Bad Company

Geduldig portret van Japanse jeugd

  • Datum 30-09-2010
  • Auteur Kevin Toma
  • Gerelateerde Films Bad Company
  • Regie
    Tomoyuki Furumaya
    Te zien vanaf
    22-11-2001
    Land
    Japan
  • Deel dit artikel

De jonge regisseur Tomoyuki Furumaya neemt zich in meerdere opzichten de tijd. Zijn debuut This Window is Yours maakte hij alweer zeven jaar geleden, om nu pas te komen met zijn tweede speelfilm, Bad Company. Hierin schetst Furumaya een subtiel en ontroerend portret van drie schoolkameraden in het Japan van 1980. En dat met alle rust van de wereld.

Een still uit Bad Company vangt het veertienjarige hoofdpersonage op een schijnbaar onbezorgd moment. De jongen Sadatomo wordt in kikkerperspectief getoond, tegen een zonnig blauwe hemel. Hij lacht, zijn witte hemd hangt losjes om zijn lijf. In de film blijkt hij op de rand van een rivierbrug te balanceren, en de scène biedt geen enkele geruststelling dat hij niet daadwerkelijk zal neerstorten of misschien zelfs springen. Bij een tweede blik op de foto valt pas op hoe angstig Sadatomo’s vriendje kijkt, rechtsonder in beeld.

Sadatomo staat niet voor niets op de brug. Voortdurend komt hij in botsing met het strenge regime op school, en bovendien heeft hij steeds minder grip op zijn eigen gedrag: hij steelt en liegt aan de lopende band, zonder te weten waarom. Zijn vrienden respecteren hem vanwege zijn scherpe inzicht en mensenkennis, maar die kennis lijkt volledig te ontbreken als het om hem zelf gaat. ‘Ik ben een ui’, noemt hij het essay in zelfkritiek dat hij voor straf moet schrijven: de ene rotte schil na de andere, en daarbinnen enkel leegte.

Buigritueeltjes
De complexe plot lijkt een verband te willen leggen tussen dit cynische beeld en het educatieve systeem waarin Sadatomo opgroeit, maar maakt dit nooit expliciet. Is Sadatomo het slachtoffer van een al te harde behandeling, gewoon een puber met groeistuipen, of valt er in zijn omhulsel echt weinig goeds te ontdekken? De toeschouwer moet het zelf bepalen, en dat past bij een regisseur die van mening is dat iedere film ergens tussen scherm en publiek ontstaat.

Furumaya’s kritiek op het onderwijssysteem van weleer blijft niettemin overeind, zij het dat het geweld en de psychologische druk zich vooral openbaren in een bloedneus en buigritueeltjes, en dat slaag buiten beeld wordt gegeven. Door deze vertelwijze roept Bad Company herhaaldelijk associaties op met het oeuvre van filmpeetvader Yasujiro Ozu. Ook de trage cameravoering, de lange shots en het schaarse gebruik van muziek brengen hommage aan de grootmeester van het kleine.

De film klaart op in de scènes die de hechte band tussen Sadatomo en zijn vrienden illustreren. De drie zijn vrijwel voortdurend samen, zonder geruzie en vol vertrouwen. Vrienden voor altijd, als we de idyllische beelden en optimistische popdeuntjes moeten geloven. Soms is slecht gezelschap dus ook het beste gezelschap.

Dat dit prachtige mengsel van nostalgie en verbittering in de Nederlandse bioscopen te zien zal zijn, hebben we te danken aan de VPRO Tiger Award die Bad Company won op het laatste Filmfestival Rotterdam. Na een uitverkochte voorstelling aldaar werd de aanwezige Furumaya gevraagd waarom hij sinds zijn debuut in 1994 niet eerder met een nieuwe film was gekomen. “Ik ben erg lui”, antwoordde hij. Wat een bescheidenheid.