La cinquième saison

De dood van de dansende ster

  • Datum 24-01-2013
  • Auteur
  • Gerelateerde Films La cinquième saison
  • Regie
    Peter Brosens, Jessica Woodworth
    Te zien vanaf
    01-01-2012
    Land
    België/Nederland/Frankrijk
  • Deel dit artikel

Het land is dood. Na de winter breekt de lente niet meer aan. Met La cinquième saison sluit regisseursduo Peter Brosens en Jessica Woodworth na Khadak en Altiplano een indrukwekkende apocalyptische trilogie af. Vol poëzie, magie en met schaduwen van de grootste Europese filmmakers: Antonioni, Tarkovski en Béla Tarr.

"Men moet de chaos in zich hebben om een dansende ster te kunnen baren", dat zegt Nietzsches Zarathustra als hij van zijn berg afdaalt. In de nieuwe film van het Belgisch-Amerikaanse regisseursduo Peter Brosens en Jessica Woodworth wordt die zin herhaald door Pol, die met zijn gehandicapte zoon Octave in een boerengemeenschap in de Ardennen is neergestreken. Hij was filosoof, vertelt hij aan caféhoudster Anoush, maar na de geboorte van zijn zoon gaf hij dat op om voor hem te zorgen en nu is hij bijenhouder.
Maar de bijen vliegen niet meer uit. Het land is dood. Na de winter breekt de lente niet meer aan. Met La cinquième saison sluiten Brosens en Woodworth na Khadak (2006) en Altiplano (2009) een apocalyptische trilogie af. Het is een duistere film, vol poëzie, magie en met schaduwen van de grootste Europese filmmakers: Antonioni, Tarkovski en Béla Tarr. Die eerdere films brachten hen naar Mongolië en Peru, waar mijnbouw het land dreigt uit te putten. La cinquième saison draaiden ze bijna in hun eigen achtertuin, waar de Waalse mijnen nu werelderfgoed zijn (en vervangen werden door kerncentrales), maar net als in Khadak en Altiplano aanleiding geven voor bespiegelingen over de manier waarop de mens zijn natuurlijke leefomgeving uitput en uit die omgewoelde aarde geesten van voorwereldlijke mythen heeft laten ontsnappen.
La cinquième saison is een spectaculaire film. Soms lijkt het wel sciencefiction. Op andere momenten doet hij denken aan een middeleeuws mysteriespel. Na het midwinterfeest en het vreugdevuur dat de terugkeer van het licht moet vieren, volgen we losjes een aantal dolende zielen in dat kleine dorp: de prille verliefde tieners Alice en Thomas, outsider Pol en zijn verlamde zoon, boer Marcel die niets liever wil dan dat zijn kip gaat zingen. Beelden vertellen verhalen. De fotografie is adembenemend. Bomen, velden, alles is gevangen in hetzelfde vervreemdende grauw, hoezeer kleine tussentitels ons ook willen doen geloven dat de seizoenen wel degelijk verstrijken.
Door de jaren heen hebben Brosens en Woodworth een geheel eigen stijl ontwikkeld, theatraal, magisch-realistisch, maar altijd zonder stoerdoenerij of effectbejag en met hetzelfde documentaire oog als waarmee ze nonfictiefilms maakten voordat ze zich op speelfilms gingen toeleggen.
Elk kader, elk shot zingt een treurzang. Dat maakt de film zo verdrietig mooi. Hij is als een ver licht uit een uitflakkerende toekomst. Een dagdroom die je net als Béla Tarrs The Turin Horse vorig jaar, meeneemt naar het moment waarop de aarde uitdooft. Niet voor niets citeren beide films ondergangsfilosoof Nietzsche. En hoewel er geen hoop is, is de film niet zwaar, of niet zwaarder dan het lichaam van Octave dat Thomas in de laatste beelden over een heuvel sleept. En dat is misschien toch hoop. Dezelfde soort moed der wanhoop die je uit The Turin Horse kon putten. Een laatste druppel tegengif tegen het nihilisme.

Dana Linssen