Night on Earth
De beste taxichauffeurs komen uit Limburg

Night on Earth
Night on Earth, de nieuwste film van Jim Jarmusch speelt zich volledig af in de taxi. Vijf korte verhalen over gebeurtenissen in taxi’s, gefilmd in vijf Amerikaanse en Europese steden. Centraal staat de magie van een taxirit, het vluchtige contact tussen chauffeur en passagier. Een connaisseur aan het woord.
New York, 1986. 5:09 ’s ochtends. “Where do you come from?“
“Haarlem”, antwoordde ik, denkend dat hij doelde op waar ik woonde. De chauffeur reageerde abrupt in zo’n zwaar, gerekt New Yorks accent: “I don’t go past 110th street. Not at night.“
“Not Harlem, Haarlem… but I’m going to 96th and Broadway.“
“You’re Dutch?! I don’t believe, man. Say something in Dutch.“
Ik was moe. Na een nacht dansen in de Paradise Garage, downtown, was ik slap, uitgeput en prikkelbaar. Zo’n beetje het laatste waar ik nu zin in had was om mijn bestaansreden aan een of andere vreemde taxichauffeur uit te gaan leggen. Ik wilde een bed zien, en liefst snel. De chauffeur hield vol dat ik iets in het Nederlands moest zeggen. Om vijf uur in de ochtend had hij dat nodig om er zeker van te zijn dat ik niet in de problemen zat. “I’m not Dutch… klootzak.”
Een rauwe, hartelijke lach klonk door de taxi. “Klootzak! Klootzak! I come from Limburg. You know Limburg?” De cabbie wees op een in geel plastic gestoken vergunning op het dashboard. In grote zwarte letters stond er de naam J. VANAKKER. “My name is Joost but everyone here calls me Joe.“
Als je in New York een taxichauffeur treft die een klein beetje Engels spreekt en de stad kent is er sprake van een klein wonder. We sjeesden over Riverside Drive, verhalen en ervaringen uitwisselend. Twee ontheemde mannen, een 45-jarige taxichauffeur uit Limburg en een New Yorker uit Haarlem. Grimmige wolken witte stoom stegen op van onder de straten terwijl we door New Yorks eindeloze nacht reden. Ik stapte uit bij 96th street en betaalde Joost de prijs van de meter: $8.50. Gravend in mijn zakken stuitte ik op een half rolletje van die vreselijke zwarte zoetigheid waar Hollanders zo gek op zijn. “Oh! Drop! Echte Hollandse drop! My night is made, brother!” “Well, I hope my bed is made. Goodnight… brother.“
Iedereen heeft wel een favoriet taxiverhaal. Ik heb er veel. Van New York tot Bangkok. Niets is zo vreemd of opwindend als de ervaring van het rijden in een poor man’s limo door een slaperige wereldstad bij nacht. Alleen bij nacht natuurlijk. Chauffeur en passagier gevangen in een vacuum stilte, terwijl de stad, gezien door vier vuile glaswandjes, aan hen voorbijglijdt. Of chauffeur en passagier verwikkeld in een weggooi-gesprek dat op de raarste momenten weer naar boven komt.
Elke keer als ik een taxi stap, denk ik aan vorige taxiritten. Ik denk aan de uiteenlopende geuren en muziek die ik in een taxi heb ervaren. Aan de maffe, persoonlijke prullaria waar sommige chauffeurs zo gek op zijn. Soms ook angstaanjagende herinneringen. Ik denk aan een vriendin die werd verkracht door een chauffeur in Boston. Ik gluur naar de ogen die weerkaatsen in de achteruitkijkspiegel en vraag me altijd af of hij het misschien was…
De universele stad
Deze associaties en herinneringen gingen door mijn hoofd terwijl ik keek naar Jim Jarmusch’s melancholische en poëtische kleine meesterwerk Night on Earth. Met Jarmusch en zijn cast door vijf wereldsteden rijden is een wonderlijke ervaring. Deze film is zo zinnestrelend en alomvattend dat het zonde is dat hij niet in 3D of Imax-formaat is gedraaid.
Night on Earth is geen roadmovie, en zelfs geen episodenfilm in de conventionele betekenis. Wat we door de ruiten van vijf taxi’s zien van de – onderling door tijd verbonden – vijf kleine ‘komedies’ van Helsinki, Rome, Parijs, New York en Los Angeles, lijkt allemaal één stad te zijn. In elk deel worden ons flarden gegund van een stad die lui aan ons voorbij trekt.
Deze beelden die rustig vanuit een bewegende auto werden gefilmd zijn voor mij, meer dan de grappige, droevige kleine drama’s die zich in de taxi’s afspelen, de mooiste momenten van de film. Martin Scorsese moge de koning zijn van de zogenaamde floating camera, Jarmusch heeft van het tracking shot zijn eigen bizarre handelsmerk gemaakt. Het zijn de vreemdste en meest memorabele momenten in al zijn films. Eszter Balint die met een te grote koffer door de Bowery zeult in Stranger Than Paradise, de Japanse Elvis-junks op weg naar hun hotel langs een desolate straat in Memphis in Mystery Train, of de openingsbeelden van Down by Law van die oude houten New Orleans-huizen blijven lang hangen. In Night on Earth heeft Jarmusch de eenvoud en poëtische kracht van deze ogenschijnlijk neutrale beelden verder ontwikkeld.
De films van Jarmusch zijn in hoge mate voyeuristisch. Nu heeft hij een film gemaakt die bioscoopbezoekers bijna verandert in taxipassagiers. Jarmusch is een stadsregisseur, of beter nog een New York-regisseur. Net als films van die andere New York-stadsfilmers – Scorsese, Spike Lee, Woody Allen en Sidney Lumet – bezorgen zijn films mij altijd een zoet nostalgisch gevoel. Dankzij hen kan men beginnen te begrijpen wat die ongrijpbare en romantische New York state of mind betekent waar Billy Joel over zong en waarom Sinatra zo graag wil ontwaken in een stad die nooit slaapt.
De door Jarmusch met veel succes op alle steden uit Night on Earth toegepaste New Yorkse esthetica leidt tot een diep gevoel van mondiale eenheid. In de beste delen van de film – Helsinki, New York en Parijs – suggereren alleen de talen van de personages een verschil. De modale, donkere, natte straten lezen we als ‘stad’.
De enige misstap in het mondiale stedelijke landschap dat Jarmusch schetst is de episode in Rome. De hoofdrol is hier voor de vervelend grappige en irritant zelfgenoegzame Roberto Benigni. Jarmusch zegt dat hij in dit deel een shot van het Colosseum heeft opgenomen omdat de steden teveel op elkaar gingen lijken. Dat is jammer, want het zijn juist die overeenkomsten die de film zijn poëtische charme geven.
Terwijl ik naar de film keek vroeg ik me af of Amsterdam geschikt zou zijn voor een episode in zo’n film. Visueel is de strook niemandsland langs het IJ heel aantrekkelijk. Helaas zijn Nederlandse taxichauffeurs misschien wel de slechtste ter wereld. Ze willen je altijd voorin hebben, alsof dat een soort privilege is en kennelijk geheel onbekend met het feit dat een taxi de poor man’s limo is. Voor een echte connaisseur is dit niets minder dan een belediging. Ik wil geen ritje maken met een chauffeur, maar door een chauffeur worden vervoerd.
Misschien komen de enige goede Nederlandse taxichauffeurs uit Limburg. Thank god for the Joost Vanakkers of the world and for Jim Jarmusch too.