Takara – La nuit où j’ai nagé

Takara is weg

Takara – La nuit où j’ai nagé

Toen Nobody Knows (2004) uitkwam vertelde de Japanse regisseur Kore-eda Hirokazu (dit jaar in Cannes bekroond met een Gouden Palm voor Shoplifters) hoe iedereen die wel eens een opgroeiend kind heeft gadegeslagen het idee kan krijgen dat zelfs de jongste kinderen al volkomen zelfredzaam kunnen zijn. Zo lang er geen volwassenen in de buurt zijn om ze angstig op gevaren te wijzen, zijn kinderen eigenlijk behoorlijk verstandig en standvastig.

Ik moet dan altijd denken aan het Gouden Boekje Wim is weg, een Nederlandse klassieker over een jongetje dat op een dag op zijn nieuwe rode driewieler naar Parijs fietst. Want dat doen kinderen. Al komen ze vaak niet verder dan het einde van de straat. En ze zijn slim genoeg om een extra trui en wat te eten mee te nemen.

Takara – La nuit où j’ai nagé borduurt eigenlijk voort op dit principe. De zo goed als plotloze en geheel dialoogloze film is een unieke samenwerking tussen de Franse regisseur Damien Manivel (Un jeune poète, 2014; Le parc, 2016) en de Japanse filmmaker Kohei Igarashi (Hold Your Breath Like a Lover, 2014) die elkaar tijdens Manivels filmstudie in Japan leerden kennen. De in Japan opgenomen film volgt een vijfjarig jongetje dat op weg naar school een andere afslag neemt.

Er gebeurt nog veel meer in deze minimalistische, maar subtiele en detailrijke film. Een traditionele plot ontbreekt, dit is één en al observatieve immersie. Het verliezen van een handschoen kan net zo belangrijk blijken te zijn als de bedachtzaamheid waarmee het jongetje een drukke verkeersweg oversteekt.

Takara is een van de mooiste films van dit jaar, een exquise voorbeeld van de huidige post-conflict-drama-trend in filmmaken. Het is niet zomaar slow cinema, of een cinema van tussenmomenten, waarbij je zelf veel moet invullen. Deze roadmovie te voet door een winters landschap geeft eindeloos veel aanwijzingen voor de oplettende toeschouwer. Maar je kunt ook gewoon met Takara meedolen. Je van geen kwaad bewust. Takara is vitaal en vol veerkracht en tegelijkertijd dromerig. Het jongetje valt vast niet zonder reden vaak zomaar in slaap.