(R)Evolutie
Toekomst in Limburg
Toekomstkomedie (R)Evolutie bevat sterke scènes, maar wordt niet meer dan een oppervlakkig gedachte-experiment.
Sciencefiction is al sinds de uitvinding van film een populair genre. In het Nederlandse theaterlandschap was het zeldzamer. Maar sinds een paar jaar wagen toneelgezelschappen zich aan de werelden van robots en kunstmatige intelligentie. Het Noord Nederlands Toneel pakte uit met Brave New World (2019); Het Nationale Theater maakte de jongerenvoorstelling Revolutions (2019) en The Nether (2021); Firma Mes bracht robotmonologen met Tech (2021). Dit jaar zou ook Toneelgroep Maastricht met een dystopische voorspelling over de nabije toekomst komen. Vanwege de kans op coronabeperkingen koos regisseur Servé Hermans ervoor de toneelvoorstelling (R)Evolutie tot een speelfilm om te vormen.
(R)Evolutie trapt af met de stelling dat we sciencefiction serieuzer hadden moeten nemen. En dat is eigenlijk ook een waarschuwing voor de film zelf. Want door een ander medium te kiezen, plaatst Hermans zichzelf in een traditie met een rijk sciencefiction-repertoire. Het verhaal, tot scenario bewerkt door filmmaker Eddy Terstall (Simon, 2004; SEXtet, 2007; Vox populi, 2008), is gebaseerd op het werk van de Israëlische filosoof Yuval Noah Harari. Hij schreef drie wereldwijde bestsellers op rij: Sapiens, Homo Deus en 21 lessen voor de 21ste eeuw. Het resultaat is een film die heen en weer schuift tussen thriller en komische sketch.
(R)Evolutie biedt in een mozaïekvertelling een scala aan oppervlakkig uitgewerkte gedachte-experimenten. Dat zijn bovendien hersenspinsels die in cinema al uitgebreid zijn doorgedacht en uitgediept. Zagen we in Minority Report (Steven Spielberg, 2002) niet al hoe misdaadbestrijding uitpakt als boeven al vóór het delict worden opgepakt? Boezemde 2001: A Space Odyssey (Stanley Kubrick, 1968) ons niet angst in voor een machine met een eigen wil? Waarschuwde Gattaca (Andrew Niccol, 1997) ons niet voor de gevolgen van een genetische manipulatie bij mensen? (R)Evolutie propt deze verhalen samen in een klein plotje in Limburg.
De aanzet is er. Angela Schijf speelt de robot Alecto, die in geen enkel huishouden ontbreekt. Haar pakje is in ieder gezin anders. Goed verzonnen, want technologie wordt steeds verder gepersonaliseerd. Maar waarom dan zo’n ouderwetse, monotone computerstem? Denk ietsje verder en ook die past zich per situatie aan. Een sterke scène is het kennismakingsgesprek bij een productiebedrijf van genetische gemanipuleerde kinderen. Op natuurlijke wijze verwekte baby’s worden in het verhaal steeds minder populair, omdat je ze niet kunt verzekeren. Te groot risico op kanker en andere ziektes, dus waarom zou de samenleving daarvoor moeten betalen? De film toont in feite een vervolgstap op de twintigwekenecho, die uitwijst of je baby een afwijking heeft. Opeens voelt het of je je kind tekortdoet als je de genen niet laat aanpassen. En zodra de optie er is, moet je je ertoe verhouden.
Zo bevat (R)Evolutie nog enkele scènes die de moeite waard zijn. Maar de grootste makke van de film is dat je nergens Limburg voelt. De rest van Nederland is weggespoeld en dus zijn klimaatvluchtelingen vanuit het westen naar Limburg gevlucht. De film zit bomvol sterke acteurs, maar bij geen van hen hoor je het zangerige dialect. Ook de gebouwen zien eruit alsof ze overal hadden kunnen staan. Daarmee is Limburg enkel in naam de setting, en daar ligt een gemiste kans. Eddy Terstall is een meester in ongemakkelijke situaties en had haarscherp een botsing tussen Holland en het Zuiden kunnen schrijven. Zo had (R)Evolutie een origineel en urgent toekomstbeeld kunnen laten zien, dat alle aandacht verdiende.