Moloch

Slim, gelaagd, uitgedokterd

Moloch

De Nederlandse horrorfilm Moloch combineert plot met angst. Een ambitieus streven, zeker in een genre waar plot vaak geofferd wordt zodra gruwel & horror het podium betreden. Maar de vertelstijl van Moloch is te uitleggerig om echt angst aan te jagen.

De Nederlandse horrorfilm Moloch speelt met de standaardtegenstellingen van het horrorgenre: binnen en buiten, verleden en heden, familie en vreemdeling. Met een zekere slimheid zet de film deze concepten op zijn kop – waar het gevaar lijkt te liggen, blijkt juist de veilige haven te zijn en vice versa – maar de film is te uitgedokterd om echt te slagen als horrorfilm. Dat neemt niet weg dat het bijzonder is om een horrorfilm te zien die niet alle plot overboord gooit zodra het eng begint te worden.

Toen Betriek (Sallie Harmsen) nog een kind was, zat ze opgesloten in de kast terwijl haar oma boven werd vermoord. Dertig jaar later komen deze herinneringen bovendrijven wanneer een vreemde man het huis, waar ze woont met haar bejaarde ouders en haar dochter, binnendringt en daar probeert haar moeder aan te vallen.

Moloch draagt zijn kennis van het horrorgenre als een eremedaille. Het speelfilmdebuut van regisseur Nico van den Brink haalt onder meer inspiratie uit het werk van Ari Aster, met name zijn debuutfilm Hereditary (2018), met een thematische focus op geestesziekten, het occulte en intergenerationele trauma’s en een interesse in het psychologische aspect van horror.

Moloch slaagt vooral in het neerzetten van een griezelige sfeer, geholpen door de Drentse veenlandschappen en muziek van Ella van der Woude. Maar uiteindelijk is de film te recht voor zijn raap om echt angst in te boezemen. Horrorfilms werken het best met een zekere ambiguïteit, iets onverklaarbaars of – beter nog – iets wat kijkers doet twijfelen aan hun eigen waarneming. Het scenario van Van den Brink en coscenarist Daan Bakker is dan wel gelaagd, maar heeft toch de neiging om te veel te verklaren. Dat breekt de spanning. Zo zegt Betriek al vrij snel dat haar familie vervloekt is – wat de kijker ook best zelf had kunnen concluderen. Ook het einde is iets te lang en voor de hand liggend om echt verontrustend te zijn.

Met Moloch geeft Van den Brink een voorproefje van wat een Nederlandse horrortraditie zou kunnen worden. Het is misschien niet op alle vlakken geslaagd, maar de poging tot een gelaagde, plotgedreven Nederlandse horror stemt hoopvol.