The Night of the Hunter

Zo lief als een horrorfilm kan zijn

Een expressionistisch meesterwerk, American Gothic op z’n allerbest: The Night of the Hunter (1955) wordt door het Filmmuseum opnieuw uitgebracht.

De liefde voor een film begint vaak bij een handvol beelden. Dat zijn meteen de beelden die je probeert te verwoorden wanneer je wilt dat anderen net zo verliefd raken als jijzelf. Charles Laughtons The Night of the Hunter (1955) was voor mij liefde op het eerste gezicht, en in die ervaring sta ik niet alleen. Terwijl acteurveteraan Laughton destijds zowel bij publiek als critici precies de verkeerde snaar raakte en een verdere loopbaan als cineast op zijn buik kon schrijven, heeft de film sinds 1955 een haast koninklijke reputatie opgebouwd: zijn tijd ver vooruit, expressionistisch meesterwerk, American Gothic op z’n allerbest, zonder Laughton geen Lynch, enzovoort. Schaduwtheater, sprookje en parabel, The Night of the Hunter is het allemaal en nog veel méér.

Gaat dat alstublieft zien. Zeker in de gerestaureerde kopie van het Filmmuseum. De plot vertel ik liefst zo beknopt mogelijk, om meer ruimte over te houden voor de beelden. Twee Amerikaanse weeskinderen slaan tijdens de Grote Depressie op de vlucht voor een als dominee vermomde maniak, die aast op het fortuin dat de kinderen in een knuffel meeslepen. Welke momenten pik ik uit dit avontuur in messcherp zwart-wit, zodat elke lezer van dit stukje beseft dat hij of zij wel kijken móet?

Spin
Telkens kom ik uit bij dezelfde oogappels. De dode vrouw op de bodem van het meer, het lange haar als wier wuivend in de waterstroom. En anders de nachtelijke tocht over de rivier, waar konijntjes, kikkers en een spin toekijken hoe de kinderen voorbijdrijven. Alles zo lief en onschuldig als een horrorfilm maar kan zijn. Op andere momenten gaapt de duisternis aan alle randen van het kader en lijkt moeders slaapkamer een tombe diep onder de grond.

Maar natuurlijk heb ik met die opsomming het icoon van de film overgeslagen: Harry Powell, een wolf in priesterkleren die ‘love‘ op de rechterhand heeft staan en ‘hate‘ op de linker, maar die in de praktijk toch vooral met links werkt. Zondige prostituees rijgt hij met hemelse goedkeuring aan zijn mes en ook de kinderen zit hij achterna omdat God het wil. Terwijl hij zieltjes wint met zijn zoetgevooisde bijbelcitaten, lijkt hij brullend en graaiend eerder een beest uit de hel. Wanneer hij door goede fee Lillian Gish in de schouder wordt geschoten, vlucht hij jankend en op vier poten naar de schuur. Acteur Robert Mitchum was niet bang dat hij met zulke surrealistische acties zijn carrière zou schaden, integendeel.

En Laughton durfde ze in zijn film te stoppen. Sterker nog, de meest onwerkelijke momenten accentueert hij door de handeling te bevriezen tot een zorgvuldig gecomponeerd tableau: Powell die beneden aan de keldertrap naar de ontsnappende kinderen grijpt, zijn klauwende armen uitgestrekt, of zijn silhouet in de verte, door de kinderen vanuit de hooizolder gezien.

Zo koos hij eigenlijk zelf de beelden die zijn publiek verliefd moesten maken.