Left-Handed Girl
Handgemeen in Taipei
Left-Handed Girl
In Left-Handed Girl, een film die regisseur Shih-Ching Tsou ruim twintig jaar met zich meedroeg, verwerkt ze de vooroordelen waarmee zij als linkshandig kind in Taiwan werd geconfronteerd.
Het is verleidelijk te denken dat de hand van filmmaker Sean Baker duidelijk te herkennen is in Left-Handed Girl, de eerste solo-regie van Shih-Ching Tsou. Baker (The Florida Project, 2017; Anora, 2024) is coscenarist en tekende ook voor de montage, die het energieke gevoel van nog net gecontroleerde chaos heeft die ook zijn eigen films kenmerkt.
Maar evengoed kun je met terugwerkende kracht zeggen dat de hand van Tsou duidelijk te herkennen is in Bakers films. De twee regisseerden samen hun doorbraakfilm Take Out (2004) en Tsou was vervolgens producent voor meerdere van Bakers films, waaronder het net als Left-Handed Girl volledig op iPhones gedraaide Tangerine (2015).
Oorspronkelijk zou Left-Handed Girl (Zuopiezi nuhai), waarvoor Tsou’s eigen jeugd als linkshandige in Taiwan het startpunt vormt, zelfs hun eerste film samen worden. Het project bleek echter te groot om gefinancierd te krijgen. Ze maakten in plaats daarvan het kleinschalige Take Out en vervolgens nam Bakers carrière een steeds grotere vlucht. Maar voor Tsou bleef het verhaal van Left-Handed Girl altijd sudderen.
Dat verhaal draait om de jonge alleenstaande moeder Shu-Fen en haar twee dochters, de vijfjarige I-Jing en tiener I-Ann. In de openingsbeelden zien we hoe zij Taipei binnenrijden; ze verhuizen terug naar Shu-Fens geboortestad na een onuitgesproken crisis. I-Jing ziet “een magische plek” in de metropool, maar boven I-Anns hoofd hangen donderwolken en voor Shu-Fen is de plotselinge nabijheid van haar ouders, broer en zussen vooral frustrerend.
Terwijl Shu-Fen een eetkraampje op de markt draaiende probeert te krijgen, houdt haar traditioneel ingestelde vader de linkshandige I-Jing voor dat ze haar dominante hand niet meer mag gebruiken, omdat dat haar ‘duivelshand’ is. Het speelse meisje neemt die boodschap wat al te letterlijk en voert vanaf dat moment al haar meest ondeugende impulsen met links uit – totdat dit een tragische wending neemt.
Ook de Taiwanees-Amerikaanse Tsou groeide als linkshandige op in een maatschappij waar dat gezien wordt als iets dat ‘gecorrigeerd’ moet worden. Hoewel ook de perspectieven van I-Ann en Shu-Fen de ruimte krijgen, kijkt Left-Handed Girl dan ook vooral door de ogen van de jonge I-Jing naar de wereld – vandaar de bonte, verzadigde kleuren waarin de film baadt.
Het warm kloppende hart van de film ligt – naast de levendige nachtmarkt waar grote delen zich afspelen (hier komt de iPhone-cinematografie volledig tot zijn recht) – in de relatie tussen verschillende generaties vrouwen. Allereerst Shu-Fen en haar twee dochters, maar ook Shu-Fens moeder, die haar eigen manier heeft gevonden om zich aan de traditionele maatschappelijke rollen te onttrekken.