PHONE BOOTH
Jachtgeweer op telefooncel

Colin Farrell onder vuur
Phone booth bewijst dat regisseur Joel Schumacher met kleinschalige films veel beter uit de verf komt dan met dure Hollywood-projecten. En Colin Farrell bevestigt voor de zoveelste keer zijn aanstormende sterstatus.
Alfred Hitchcock zou verguld zijn geweest met de premisse van Phone booth: één locatie, ‘real time’ en één onschuldige man die zijn leven door omstandigheden opeens aan een zijden draadje ziet hangen.
De man in kwestie heet Stu (Colin Farrell), een regelaar met een grote bek en een ongezonde dosis arrogantie. Hij spendeert zijn dagen bellend, rennend door New York, afspraken arrangerend voor alles en iedereen. Slechts één moment per dag kent de race-eend een rustpuntje, wanneer hij belt met zijn buitenechtelijke lustobject Pam (Katie Holmes). Vanuit één van de laatste resterende telefooncellen in de stad, om te voorkomen dat zijn vrouw Kelly zijn flirts zou kunnen achterhalen op de telefoonrekening.
God straft echter meteen — of eigenlijk niet God, maar een onbekende scherpschutter (Kiefer Sutherland), die Stu op een dag in zijn telefooncel belt om doodleuk te vertellen dat hij hem onder schot houdt. De regelyup mag de cel niet verlaten, anders krijgt hij een kogel in zijn hoofd. Het rode stipje op zijn borstkas bewijst dat zijn belager het meent.
24
Regisseur Joel Schumacher voegt met Phone booth een geslaagde film aan zijn wispelturige oeuvre toe. Enerzijds was de Amerikaan verantwoordelijk voor commerciële gedrochten als Batman & Robin, Bad company en 8mm, maar anderzijds bewees hij met relatief kleine films als The lost boys, Flatliners en Flawless toch meer te willen en ook te kúnnen zijn dan een slaafse broodregisseur voor de grote studiobonzen.
Ondanks alle beperkingen die het verhaal met zich meebrengt weet Schumacher tachtig minuten lang onverminderd de aandacht van de kijker vast te houden. Met veel verschillende cameravoeringen, een flitsende montage, verschillende soorten lenzen en nog meer — op zich doorzichtige, maar wel effectieve — cinematografische trucjes weet hij een spanning op te bouwen die de laatste jaren in de bioscoopzaal zeldzaam lijkt geworden. Dat het verhaal ondertussen de meeste op de loer liggende clichés weet te vermijden, is te danken aan de 64-jarige scenarist Larry Cohen, die met Phone booth zijn vele B-scripts als Maniac cop, It’s alive! en Guilty as sin ontstijgt.
Opvallend zijn de vele overeenkomsten met de bloedstollende Fox-serie ’24’, die de eigenlijk uitgerangeerde acteur Kiefer Sutherland in twee jaar tijd weer op de A-lijsten heeft gezet. Net als ’24’ speelt ook Phone booth zich af in ‘real time’ (de film duurt even lang als de verhaallijn), gebruiken beide producties veelvuldig functionele ‘split screens’ om te laten zien wat er op hetzelfde moment op verschillende locaties gebeurt en is de hoofdrol weggelegd voor de al genoemde Sutherland.
Toch was de film vrij marginaal uitgebracht als er eind oktober niet één of andere gek in Maryland en Washington had rondgelopen met een zelfde geavanceerd jachtgeweer als de beller die Stu bedreigt. De gelijkenissen tussen de doorgedraaide Golfoorlogveteraan en het karakter in de film waren zo opvallend, dat producent Fox besloot de release een half jaar uit te stellen. Behalve een ’tactvolle’ ook een slimme zet — al was het maar omdat de commerciële marktwaarde van de charismatische Farrell na Daredevil en The recruit aanzienlijk is gestegen.
Robbert Blokland