Luca

Nat achter de oren

  • Datum 15-06-2021
  • Auteur Boyd van Hoeij
  • Thema Thuiskijken
  • Gerelateerde Films Luca
  • Regie
    Enrico Casarosa
    Te zien vanaf
    29-03-2024
    Land
    Verenigde Staten, 2021
  • Deel dit artikel

Luca

Een jong en onschuldig onderwaterwezen dat verandert in een klunzige mensenjongen als hij aan land komt, dat is de basis voor de nieuwe Pixar-film Luca. Het gegeven is natuurlijk puur Pixar, omdat het al de veranderingen die je als tiener ondergaat koppelt aan een sterke visuele metafoor. Maar de coming-of-age animatiefilm voelt toch vaak net iets te gerecycled aan.

Luca Paguro (Jacob Tremblay deed de Amerikaanse stem) is een schuchtere maar toch ook nieuwsgierige tiener zoals er miljoenen op aarde rondlopen. Alleen loopt Luca niet rond – hij zwemt liever. De aquatische melkmuil is een turkoois, amfibisch wezen met niet alleen vinnen maar ook twee armen en poten, en met een kop haar die eruit ziet als een soort rode kool na een krulspeldenbehandeling.

Luca’s ouders blijven maar hameren op het feit dat hij op moet passen voor de gevaarlijke mensen, die hem willen vangen en doden. Dat is geen fake news want de inwoners van het schilderachtige (fictieve) Ligurische vissersdorpje Portorosso zien de wezens van Luca’s familie als gevaarlijke “zeemonsters”. Voor iedereen die minstens één Pixar-film gezien heeft is het vanaf het begin aan duidelijk dat Luca natuurlijk wél aan land zal gaan.

Vespa
Wat de leuke twist is van scenarioschrijvers Jesse Andrews en Mike Jones (de laatste schreef ook mee aan Soul, 2020) is dat Luca zich helemaal niet hoeft te vermommen om voet aan het zonnige land te kunnen zetten. Hij verandert namelijk op magische wijze in een mens zodra hij uit het water klimt; heel praktisch! De jongen sluit vriendschap met Alberto Scorfano (Jack Dylan Grazer), een leeftijdsgenoot wiens vader hem al een eeuwigheid geleden aan zijn eigen lot overliet. De twee raken beiden verliefd op het idee om samen op een Vespa de wereld in te trekken (noemen we dit nog product placement of is Luca eigenlijk een reclamespot van anderhalf uur?).

Het tweetal wordt een drie-eenheid als ze Giulia (Emma Burman) leren kennen, een slimme meid die op haar toekomst is voorbereid maar wier naam – Giulia is de grote-mensenversie van de naam Giulietta, oftewel Julia uit Romeo & Julia – toch een beetje onheilspellend klinkt. Het feit dat haar vissende vader (Marco Barricelli) thuis een muur vol harpoenen heeft hangen, belooft ook niet veel goeds.

Olietanker
Omdat Pixar Pixar is, zit het script uitgekiend in elkaar. De personages en hun leefwereld worden vakkundig voorgesteld, hun zwaktes én groeimogelijkheden worden netjes gesuggereerd en Luca is misschien niet moeders mooiste – tenminste, als hij onderwater ronddartelt – maar hij is wel grappig en aandoenlijk. Alle elementen die de (Italiaanse!) regisseur Enrico Casarosa en zijn scriptschrijvers hier bij elkaar gesprokkeld hebben, werken op papier vrij goed samen, maar ze voelen wel erg bekend aan (net als de lieve maar klassieke animatiestijl trouwens, die net dat beetje originaliteit mist van de beste Pixar-films).

Men neme een vleugje Shape of Water, daar een snufje Snorkels, een hintje Call Me By Your Name (geen perziken natuurlijk maar ook hier een scène op een Italiaans treinstationnetje waarbij niemand het droog zal houden) en een hele olietanker vol trucs uit eerdere Disney-titels, van Finding Nemo en Dory tot Coco en De kleine zeemeermin. Scènes op fietsen en Vespa’s geven Casarosa een excuus voor wat actie en meer ‘camerabewegingen’, maar die momenten voelen vaak net niet spontaan genoeg aan. De boodschap dat je vooral niet naar de boze/bange stem in je eigen hoofd moet luisteren is ook niet nieuw en wordt verder ook niet uitgewerkt. Voor een film die vaak het water in duikt, blijft alles nogal aan het oppervlak hangen.

Het lukt Casarosa ook niet om de humor, die de hele familie aan moet kunnen spreken, goed in balans te houden. De Italiaanse personages schelden er op los en gebruiken daar Italiaanse kaasnamen voor (“Santa Mozzarella!”, “Santa Gorgonzola!”, …), wat kleine kinderen niet zullen begrijpen maar voor volwassenen na twee keer al niet origineel meer is, terwijl de halve kaaswinkel dan nog aan bod moet komen. Maar naast dingen die té obvious zijn, doet Casarosa ook het tegenovergestelde. Zo betekenen de achternamen Paguro en Scorfano respectievelijk ‘heremietkrab’ en ‘schorpioenvis’; twee zeedieren die beiden zo hun zwaktes hebben in het water (heremietkrabben gebruiken de schelpen van anderen als pantser en schorpioenvissen hebben geen zwemblaas en kunnen daardoor niet goed zwemmen). Maar behalve Italiaans sprekende biologen of lezers van deze recensie zal deze overeenkomst waarschijnlijk niemand duidelijk worden.

Genoegen
En alhoewel een tekenfilm natuurlijk geen documentaire hoeft te zijn, voelt de setting van de film ook nooit authentiek aan. Portorosso is een soort Italiaans-Amerikaanse pretparkversie van een pittoresk toeristendorpje dat het goed zou doen op AirBnB en Instagram. Het is niet precies duidelijk wanneer het verhaal zich afspeelt; op de stadsmuren hangen posters voor films van Fellini en Wyler, op televisie zien we een film van Monicelli en natuurlijk komen liedjes van Maria Callas (niet in het Italiaans, maar natuurlijk kun je geen film maken over Italië zonder een stukje opera) en Mina voorbij. Smartphones en het internet zijn uit den boze.

Er zijn andere vreemde dingen aan de hand. ‘Pasta eten’ heeft hardlopen vervangen in wat een ‘Italiaanse triatlon’ wordt genoemd. Dat is leuk omdat een vreemd zeewezen (of de gemiddelde toerist in Italië) geen idee heeft hoe je lange pasta eet met alleen een vork. Maar aangezien de meeste triatleten uit het dorp komen, lijkt dit niet erg logisch en zegt het eerder iets over hoe makkelijk Pixar authenticiteit opoffert om plaats te maken voor grappen en motieven die na jarenlang films maken elke keer opnieuw als beste uit de test(screenings) zijn gekomen.

Het feit dat er zoveel waar-heb-ik-dat-meer-gezien-momentjes in de film zitten doet uiteindelijk afbreuk aan de emotionele rode draad die het verhaal overeind moet houden. De bromance van Luca en de naïeve maar lieve Alberto en de relatie van Luca met de wereldwijze Giulia zijn te weinig onderlegd en niet ver genoeg verwijderd van bekende clichés om constant te ontroeren. Een aantal keren spat het gevoel van duizelingwekkend genoegen dat de beste Pixar-films typeert van het scherm, zoals tijdens een rit door het heelal en bij de eerdergenoemde scène op het treinstation. Maar deze uitschieters zijn uitzonderingen die je doen realiseren dat Pixar deze magische momenten niet altijd over anderhalf uur weet uit te rekken.