Out Stealing Horses

Krioelende mieren en de menselijke natuur

Hoe een uitgebluste man zijn leven terugvindt, daarover gaat het in Hans Petter Molands lyrische, maar doorwrochte verfilming van de populaire Noorse roman Paarden stelen van Per Petterson.

Gewoon de tijd aan hem voorbij laten gaan. Dat was de achterliggende gedachte van de zelfverkozen eenzaamheid waarin de 67-jarige Trond (Stellan Skarsgård) leeft sinds het overlijden van zijn vrouw. Afgezonderd in de oostelijke bossen van Noorwegen hakt hij nu wat bomen in z’n achtertuin of schuift dikke pakken sneeuw van zijn oprijlaan. Het is 1999, en in het nabije dorp zullen ze de millenniumwisseling vast groots vieren, maar Trond wordt liever ‘fittingly drunk’ in de eenzaamheid van zijn verduisterde woonkamer.

Het Noorse boslandschap is de sleutel tot deze knappe verfilming die de Noorse oudgediende Hans Petter Moland (Zero Kelvin, 1995; In Order of Disappearance, 2014) maakte van de literaire bestseller Paarden stelen. Terwijl hij Tronds levensverhaal nonlineair uit de doeken doet, gebruikt Moland natuurbeelden om heden en verleden door elkaar te vlechten. De gesloten Trond banjert misschien eenzaam over ijzige bospaden, maar in gedachten is hij steeds vaker in 1948, toen hij als vijftienjarige een zomer met zijn vader (Tobias Santelmann) doorbracht in de wildernis. Het plezier van het houthakken en paardrijden slaat om wanneer het dorpje waar ze verblijven door verschillende tragedies wordt getroffen.

Trond heeft nooit helemaal begrepen welke rol zijn vader daarin speelde en als oude man probeert hij de puzzelstukjes in elkaar te passen. Eerst schieten de beelden van toen door zijn hoofd (flashes van zomerse bossen of krioelende mieren), maar een toevallige ontmoeting met buurman Lars (Bjørn Floberg) laat alles weer terugkomen. Want het is Trond meteen duidelijk: dat is dezelfde Lars die in 1948 in het dorpje woonde en die per ongeluk zijn tweelingbroer doodschoot. In de nasleep van het voorval ligt ook de sleutel tot de breuk die hij met zijn vader destijds meemaakte.

Out Stealing Horses (Ut og stjæle hester) is op momenten een stille, ingetogen film, maar kan ook uitgesproken lyrisch zijn. Zo vol met natuurschoon en mooi geobserveerde details, dat je hem misschien wel twee keer zou moeten zien om die rijkheid op waarde te schatten. En al overspeelt regisseur Moland af en toe zijn hand met het doorwrochte beeldenweb dat hij van Tronds geest spint, vaker leidt het tot prachtige scènes waarin iets wezenlijks over de menselijke natuur tot uitdrukking komt. Zoals wanneer Tronds vader hem op het hart drukt dat ondanks dat je je boos kan maken over zaken, je er nooit verbitterd over moet zijn. Een inzicht dat Trond eindelijk weer de ruimte geeft mens te zijn.