Me and Earl and the Dying Girl

Liefde en film

Me and Earl and the Dying Girl

Me and Earl and the Dying Girl van Alfonso Gomez-Rejon is een tragikomische coming-­of-age-film die ook nog eens over film gaat. Lief, herkenbaar, grappig, maar misschien met iets te veel trucjes.

Om zonder kleerscheuren door het mijnenveld van de middelbare school te komen, vindt Greg manieren om met iedereen door een deur te kunnen: hij high-fivet met de populaire jongens, luistert naar de collectief genegeerde blanke rapper Ill Phil, legt een handje Dominion met de gothic nerds.

Maar met niemand heeft hij echt contact. Totdat zijn moeder hem dwingt om langs te gaan bij de met leukemie gediagnostiseerde Rachel. Ze worden vrienden.

Al vindt Greg dat een moeilijk woord – ‘vrienden’. Zijn beste vriend Earl noemt hij ‘collega’. Samen maken ze parodieën op films. “We nemen een film die we mooi vinden, maken de titel dommer en maken daar dan weer een film over”, legt hij uit in voice-over, terwijl de parodieën op het scherm voorbijkomen: Death in Tennis (naar Death in Venice, Luchino Visconti, 1971), Breathe Less (naar Breathless, Jean-Luc Godard, 1960) en Grumpy Cul-de-Sacs (naar Mean Streets, Martin Scorsese, 1973). De hele film zit vol grappige en inventieve vormgrapjes en filmverwijzingen.

Waar het om vriendschap draaiende coming-of-age-verhaal vrij voorspelbaar is, verveelt de heerlijk inventieve, grappige en eigenzinnige vorm van Me and Earl and the Dying Girl geen seconde. Wie zou zich kunnen vervelen als je een verfilming van Pooping Tom (naar Peeping Tom, Michael Powell, 1960) krijgt voorgeschoteld?