The Draughtman’s Contract
Mystery-thriller uit de zeventiende eeuw

The Draughtman’s Contract
Een van de opmerkelijkste films op de afgelopen festivals van Venetië, Berlijn en Rotterdam en een superpubliekstrekker vorig jaar in Londen was The Draughtman’s Contract van de Britse cineast Peter Greenaway. Een film die zich afspeelt rond een landhuis in het zeventiende-eeuwse Engeland, waarin een tekenaar het slachtoffer wordt van een ingenieus moordcomplot tegen de eigenaar van de woning.
The Draughtman’s Contract is de eerste lange speelfilm van Peter Greenaway, een voormalig filmcutter en thans ook nog steeds actief als kunstschilder, boekenschrijver en -illustrator. Sinds 1966 maakte Greenaway een groot aantal korte films, waarin hij vooral bezig was met het rangschikken van allerlei zaken, zoals telefooncellen en landkaarten, en bijvoorbeeld gegevens verschafte over mensen die de dood vonden door uit het raam te vallen of door de bliksem getroffen waren.
Drie jaar geleden maakte hij een zeer lange fictie-documentaire over 92 slachtoffers van ‘Unknown Violent Events’ onder de titel The Falls. In datzelfde jaar legde hij het British Film Institute een eerste scenario voor van The Draughtman’s Contract, dat er na veel geharrewar uiteindelijk £180.000 in stak. Na de eerste draaidagen was dat geld al praktisch op, waarna het nieuwe televisiestation Channel Four nog eens met £150.000 over de brug kwam.
Daarna restte Greenaway nog de oplossing voor het probleem de film van 3½ uur terug te brengen naar bioscooplengte. De versie van The Draughtman’s Contract zoals die nu te zien is, is een film met vaart, niet in de laatste plaats door de flitsende (en schitterende) dialogen en de muziek van Michael Nyman.
De tekenaar, Mr. Neville, produceert in hoog tempo de twaalf tekeningen van het landhuis in Wiltshire en de omgeving, waarvoor hij een opdracht heeft van Mrs. Herbert, die hem in ruil daarvoor haar gunsten in bed verleent. Haar man is voor twee weken naar Southampton. Allengs komt de met de Duitser Mr. Talmann gehuwde dochter erachter dat de tekeningen van Mr. Neville details bevatten, die verwijzen naar een geheim, een mysterie. Ze belooft de tekenaar echter haar mond te zullen houden, als hij ook bij haar in bed zal kruipen.
En zo raakt Mr. Neville al meer betrokken in een complot, gericht tegen de eigenaar van het landhuis, die tegen het einde van de film vermoord in een gracht wordt aangetroffen. Mr. Neville heeft zijn opdracht inmiddels vervuld, maar biedt dan aan om tegen dezelfde condities nog een dertiende tekening te maken. En dat dan heeft fatale gevolgen voor hemzelf.
Ode
The Draughtman’s Contract is een film met een volstrekt unieke, geheel eigen sfeer, die weliswaar zeer Brits is, maar ook zeer toegankelijk voor een niet-Engels publiek. Het verhaal is uitstekend te volgen, hoewel er na iedere vertoning heftige discussies zullen losbarsten over wie nu de moordenaar is van Mr. Neville.
Greenaway heeft een aantrekkelijke speelfilm gemaakt zonder al te veel concessies te hebben gedaan aan zijn voorliefde voor het inventariseren van zaken. De film is een ode aan de teken- en schilderkunst, het Engelse landschap en de Engelse taal. Prikkelend daarbij is ook de bizarre humor, onder meer in de vorm van de dialogen, waarbij diverse personages elkaar voor rotte vis uitmaken, zonder dat er ook maar één onvertogen woord valt.
Na het succes van de film in Engeland en andere buitenlandse festivals was ook de Nederlandse pers na de vertoning op het Rotterdamse filmfestival zeer te spreken over The Draughtman’s Contract. Zo sprak Pieter van Lierop in het Utrechts Nieuwsblad van ‘een oogstrelende vertelling’ en ‘een ingenieus misdaadmysterie, dat ook nog opvalt door fantastisch, spiritueel, hypergecultiveerd taalgebruik in de dialogen. Het gaat om een vormfilm, die subliem is in velerlei onziehten.’
Hans Reerekamn in de NRC: ‘De film zit boordevol verwijzingen naar de problematische verhouding tussen voorstelling en werkelijkheid, en biedt veel intellectueel plezier en estetisch genoegen.’ In Het Nieuwsblad van het Noorden schreef Paul Bollen onder andere: ‘Zijn unieke karakter ontleent de film aan de ongewone, bijna magisch-realistische opzet, aankleding en regie. De personages spreken een opgedirkte taal die correspondeert met de potsierlijkheid van de kledij op het eind van de zeventiende eeuw. Peter Greenaway (groot bewonderaar van schrijvers als Borges en Marquez) maakte niet een soort reconstructie van de toen gangbare taal, maar een eigen parafrase met een extra accent op het archaïsche. De kilheid van de spraak, met ingebouwde grofheden, is het voertuig van het perfide complot.’