Mademoiselle de Joncquières

Wraak van een dame

Een onafhankelijke weduwe verliest haar hart aan een flierefluiter en probeert zich te wreken in dit charmante, maar iets te keurige Franse kostuumdrama.

Eerst de pluspunten: met Mademoiselle de Joncquières is niets mis. Regisseur Emmanuel Mouret baseerde zijn script op een vertelling uit de roman Jacques le fataliste van de Franse radicale Verlichtingsfilosoof Denis Diderot uit 1784 en destilleerde ruim anderhalf uur tinkelende, psychologisch fijnzinnige dialogen – precies wat je hoopt bij een Franse film die zich afspeelt in de achttiende eeuw. Actrice Cécile de France is als Madame de La Pommeraye veruit het meest aan het woord, en verstaat de kunst van het geraffineerd veinzen en verhullen.

De jonge weduwe Madame de La Pommeraye voelt er niets voor zich opnieuw aan een man te binden; ze herschikt eindeloos bloemen in vazen op haar landgoed en vindt het wel best zo. Als de Marquis des Arcis op bezoek komt en zijn vertrek steeds uitstelt, valt ze langzaam maar zeker voor zijn charmes, ondanks herhaalde waarschuwingen over zijn reputatie als rokkenjager. Acteur Edouard Baer maakt van de markies meer een verstrooid ei dan een gevaarlijke jager en hun band doet daardoor eerder vriendschappelijk aan dan gepassioneerd, maar toch is Madame gebroken als zijn affectie bekoelt. Ze verzint een ingewikkelde vorm van sociale wraak: met inzet van een aan lagerwal geraakte moeder en haar mooie dochter, de jongedame uit de titel, zal ze de markies zonder dat hij het weet laten trouwen met een hoertje.

De feministisch bedoelde statements van Madame de La Pommeraye – ze beschouwt haar revanche als een daad ten gunste van álle vrouwen – zijn prominent in het script verwerkt, maar worden tenietgedaan door de ontknoping. Zonder te veel te verklappen: de markies bevrijdt zichzelf van de angst voor een schandaal en eindigt met een kans op geluk, Madame blijft alleen achter. Zelfs in bijzijn van haar beste vriendin verstijft ze nu in een alles verhullende glimlach, haar hart voor eeuwig op slot.

Hoe komt het dat Mademoiselle de Joncquières wel amuseert, maar niet ontroert? Waarschijnlijk ligt de reden deels buiten de film zelf; wie genoten heeft van het in hetzelfde jaar vervaardigde The Favourite van Yorgos Lanthimos, is niet meer zo vatbaar voor het historisch escapisme dat kostuumfilms vanouds plegen te bieden. In The Favourite bleken de bewoners van kastelen ook maar gewoon mensen, in vaal daglicht worstelend met lastige lichamen en barse humeuren. Daarbij vergeleken is Mademoiselle de Joncquières een stap terug – zo waren we het immers gewend, de rozige gloed en perfecte kapsels, de in piep-hapjes genuttigde, fotogenieke feestmalen. Een tijd waarin zelfs bordelen eruitzagen als vriendelijke herbergen.