Mank

Vileine liefdesbrief aan Hollywood

David Fincher, koning van de digitale cinema, recreëert nauwgezet de analoge filmstijl van Hollywoods Gouden Jaren voor Mank, waarin we zien hoe Herman J. Mankiewicz het scenario van Citizen Kane schreef.

De makers van The Simpsons kopieerden in de loop der jaren zo veel shots en scènes uit Orson Welles’ eeuwige klassieker Citizen Kane (1940), dat ze onder elkaar grapten dat je inmiddels de hele film opnieuw zou kunnen samenstellen uit hun animatiebeelden. Ze zijn lang niet de enigen. Dankzij Kane’s status als beste film aller tijden, en de destijds baanbrekende beeldvoering, is de film eindeloos aangehaald, gekopieerd en geplagieerd. Zie deze maand ook Rifkin’s Festival, waarin Woody Allen uitgebreid knipoogt naar een slee van ene ‘Rose Budnick’.

Dus wat heeft David Fincher toe te voegen aan die tachtig jaar verwijzingen met zijn Netflix-productie Mank? Een hele hoop, blijkt. Mank toont hoe Herman J. Mankiewicz de eerste versie van het scenario van Citizen Kane schreef, geïnspireerd door zijn jaren achter de schermen in Hollywood. Mankiewicz wordt gespeeld door Gary Oldman, die werkelijk geen steek op de echte Mankiewicz lijkt en toch geknipt is voor de rol. Terwijl de dankzij een auto-ongeluk aan bed gekluisterde auteur werkt aan het scenario, zien we flashbacks naar zijn aanvaringen met grootheden als studiohoofd Louis B. Mayer en vooral krantenmagnaat William Randolph Hearst (Charles Dance) en diens geliefde, actrice Marion Davies (Amanda Seyfried). En we zien hoe hij van gevierd wonderkind afzakt tot Hollywoods hofnar.

Mank emuleert niet alleen de hink-stap-springende structuur van Citizen Kane, maar ook de stijl. In glorieuze zwart-witbeelden en galmende mono-audio wordt nauwgezet het analoge gevoel van een film uit Hollywoods Gouden Jaren nagebootst – tot en met de cigarette burns die de overgang tussen twee spoelen aangeven en het bijbehorende gekraak op de audioband, voor Fincher “een van de meest troostrijke geluiden in het leven”.

setbeeld Mank

Sardonisch
Ho even – gaat David Fincher, de koning van de digitale cinema, hier nu analoog? Nee, niet precies. Mank werd digitaal gedraaid, met de gloednieuwe Monstro Monochrome-camera van producent RED, speciaal ontwikkeld voor zwart-witopnamen. Mank is dus geen recreatie met de apparatuur van toen, zoals bijvoorbeeld Steven Soderbergh deed voor The Good German (2006), maar een film die nadrukkelijk is gemaakt met de middelen van nu – en bovendien is gemaakt voor streamingdienst Netflix, hofleverancier van nullen en enen (die ongetwijfeld hoopt dat Fincher hen na hun eerste Emmy nu ook hun eerste Oscar voor Beste Film gaat bezorgen).

De zorgvuldig geënsceneerde ‘oudheid’ van Mank is dus eerder een sardonische grap. Dat strookt prachtig met de vileine liefdesbrief aan Hollywood die de film is. De magie van de cinema, oreert studiobaas Mayer in de film, is dat wat de kijker koopt toch het eigendom blijft van de verkoper. Terwijl je ernaar kijkt, vervliegt waar je voor betaald hebt voor je ogen. Zo was het toen op celluloid, zo is het nu in pixels, en zo zal het vast ook blijven als we straks met zijn allen naar hologrammen kijken.

Eerste versie
Mank is een liefdesbrief aan Hollywood, maar dan niet één uit de roze wolk van een ontluikende relatie. Het is een liefdesbrief aan een geliefde die je door en door kent, met alle gebreken en onhebbelijkheden, die je soms haat en desondanks liefhebt. Zie ook het feit dat Fincher zich voor de komende vier jaar exclusief aan Netflix verbond.

Niet alleen als liefdevol staaltje happen naar de baas is Mank een lang gekoesterd droomproject voor Fincher. Citizen Kane was, vertelt hij in interviews, de favoriete film van zijn vader, de man die hem zijn filmliefde meegaf. Vader Jack Fincher, overleden in 2003, schreef ook het scenario voor Mank. De eerste versie was er al in de jaren negentig, nog voordat Fincher zijn eerste speelfilm maakte. Toen identificeerde de jonge Fincher zich te veel met Welles om de film vanuit het perspectief van Mankiewicz te kunnen maken. Inmiddels is de regisseur bijna zo oud als zijn vader was toen hij het schreef.

Mank draait ook om de strijd tussen de meerdere auteurs van een film. De film betoogt niet, zoals veel critici nu gemakzuchtig melden, dat Mankiewicz in zijn eentje het scenario voor Citizen Kane schreef (die theorie van critica Pauline Kael werd al lang geleden weerlegd). We zien Mankiewicz nadrukkelijk slechts de eerste versie van het scenario schrijven; Mank eindigt als het werk van Welles begint.

De legendarische regisseur komt in slechts een paar scènes opduiken. Maar een van de hoogtepunten in de film is een confrontatie tussen de twee waarin de schrijver alsnog om de credits vraagt die hij eerder contractueel had afgestaan – een scène die uitzonderlijk scherp neerzet wat het betekent om samen iets te creëren. Het gesprek loopt uit op een schreeuwende ruzie en tijdens (of beter: dankzij) die ruzie krijgt Mankiewicz een ingeving over de slokakte van de film. De schrijver grijpt pen en papier, en terwijl Welles ziedend en met meubilair smijtend de kamer uit stormt, bijt de regisseur hem nog net toe: “Misschien heb je gelijk.” Haat en liefde, alles ineen.