Nothing to Laugh About
Nihilistische stand-up krijgt kanker

Nothing to Laugh About
Komiek krijgt kanker: het Noorse Nothing to Laugh About lijkt in eerste instantie uit een Hollywood-mal gestanst, maar weet toch te raken als cynische tranentrekker.
De ooit succesvolle komiek Kasper ontbreekt het aan inspiratie. Zijn relatie zit in een sleur en van het theater krijgt hij te horen dat hij voortaan alleen nog warming-up-rondes mag draaien. Net op het punt dat het lijkt alsof hij het dieptepunt heeft bereikt, krijgt Kasper een kankerdiagnose.
Komiek Odd-Magnus Williamson, de scenarioschrijver en hoofdrolspeler van Nothing to Laugh About (Ingenting å le av), putte voor de opzet en personages gretig uit de Hollywood-mal. De invloed van Amerikaanse komedies over kanker (The Bucket List, 2007; 50/50, 2011; Me and Earl and the Dying Girl, 2015) zijn voelbaar. Zo is er de clichématige excentrieke vriend en een love interest uit onverwachte hoek. Tevens laat het zich raden dat Kasper zijn ziekte in zijn voordeel zal buigen in een succesvolle stand-up-show.
Ondanks die voorspelbare opzet weet de film in de tweede helft gelukkig toch te verrassen. Dat komt met name door de dramatische scènes, die geleidelijk de overhand nemen op de humor. Halverwege de film organiseren Kasper en zijn nieuwe liefde een surprisefeest voor een lotgenoot. Op de dag van het feestje blijkt zij echter al te zijn gestorven. Er volgt een shot waarin Kasper gebroken voor zich uit staart terwijl de felverlichte partybus komt aanrijden.
Met dergelijke scènes slaat Nothing to Laugh About een cynischer richting in dan de Hollywood-films waarop het verhaal voortborduurt. De film is tweeledig in haar boodschap: de grappen van Kasper zijn een wanhopige overlevingsstrategie en tegelijk zijn redding. De onvoorspelbare bruutheid van kanker gaat de film nergens uit de weg.
Wel heeft scenarioschrijver Williamson, en in het verlengde regisseur Petter Næss, last van ‘tell, don’t show’: in een paar scènes worden de gedachtes van de hoofdpersonen op gekunstelde wijzen in dialogen verwerkt. Ook de verzoeningen tussen Kasper en zijn lotgenoten grenzen aan het melodramatische. Toch werken ze vaker wel dan niet. Je moet haast van staal zijn om het de gehele rit droog te houden.
Naast een tranentrekker blijkt de film ook een karakterschets van een nihilistische figuur die humor gebruikt als schild. Pas nadat zijn eindigheid is aangekondigd, ontpopt Kasper zich tot een liefdevolle en daadkrachtige man die geen tijd heeft voor bullshit. Door mensen recht in de ogen te kijken en zijn eigen situatie met zwarte humor te bagatelliseren, weet hij de levenslust in zijn omgeving aan te wakkeren.