ondenkbaar. Het begin van Lily’s leven onderscheidt zich niet van dat van haar schepster. Ze is rijk en niet onontwikkeld, mooi en intelligent. Helaas verspeelt Lily’s vader zijn vermogen, waardoor ze na de dood van haar ouders is aangewezen op de liefdadigheid van een oude tante en die van haar mondaine kennissen. Die kunnen haar maar al te goed gebruiken: Lily laat zich makkelijk inzetten om echtgenoten te vermaken en af te leiden. Maar Lily is arm, en ongetrouwd – ze heeft geen status en geen beschermer. Ze wordt daarom niet alleen gebruikt, maar vooral misbruikt. Lily, merkt een van haar echte vriendinnen op, is intelligent, maar niet slim: ze doorziet geen listen.

Er is echter nog een ander probleem. Lily wordt verscheurd door een dilemma. Ze kan niet zonder luxe, en ze beseft dat ze daarom een rijke man moet trouwen. Maar Lily heeft ook een geweten. En, erger nog: ze verlangt naar zelfstandigheid. Daarom wijst ze niet alleen een huwelijk af met een arme man van wie ze houdt, maar weigert ze ook te trouwen met een man die een vermogen bezit, maar die ze veracht. In een poging aan geld te komen, laat ze zich in compromitterende situaties manoeuvreren. Zo verspeelt ze haar bezit en haar reputatie. Veracht en gemeden verkiest ze uiteindelijk de echte dood boven een sociale.

Zonder juwelen
The House of Mirth is een ingewikkeld en geraffineerd boek. Lily’s ambivalente gevoelens, en ook het web van intriges waarin ze steeds nauwer verstrikt raakt, worden door Wharton subtiel verwoord: de voortgang van het verhaal verstopt ze het liefst in natuur- of interieurbeschrijvingen, of onder schijnbaar oppervlakkige conversaties. Geen makkelijk boek voor een verfilming, dus. En dat blijkt: de Britse regisseur Terence Davies (Distant Voices, Still Lives, The Long Day Closes) besteedde weliswaar volop aandacht aan details van kleren en kamers, maar verder heeft hij zich beperkt tot de weergave van de hoofdlijnen uit Whartons boek.

Dat heeft een voor- en een nadeel. Het voordeel is dat de strekking van de roman onmiddellijk duidelijk wordt. Het nadeel is dat de subtiliteit verloren is gegaan, en daarmee ook de sfeer van het boek. De film is te rechtlijnig; de overgangen van de ene scène naar de andere verlopen te abrupt, en de complexiteit van Lily’s dilemma komt niet echt uit de verf. Gillian Anderson (The X-Files), die Lily speelt, lijkt dat te willen oplossen door veelvuldig hevig te zuchten, maar dat vloekt met de sobere vertellijn van de film.

Een grote misser is de korte aandacht voor Lily’s deelname aan een tableau vivant. In de roman is dit een sleutelgebeurtenis. Lily verkleedt zich als een dame op een portret van de achttiende-eeuwse schilder Joshua Reynolds. Gehuld in niet meer dan een paar lappen zijde, zonder korset, zonder insnoeringen en zonder juwelen, wil ze de wereld duidelijk maken wie ze werkelijk is. Dat leidt tot verwarring en bevestigt haar naam als vrouw van losse zeden.

Toch maakt de film indruk. Dat ligt niet in de laatste plaats aan het ingehouden spel van Anthony Lapaglia, die de rol van de rijke, maar versmade huwelijkskandidaat vertolkt. Wie daarom niet al te cynisch is ingesteld en geen principieel bezwaar tegen kostuumfilms heeft, hoeft de bioscoop niet onberoerd te verlaten. Het boek wekt echter ontegenzeglijk meer gevoelens op.