LE VOYAGE DU BALLON ROUGE

  • Datum 18-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films LE VOYAGE DU BALLON ROUGE
  • Regie
    Hou Hsiao-hsien
    Te zien vanaf
    01-01-2007
    Land
    Frankrijk
  • Deel dit artikel

Hou Hsiao-hsien IFFR 2008 (foto Angelique van Woerkom)

De Taiwanese grootmeester Hou Hsiao-hsien ging naar Parijs om een film te maken over een schilderij. Het werd een film over een andere film — de klassieker le ballon rouge — en het schilderij vond hij er gelukkig ook nog bij, vertelde hij vorig jaar aan de Filmkrant in Cannes.

Nadat hij voor zijn Ozu-hommage café lumière (2004) naar Tokio trok is de Taiwanese filmmaker Hou Hsiao-hsien filmisch reislustig geworden. Hij had nooit gedacht dat hij dat kon, een vreemde stad filmen, op dezelfde manier als hij altijd mensen filmt die in andere culturen en landen leven, vertelde hij vorig jaar aan de Filmkrant in Cannes, daags na de première van zijn Parijse film le voyage du ballon rouge. Maar eigenlijk is er niet zo’n verschil tussen hoe mensen in Taiwan en elders in de wereld denken en leven, ontdekte hij. En ook niet in de manier waarop hij dat filmen kan: "Ik ben gewoon op dezelfde manier begonnen als altijd, met het zoeken naar heel specifieke locaties en details. Pas als ik die heb kan ik echt met het scenario beginnen."
In dit geval speelt Hou een beetje vals. Want le voyage du ballon rouge ontstond niet uit een wandeling door een stad, uit een zoektocht naar veelbetekenende plekken, maar uit de vraag van het Parijse Musée d’Orsay om ter gelegenheid van de 20ste verjaardag van het museum een film te maken waarin het museum figureerde. "Geen traditionele opdrachtfilm", beklemtoont Hou. "Het museum hoefde niet centraal te staan, als er maar een verwijzing naar de collectie in zat, of er even een schilderij in voorkwam. En het was de bedoeling dat het een serie van korte films zou worden, maar omdat ik met een compleet filmplan kwam, was geloof ik het budget in één keer op."

Naar buiten
In plaats van door Parijs te lopen, doorliep Hou vanuit Taipei eerst de geschiedenis van de stad, van de kunstenaars die er leefden en werkten en de kunstwerken waarin de stad figureerde. Een van de boeken die hij las, Paris to the moon, een verzameling reiscolumns die de Canadese essayist Adam Gopnik voor The New Yorker schreef, inspireerde hem in het bijzonder, "omdat hij de stad vanuit de ogen van een buitenstaander, maar vooral vanuit het perspectief van kinderen beschreef. Er staat een schat aan informatie in over hoe en waar kinderen in die immense stad speelden. Dat is ook allemaal in de film terechtgekomen."
Zo ontdekte hij ook de klassieke kinderfilm le ballon rouge (1956) van Albert Lamorisse, een sprookjesachtige film over de vriendschap tussen een jongetje en een rode ballon. "Maar het is niet alleen maar een sprookje", vindt Hou. "Het is ook een heel realistische film, over hoe de stad er na de Tweede Wereldoorlog uitzag, over hoe het jongetje naar buiten moet, de gereguleerde maatschappij uit, om te kunnen spelen. Hij heeft veel vrijheid, maar die vrijheid moet hij buiten de gebruikelijke kaders veroveren. Daarom is het ook een heel melancholische film."
Toen eenmaal was besloten om, net zoals hij voor café lumière met de Japanse filmmaker Yasujiro Ozu had gedaan, een soort hommage aan de film van Lamorisse te brengen, moest het Musée d’Orsay nog in de film. Hou lacht: "Ik heb ze gevraagd of ze een schilderij met een rode ballon hadden. En zowaar, ze hadden er één in de collectie, ‘Le ballon’ van Félix Vallotton uit 1899, net uit de begindagen van de cinema dus . Het was uitgeleend voor een tentoonstelling in New York, maar ze zijn erin geslaagd om het voor het draaien één dag langer in het museum te houden. Ze hebben het zelfs speciaal opgehangen, want normaliter staat het in het depot."

Voetsporen
Zo ontstond langzamerhand het verhaal over Simon, een hedendaags Frans jongetje dat net als zijn verre neefje van een halve eeuw geleden door Parijs dwaalt met in zijn voetsporen een rode ballon. Het gaf Hou en zijn vaste cameraman Mark Lee Ping Bing een uitgelezen kans om de stad te filmen als een plek waar tijd en traditie naadloos in elkaar overlopen. Net als Oost en West overigens, want niet alleen heeft Simon een Chinese au pair, die tevens filmstudente is en die zijn gids door de stad en de Franse geschiedenis wordt, ook werkt Simons moeder Suzanne (een verrukkelijk plat-komische hoogblonde Juliette Binoche) als poppenspeelster met een Chinese marionettenspeler. Hou: "Dat is een klassiek poppenspel dat in Taiwan nog heel veel wordt opgevoerd. Het deed me altijd een beetje denken aan Truffaut, omdat het ook over zulke koppige doorzetters gaat. En een beetje zoals Suzanne zelf, doorgaan, doorgaan, doorgaan, maar wel verloren in een oceaan van emoties."

Dana Linssen