Irma Vep

Is elke film weer een schitterend ongeluk?

Irma Vep

Alicia Vikander speelt de legendarische Irma Vep in Olivier Assayas’ heerlijke meta-remake van zijn eigen gelijknamige film uit 1996.

Een serie maken over het maken van een serie als remake van je eigen film over het maken van weer een andere serie uit 1915, dat is wat Olivier Assayas doet met het achtdelige Irma Vep. De serie is speels, luchtig en mikt duidelijk meer op komisch effect dan Assayas’ gelijknamige film uit 1996. Maar nog steeds is het heerlijk meta, een gierende roast van de hele film- en tv-sector. Of in ieder geval van de mensen die er het hoogste woord voeren.

Middelpunt van dit cirque du manqué is de beroemde actrice Mira (Alicia Vikander, ongetwijfeld als versie van zichzelf), die voor een remake van Louis Feuillade’s Les vampires uit 1915 naar Parijs komt. Ze kijkt neer op de blockbuster Doomsday waarvoor ze net de promotietour heeft gedaan. “Ik ben zo klaar met de gesprekken over die scène waarin ik de ballen van mijn superheld-echtgenoot afsnijdt”, zegt ze in het busje vanaf het vliegveld, en dat zet de toon voor de komende acht afleveringen. “Dat is de beste scène van de film”, draait haar assistent het mes nog even een keer om.

Parasitair
Maar nu gaat Mira doen wat ze echt wil: werken met René Vidal, regisseur van veelgeprezen arthousefilms. En, zo blijkt al snel, professioneel neuroot, perfect wankel gespeeld door Vincent Macaigne. Het soort regisseur dat je toe kan sissen: “Je dwingt me om een woedeaanval te krijgen!”

Waarom? Dat is natuurlijk de vraag die boven elke beschouwing van Irma Vep hangt. Waarom een serieversie maken van een van de meta-melancholische hoogtepunten van de jaren negentig? Een prachtige Maggie Cheung staat in die film even sterk als delicaat zowel centraal bij de opnamen van een remake van Feuillade’s serie, als aan de zijlijn om alles stilletjes over zich heen te laten komen. Het is een cultuurschets, een tijdsbeeld, een film over de soms parasitaire relatie tussen kunst en het leven. Het één kan het ander verrijken, maar het kan er ook het bloed uitzuigen. Een terugkerend thema in het werk van Assayas, dat je in de serie ook bespeurt wanneer voor Mira de grens tussen realiteit en fictie begint te vervagen.

Fluwelen catsuit
Zoals de reeks documentaires die begon met 7 Up (1984) om de zoveel jaar terugkeerde bij dezelfde mensen om te kijken hoe het leven vorderde, zo zou Assayas om de zoveel jaar een nieuwe Irma Vep kunnen maken, met een nieuwe meta-versie van zichzelf en een nieuw tijdsbeeld.

Irma Vep (1996)

Ook het oorspronkelijke Les vampires, met de stoere Musidora als aanvoerder van een boevenbende, was in 1915 al een antwoord op maatschappelijke ideeën over de vrouw als teer en onschuldig wezen, legt Macaigne aan Mira uit. Cheung speelde Irma Vep (een anagram van ‘vampier’) in een leren pak, Vikander is net als Musidora gestoken in een fluwelen catsuit. Zo zegt alleen al het kostuum iets over een andere, meer geraffineerde identiteit van het personage. In 1996 het leer van de rebel, in 2022 het fluweel van de verleider.

De serie is minder cinefiel dan de film, ook al weeft Assayas er beelden uit die eerdere film en uit Feuillade’s serie doorheen. Jean-Pierre Léaud, die in 1996 de regisseur speelde, brengt natuurlijk een ander filmhistorisch gewicht met zich mee dan Macaigne. Details als Luna’s cover van het nummer ‘Bonnie & Clyde’ van Serge Gainsbourg en Brigit Bardot, waarin het idee van remakes dus zelfs terug te vinden was op de soundtrack, zitten niet in de serie. De serie is juist weer explicieter in z’n commentaar op de filmwereld, waardoor je al snel begrijpt dat ‘vampires’ niet alleen slaat op de personages vóór de camera.

Maar Assayas schenkt geen vitriool. Hij is mild. Hij voert geen strijd tegen de hypocrisie van de filmwereld, hij hoort er zelf bij. “Filmmakers bloeien op van hypocrisie”, zei iemand in de filmversie en dat was niet alleen een grap. Het knappe van deze nieuwe Irma Vep is dat Assayas je de satire laat voelen – in vrijwel elke discussie op en buiten de set, elk personage dat zichzelf of anderen probeert te saboteren en elke micro-chaos die zich voordoet – maar tegelijk de ernst en het belang van het maken laat zien. Wat de maker wil, is belangrijk: iets goeds en iets eigens maken. Formulewerk = de dood. Dat je René Vidal daarin serieus neemt, ondanks z’n infantiele gedrag en neuroses, bewijst de kracht van de serie. De laatste twee afleveringen waren bij het schrijven van dit artikel nog niet te zien, maar het aura van de eerste zes afleveringen is de verwondering over hoe, ondanks alles wat er achter de camera gebeurt, toch steeds weer die magie vóór de camera kan ontstaan. Maar voor die magie moet wel gevochten worden.


Irma Vep is te zien op HBO Max (VoD).