Little Fires Everywhere

Licht ontvlambare moeders

De recente bestseller van Celeste Ng over moederschap, wit privilege en racisme in Amerika, Little Fires Everywhere, is nu een miniserie bij Amazon. Acht uur lang vliegen Reese Witherspoon en Kerry Washington, als twee jaren-negentigmoeders in een modelbuitenwijk, elkaar in de haren. Zo romanesk en verfijnd als in het boek wordt het helaas niet maar lekker – en heel actueel – kijkvoer is het wel.

“Iedereen vertelt een verhaal, Isabelle, of ze het nu toegeven of niet”, zegt de ogenschijnlijk perfecte, hoogblonde moeder van vier, Elena Richardson (Witherspoon), tegen haar tienerdochter, Izzy (Megan Stott). De vioolspelende, rebelse puber – die eerder voor een concert ‘not your puppet’ op haar voorhoofd had gekalkt om haar moeder in het publiek te jennen – krijgt verder te horen dat “als het verhaal niet klopt, dan moet je het veranderen”.

In deze korte scène gaat het specifiek over een gerucht dat op school de ronde doet over Izzy. Het is niet echt een gesprek maar eerder een monoloog. Elena heeft moeite om tot haar wispelturige dochter door te dringen, dus profiteert de helikopterouder van het feit dat Izzy haar tijdens een autorit niet kan ontsnappen. Maar die paar zinnen levenswijsheid tippen tegelijkertijd ook een van de grote thema’s van Little Fires Everywhere aan, namelijk dat er geen absolute waarheid bestaat over wat voor soort persoon ieder precies is – iedereen is eigenlijk constant zijn of haar verhaal aan het herschrijven.

Het verhaal van hoe je je gedraagt en hoe je op dingen reageert, schrijf je tenslotte grotendeels zelf. Elk mens bepaalt wat ze aan elke persoon die ze kennen van zichzelf laten zien, hoe ze dingen presenteren en wat ze liever verbloemen, verzwijgen of verdraaien. En niet iedere persoon krijgt precies hetzelfde van je te zien. Je bent duidelijk niet dezelfde persoon voor je oudere modeldochter die van Yale droomt en al jaren een vriendje heeft als voor je nukkige jongere dochter die geen toekomstplannen lijkt te hebben behalve je graag in het openbaar voor schut te zetten.

Speelruimte
Dit inzicht is niet direct iets nieuws. Maar Little Fires Everywhere, zowel het boek alsook de serie, gaat niet zozeer over hoe iedereen verschillende versies van zichzelf heeft. Nee, het gaat vooral over de dingen die we in de speelruimte tussen al die nét verschillende versies van onszelf opzettelijk kunnen verbergen of minstens uit het oog kunnen of misschien ook wel wíllen verliezen.

Het eerste instinct van Elena als ze een Afro-Amerikaanse vrouw in een afgedankte Volkswagen vol met haar hele hebben en houwen op een parkeerplaats in Shaker Heights ziet, is de politie bellen. Wat doet die donkere onbekende in haar lommerrijke, toch wel vrij leliewitte buitenwijk van Cleveland? Deze vrouw is Mia Warren (Washington), een impulsieve kunstenaar die met haar naar standvastigheid snakkende tienerdochter Pearl (Lexi Underwood) elke paar maanden verkast. Richardson komt haar niet veel later weer tegen als ze een appartementje dat ze verhuurt komt laten zien aan een potentiële bewoner: Mia.

Ondanks het feit dat Mia geen vast inkomen heeft en ze het per maand en niet voor minstens een jaar wil huren, besluit Elena deze alleenstaande moeder die een droomberoep heeft – “Kunstenares? Dat zie je alleen op televisie!” – te helpen. Want natuurlijk, zo zie je haar denken, is ze geen racist.

Maar als Elena Brian (Stevonte Hart), het Afro-Amerikaanse vriendje van haar oudere dochter Lexie (Jade Pettyjohn), voorstelt aan Pearl en zegt dat de twee “vast heel veel gemeen hebben”, is het lastig te ontkennen dat er een racistisch randje aan deze zogenaamd onschuldige opmerking kleeft. De acht scenarioschrijvers, op één na allemaal vrouwen, laten dit idee naklinken in het gedrag van Lexie, die net als haar moeder een goedlachse streber is en die ervan overtuigt is dat ze geen racist kan zijn omdat ze al jaren met Brian aan het daten is. Hoe Lexie zich gedraagt tegenover Brian, Pearl en haar vader en moeder nadat ze haar toelatingsessay voor Yale heeft geschreven spreekt boekdelen over wat ze allemaal probeert weg te moffelen in de spleten tussen de verschillende versies van het verhaal dat ze over zichzelf vertelt.

Gedurfde keuze
In het boek zit het thema racisme wat verder weggestopt dan in de serie. Dit komt deels doordat Mia in het boek niet Afro-Amerikaans is. Veel van de racismevraagstukken worden pas echt behandeld als Mia in contact komt met de illegale Chinese immigrante Bebe Chow (Lu Huang), die net als Mia bij een lokaal Chinees restaurant werkt. Een jaar eerder liet Bebe haar baby van pure wanhoop achter bij een brandweerkazerne (in een flashback zien we het lichtjes sneeuwen en fonkelen de gekleurde kerstlampjes goedmoedig, alsof iemand een kind te vondeling legt in een prent van Anton Pieck). Maar nu ze haar leven weer een beetje op de rails heeft gekregen, wil ze haar baby, die ondertussen geadopteerd is door een witte familie, terug en vraagt ze Mia om hulp.

Moederschap en kwesties van geld, stand en klasse, huidskleur en immigratiestatus komen hierdoor in één centrale verhaallijn samen, waardoor de subplots eromheen deze thema’s ook los van elkaar kunnen ontwikkelen, wat in het boek vaak interessante contrasten oplevert en de verschillende plots verder verstrengelt. Doordat Mia en Pearl als Afro-Amerikanen echter ook constant met racisme geconfronteerd worden, wordt deze kwestie eerder en veel duidelijker aangescherpt in de televisieversie. De keuze lijkt gedurfd en logisch, omdat je zelfs in acht uur niet een hele roman kunt behandelen en omdat je tussen verschillende afleveringen een thematische rode draad nodig hebt. Maar het verder aandikken van dit specifieke onderwerp maakt de serie ook zwaarmoediger dan het boek.

Perfecte façades
In de eerste drie uur van de serie die beschikbaar waren voor de pers voelt vrijwel elk moment cruciaal aan, waardoor de toon van het verhaal extreem beladen en serieus wordt. Dat is geen probleem voor door de wol geverfde actrices zoals Witherspoon en Washington, die begrijpen dat hun rollen een aantal tandjes voorbij het realisme moeten worden gespeeld omdat het om archetypes en existentiële vraagstukken gaat die de persoonlijke details van hun personages overstijgen. De jongere cast is juist naturalistisch, wat een merkwaardig contrast oplevert tussen de serieusheid van de thema’s en hun luchtigere manier van spelen en tussen het spel van de jongere generatie en hun moeders.

Desalniettemin smaken de drie uur naar meer. Het verhaal is lekker sappig en de thema’s zijn nu nog veel actueler dan in de jaren negentig waarin deze geschiedenis zich afspeelt. De Anton Pieck-versie van de Amerikaanse buitenwijken is ook zo perfect in beeld gebracht, vaak in warm gloeiende shallow focus, dat je gewoon weet dat minstens een van de personages al die perfecte façades eens flink in de fik zou willen steken.