Light as Feathers

Opgroeien in een weinig voedzaam nest

Rosanne Pel maakt een ogenschijnlijk bescheiden, maar in uitvoering gewaagd en adembenemend intiem debuut dat tast naar de oorzaken van seksueel misbruik.

In de openingsscène van Light as Feathers, het speelfilmdebuut van Rosanne Pel, weigert een moederhond haar pups te voeren. Hoezeer tiener Eryk haar ook paait, ze blijft zich schuchter wegdraaien van haar gebroed. De scène zet perfect de toon voor de film die zal volgen: warm en toch hardvochtig, luchtig en toch serieus, met evenveel liefde voor alle partijen in die kleine conflict.

Ook Eryk is opgegroeid in een weinig voedzaam nest, blijkt al snel. In een klein huis in een Pools gehucht leeft hij samen met zijn jonge, alleenstaande moeder, zijn oma en zijn dementerende overgrootmoeder. Helemaal gezond is de relatie met zijn moeder ook niet – wanneer ze hem plagerig vraagt of hij een meisje op het oog heeft, vraagt ze meteen ook: “Is ze mooier dan ik?” Had ze maar wat beter doorgevraagd. De vijftienjarige Eryk heeft inderdaad een oogje op een meisje – zijn dertienjarige buurmeisje Klaudia. Maar zijn liefde kanaliseren heeft hij nooit geleerd, noch de grenzen tussen intimiteit en misbruik.

Pel trok naar Polen vanwege de aantrekkingskracht van de ganzenboerderijen waar de arme beesten levend worden geplukt. Maar de grootste troef die ze er vond was haar hoofdrolspeler Erik Walny, die in al zijn stugheid en ongrijpbaarheid een magnetische aanwezigheid blijft. Net als de andere niet-professionele acteurs in de film speelt hij een rol die, op het centrale drama na, dicht bij hemzelf ligt. Het resultaat is een gevoelige en intieme film, die een uiterst actueel onderwerp van een onverwachte kant belicht.

Light as Feathers komt opvallend genoeg uit in dezelfde week als Regained Memory van Stijn Bouma. Er zijn gelijkenissen: beide makers ontwikkelden hun films tijdens hun filmopleiding (Pel in de Master van de Filmacademie, Bouma op de filmschool van Béla Tarr), beiden draaiden in het voormalig Oostblok, en beiden zoeken duidelijk aansluiting met de beste tradities van de Europese artfilm.

Toch is er één groot verschil: Bouma’s film gaat de bioscopen in, terwijl Pel het (nota bene na te zijn geselecteerd voor het prestigieuze filmfestival van Toronto) moet stellen met een streaming-only-release via Picl. Daar leek het tenminste in eerste instantie op – geen distributeur pikte de film op – maar inmiddels staan toch enkele losse bioscoopvertoningen in de planning. Je zou er bijna toch weer de term glazen plafond bij gaan halen. Want zonder Bouma’s geweldige film iets te misgunnen: ook Pels veelbelovende debuut had wel wat meer bioscoopdoeken verdiend.