Sylvie’s Love

Weelderig op weg naar het happy end

Sylvie’s Love

Het is heerlijk zwelgen in de chemie tussen de hoofdrolspelers van Sylvie’s Love, een melodrama in de categorie ‘zo worden ze niet meer gemaakt’ dat toen ze nog wel zo gemaakt werden niet gemaakt had kunnen worden.

Bij het kijken van Sylvie’s Love bekruipt je onherroepelijk het gevoel: zo worden ze niet meer gemaakt. Zó onomwonden melodramatisch, zó vrijmoedig romantisch, dat zijn films niet vaak meer. Misschien al niet meer sinds de jaren vijftig, waarin ook Sylvie’s Love speelt – de tijd dat televisie-soaps het melodramatische stokje overnamen van wat toen nog onomwonden ‘vrouwenfilms’ werden genoemd.

Zo worden ze niet meer gemaakt, dat was voor regisseur Eugene Ashe ook de helft van het motivatie achter zijn tweede speelfilm Sylvie’s Love, die afgelopen januari op het filmfestival Sundance in première ging en vervolgens werd opgepikt door Amazon. De andere helft, zo vertelde Ashe in interviews, was het tegenovergestelde idee: zo werden ze nóóit gemaakt – in die zin dat de klassieke melodrama’s vrijwel exclusief draaiden om witte mensen, en Ashe nu zwarte hoofdpersonages centraal stelt.

Om precies te zijn: Sylvie (Tessa Thompson), die bijklust in de platenzaak van haar vader in Harlem en droomt van een carrière bij de televisie, en Robert (Nnamdi Asomugha), die in de winkel aan de slag gaat zolang zijn carrière als jazzsaxofonist nog niet van de grond is gekomen. De twee vallen vanaf de eerste seconde voor elkaar, maar Sylvie is al verloofd, met de oerdegelijke én steenrijke Lacy, die ver weg in Korea voor zijn land aan het vechten is. Zoals dat gaat in dit genre blijft de film in de daaropvolgende jaren kleine en grote hordes opwerpen op weg naar hun onvermijdelijke happy ever after. Daarbij is de film niet alleen woke-anno-2020 (geen van de barrières die tussen Sylvie en Robert liggen hebben te maken met hun huidskleur), maar ook subtiel feministisch, in die zin dat Sylvie’s tv-carrière minstens zo belangrijk wordt gevonden als Roberts opmars in de muziekwereld.

Dat een film als deze tóén gemaakt had moeten worden, is natuurlijk net iets anders dan dat hij nú nog gemaakt moet worden. Sylvie’s Love is tegelijk een welkome historische correctie en een wat achterhaalde recreatie; tegelijk hopeloos ouderwets en bij uitstek van nu. Die twee impulsen botsen en schuren. Soms is dat interessant, op andere momenten dreigt de films te bezwijken onder het gewicht van zijn interne paradox.

De grote hoogtes van films als Far from Heaven (2002) en Carol (2015) van Todd Haynes, die op vergelijkbare manier de ‘vrouwenfilm’ herzien vanuit een hedendaags, in die gevallen queer oogpunt, haalt Ashe hier niet – daarvoor is Sylvie’s Love uiteindelijk wat te glossy. Maar voor wie zich overgeeft aan wat de film beoogt, valt er veel te genieten: het weelderige, kleurrijke production design; de handenvol jazz- en popklassiekers op de soundtrack; en vooral de overweldigende chemie tussen Thompson en Asomugha. Als zij elkaar in de ogen kijken, is het heerlijk zwelgen in de romantiek.


Sylvie’s Love is vanaf 23 december te zien via Amazon Prime Video.