L’origine du mal

Familie als vergif in je bloed

L’origine du mal

Wat is de oorsprong van het kwaad? In speelse thriller met een knipoog L’origine du mal is dat een steenrijk gezin. In deze vrolijke potpourri van Agatha Christie, Claude Chabrol en een vleugje Hitchcock is niets wat het lijkt.

Hoe symbolisch willen we het hebben? Als we in een film een vleesetend plantje een vlieg zien vangen, hoef je geen profeet te zijn om te weten dat het met een aantal personages niet goed zal aflopen. Die symboliek ligt er in L’origine du mal dik bovenop, maar die over the top-sfeer is juist de charme van de film.

L’origine du mal is het soort film dat een paar decennia geleden postmodern genoemd werd. De ironie en knipogen naar genres en stijlen wekken de indruk van een zelfbewuste retrofilm, die doet denken aan het vroege werk van François Ozon – vooral het ontsporende zwart-komische familiedrama Sitcom (1998) en het moordmysterie 8 femmes (2002). Ook die films gingen vrolijk aan de haal met de genres familiedrama en moordmysterie.

L’origine du mal voert veertiger Stéphane op (nieuwe Franse ster Laure Calamy, zie ook Les Cyclades), die de schamele kost verdient in een visfabriek. Haar vader heeft ze nooit gekend, want die liet haar en haar moeder kort na haar geboorte in de steek. Als ze erachter komt dat hij steenrijk is, zoekt ze contact met hem. Hij blijkt met zijn spilzuchtige tweede vrouw, secreet van een dochter, mokkende kleindochter en glurende huishoudelijke hulp in een villa op een eilandje aan de Franse Riviè­ra te wonen. Dat Stéphane door hen vijandig wordt bejegend is zacht uitgedrukt.

Bij Claude Chabrol zou dit leiden tot een venijnig drama, dat het vileine gedrag en de hypocrisie van de Franse gegoede burgerij fileert. L’origine du mal houdt het lichtvoetig. De speelse thriller zet met aanstekelijk plezier de kijker voortdurend op het verkeerde been. Niets is wat het lijkt, te beginnen met Stéphane. Wie is deze vrouw? Wat wil ze? Waarom is ze niet kwaad op haar vader, die zich nooit om haar en haar moeder bekommerde, maar papt ze met hem aan? En wie is de vrouw die ze in de gevangenis bezoekt?

En dan de andere familieleden, op de kleindochter na allemaal naargeestige types die elkaar beliegen en bedriegen. Waarom haten ze elkaar? De patriarch zegt dat zijn vrouw hem al irriteert als ze gewoon ademt. En passant ontpopt hij zich als antisemiet door de Joodse hulp van stelen te beschuldigen: “Ze is zoals alle Joden.” We snappen de kleindochter, die zegt: “Voor mij is familie het ergste dat er is. Het is vergif in je bloed.” En dan moet de onthullende finale van de film nog komen. Klinkt zwaar, maar L’origine du mal bakt er een luchtige cake van.