Olivier Olivier
Suspense in de provincie
In de nieuwe film van Agnieszka Holland, Olivier Olivier, wordt de kijker geconfronteerd met de duistere krachten binnen een Frans plattelandsgezin.
De film lijkt op het eerste gezicht minder schokkend dan zijn voorganger Europa Europa (1990), over een joodse jongen die bij de Hitlerjugend terecht komt. De Poolse regisseuse maakt echter in haar laatste film wederom duidelijk dat het kwaad juist in gewone mensen schuilt.
“Ik heb in geen jaren een film gezien die me een schok geeft. […] Er zijn teveel beelden en er is te weinig passie”, zei Agnieszka Holland enkele jaren geleden in een interview. Zelf gaat ze in haar films passie en shockerende toestanden niet uit de weg.
Een groot gedeelte van Hollands oeuvre gaat slechts indirect over politiek; het accent ligt meer op de vreemde dwalingen van het menselijk gedrag. En juist dat accent was veel bedreigender voor de Tsjechische en Poolse overheden die de filmcarrière van Agnieszka Holland probeerden te dwarsbomen. Want is een film die uitgaat van het kwaad in de mens niet veel gevaarlijker dan een eendimensionaal politiek pamflet?
Agnieszka Holland bleef na haar opleiding aan de Praagse filmacademie in Tsjechoslowakije, omdat het filmklimaat er beter was dan in Polen. Nadat ze in 1971 een paar weken lang in de Tsjechische gevangenis was beland, keerde ze terug naar Polen. Ze werkte aanvankelijk als Andrzej Wajda’s assistent, onder andere voor diens Man van marmer (1977). Ze debuteerde in 1979 met Acteurs uit de provincie, maar haar volgende twee films Koorts (1980) en Een vrouw alleen (1987) werden verboden in Polen.
Toen in 1981 in Polen de staat van beleg werd afgekondigd, was Holland toevallig in Zweden en nadat ze enkele openhartige interviews had gegeven, besloot ze niet terug te keren naar haar geboorteland. Ze kwam uiteindelijk in Parijs terecht, waar ze aan het scenario van Wajda’s Danton (1982) werkte.
Een paar jaar later maakte ze met voornamelijk Duitse financiering Bittere oogst (1985). Het onderwerp van de film zet alvast de toon voor de rest van het werk dat Holland in ballingschap zal maken. Een bekrompen Duitse katholieke boer biedt onderdak aan een joodse vrouw die op het nippertje aan een concentratiekamp is ontsnapt. Tussen hen ontstaat een gecompliceerde relatie met seksuele ondertonen. Een priester doden (1987) onderzoekt de motieven die een Poolse kapitein ertoe dreven een priester dood te martelen. De absurde belevenissen van Salomon Perel in de Hitlerjugend, net als die van Een priester doden waargebeurd, vormen de basis voor Europa Europa. Stuk voor stuk onderwerpen die de kijker niet onberoerd laten.
Wreedheid
Hollands nieuwste film Olivier Olivier is eveneens gebaseerd op een waargebeurde geschiedenis. De idyllische beginscène waarin Oliver en zijn zus Nadine door het wuivende gras huppelen, is slechts een schijnbeweging van de Poolse regisseuse. Al snel blijkt dat Olivier een ongezond sterke band heeft met zijn moeder en dat Nadine er nog wel eens bij inschiet. Holland zet in een paar scènes een schrijnende situatie neer, die er niet beter op wordt wanneer de kleine Olivier spoorloos verdwijnt. Zijn moeders wanhoop krijgt psychotische dimensies, zijn vader vertrekt naar Tsjaad en zijn zuster ontwikkelt bovennatuurlijke krachten.
De regisseuse legt genadeloos de hartstochtelijke drijfveren binnen het gezin bloot, die op hun hoogtepunt komen als de psychose van de moeder zich op Nadine richt. Ondanks de wreedheid van de moeder ontstaat er na verloop van tijd toch een wankel evenwicht tussen haar en Nadine. Van dit evenwicht blijft weinig over als tegelijkertijd de vader en Olivier terugkeren. Olivier is een Parijse straatjongen geworden die nergens voor terugdeinst, maar zijn moeder is dolgelukkig. Hoewel Nadine en haar vader aanvankelijk hun twijfels hebben, weet Olivier ook hen te overtuigen.
Daarmee is de zaak nog niet opgelost, want Agnieszka Holland snijdt graag uiterlijk vertoon weg en laat de minder fijne kanten van de mens zien. Ze bewijst met Olivier Olivier dat een film niet perse over nazi’s en stalinisten hoeft te gaan om dat te doen.
De manier waarop ze psychologische en uiteindelijk ook fysieke gruwelen laat plaatsvinden in een doodgewoon provinciaal Frans gezin doet soms denken aan de subtiel opgebouwde suspense van Hitchcock. Hollands simpel menselijk drama, in beeld gezet door een heerlijk onopvallende cameravoering, is een welkome afwisseling op films als Wenders Until the End of the World (1991) en Soderberghs KAFKA (1992), waarin de vormgeving het wint van de inhoud. Of zoals Agnieszka Holland het zegt: teveel beelden, te weinig passie. Zelf is ze er in ieder geval niet schuldig aan.