La mala educación

Monster betast oogappel

La ma

Pedro Almodóvars La mala educación wil een horrorfilm zijn over kindermisbruik, maar ontpopt zich als een ranzige psychothriller.

La mala educación werd door regisseur Pedro Almodóvar ooit aangekondigd als een horrorfilm over kindermisbruik in een katholiek jongensinternaat, die zich afspeelt in het Spanje van de jaren zestig. Speciaal voor wie het met travestie, homo-erotiek en knapenliefde-kitsch volgepropte eindresultaat moeilijk in het horrorgenre kan plaatsen, heeft de ongeneeslijk cinefiele Almodóvar een scène ingebouwd waarin twee hoofdpersonages een griezelfilmfestival bezoeken. Op het programma staan Thérèse Ranquin, La bète humaine en Double Indemnity — films die de door liefde bezeten mens als grootste der gruwels voorstellen, en de toeschouwer als zodanig met de donkerste kanten van zijn ziel confronteren. Precies zo’n horrorfilm wil La mala educación zijn.

Dat het verhaal grotendeels draait om enkele lichtelijk schizofrene travestieten verklapt Almodóvar (Todo sobre di mi madre, Hable con ella) al enigszins met de op Psycho geïnspireerde begincredits. Maar het monster van de film is natuurlijk kostschoolpriester Manolo, die voortdurend aan zijn oogappel-met-flaporen Ignacio zit, het jongetje uit jaloezie van diens kalverliefje Enrique scheidt en hem zodoende opleidt tot jurkendragende mislukkeling. In het leven na de kostschool krijgt Manolo hiervan de rekening gepresenteerd, en wordt ook hij het slachtoffer van zijn perverse daden.

Pruilmond
De film begint wanneer de volwassen Ignacio langs gaat bij Enrique, inmiddels een gevierd cineast, en hem een op zijn jeugdervaringen gebaseerd manuscript aanbiedt. “Het gedeelte over het internaat is autobiografisch, wat daarna gebeurt is fictie”, zegt Ignacio, alsof Almodóvar de vragen over het autobiografische karakter van La mala educación bij voorbaat wil afketsen. Enrique slaat aan het lezen, waarbij je direct te zien krijgt hoe hij het verhaal (Ignacio probeert de priester met zijn verleden te chanteren) verfilmt: in een kleiner beeldformaat dan La mala educación, maar met Almodóvars voorkeur voor bitse kwinkslagen. Een liefdesbrief die zwoel door Ignacio’s voice-over wordt voorgelezen terwijl je hem ziet kontneuken met zijn nieuwste verovering, een schaamhaartje dat hij tijdens het pijpen uit zijn mond plukt, enzovoort. Dat het Mexicaanse idool Gaël Garcia Bernal deze genderbender-rol speelt en er met pruik en pruilmond sexier uitziet dan ooit, is al een provocatie op zich. Typische Almodóvar-frivoliteiten zijn ook de in slow motion waterstoeiende leerlingen, de galmende knapenkoren en de mierzoete jongenssopraancover van ‘Moon River’ waarmee Enrique komt als de personages uit het manuscript gaan terugdenken aan hun tijd op het internaat. En de meesterlijke scène waarin Manolo en misdienaar Ignacio elkaar na de mis helpen omkleden, doet vanwege zijn onderhuidse erotiek sterk denken aan de medische massagescènes uit Hable con ella.

Almodóvar gaat de mist in wanneer ook buiten Ignacio’s manuscript de driehoeksverhouding tussen hem, Enrique en pastoor Manolo wordt voortgezet. In plaats van de beloofde horrorfilm ontpopt La mala educación zich dan als een vervelende psychothriller vol dubbele bodems, te wispelturig en geforceerd ingewikkeld om nog te laten voelen hoe het is om (de prooi van) een in soutane gestoken kinderlokker te zijn. Ranzige toestanden genoeg, maar alle heisa eromheen en de al met al behoorlijk slecht uitgewerkte personages doen elk effect teniet. Voor een echte horrorfilm over pedofilie en misbruik verwijzen we naar het klassieke Tras el crystal (1986) van Almodóvars landgenoot Agustin Villaronga, die je van begin tot eind in de gespleten positie van slachtoffer én dader dwingt. Iets waarin Almodóvar nauwelijks slaagt.