In the Mood for Love

De moed om lief te hebben

In the Mood for Love

In the Mood for Love is de ultieme liefdesfilm, het beste bewijs dat de grootste liefdes zich vooral tussen hoofd en hart afspelen, niets vuriger voelt dan de luchtstroom bij het passeren van een beminde. Dat in de liefde alles waar is. De gestolen kus evenzeer als de gedroomde.

Wanneer veranderde het dagelijkse ademen in het besef onder dezelfde hemel te leven en dezelfde levensgevende zuurstof in te ademen als die man of die vrouw die zich zonder woorden in je hart genesteld had? Wanneer werd afstand nabijheid en de dunne scheidswand van een Hongkongs appartement begin jaren zestig een onoverbrugbare kloof? Wanneer wisten ze dat degene met wie ze zijn getrouwd vreemdgingen en wanneer wisten ze dat ze zelf de overspelige partij geworden waren? Wie niet al verliefd was, wordt het wel bij het kijken naar In the Mood for Love, de zevende film van Wong Kar-wai (Chungking Express, 1994; Fallen Angels, 1995), terwijl ondertussen zijn hart breekt om de onzichtbaar uitgevoerde wals tussen Meneer Chow (Tony Leung) en Mevrouw Chan (Maggie Cheung). In het Hongkong van 1962 worden ze buren, terwijl hun echtgenoten elders zijn.

In the Mood for Love gaat over de wetten die in de weg staan tussen droom en daad. De film werd al vergeleken met David Leans klassieker Brief Encounter (1945), maar geeft voldoende vingerwijzingen om ook een vergelijking met Harold Pinters toneelstuk De minnaar te rechtvaardigen. Daarin speelt een getrouwd echtpaar dag na dag met elkaar een overspelige liaison na. De eerste toenaderingspogingen tussen Chow en Chan komen tot stand als ze beseffen dat hun echtgenoten waarschijnlijk een affaire met elkaar hebben. Het onuitgesproken pact der bedrogenen wordt een onbenoemd wraakcomplot, het rollenspel om de ontrouwe ander te begrijpen mondt uit in een smartelijke confrontatie met de eigen behoefte aan liefde en verlangen. Het doet er dan niet zo heel erg veel meer toe wie de eerste stap zet, want het is al gebeurd. Ze zijn al van elkaar gaan houden, nog voor ze van elkaars bestaan wisten.

Wurgend
Met zinderend ingehouden adem cirkelt cameraman Christopher Doyle, zo bepalend voor de stijl van Wong Kar-wai’s films, om de twee levens van Chow en Chan heen. Twee levens die elkaar nooit lijken te mogen raken. Ze passeren elkaar alleen maar, in gangetjes en deuropeningen die zo nauw zijn dat fysiek contact onvermijdelijk lijkt, in de piepkleine huiskamertjes waar hun respectievelijke huisbazen de hele nacht mahjong spelen, op de trap van een afhaalrestaurant. De een gaat en de ander komt. En alleen al bij het voelen van de vluchtige luchtstroom van een jas of jurk in het voorbijgaan verdooft hun bonzend hart de zinnen.

In driekwartsmaten in mineur, de melancholieke bossanova’s van Nat King Cole, krakende Hongkong-hits en de wenende fluittonen van componist Michael Galasso, heeft Wong Kar-wai de perfecte vertolkers gevonden voor al die gevoelens die Chow en Chan niet uit kunnen of durven spreken. Steelse blikken, neergeslagen ogen en de beheerste lichaamsbewegingen van de beide acteurs doen de rest. Tony Leung werd voor zijn rol op het Filmfestival Cannes met een acteerprijs bekroond, maar beide hoofdrolspelers versmelten in de mise-en-scène zozeer tot één smeulend lichaam van verlangen dat er niet echt een eerlijk onderscheid te maken is tussen de onzekerheid van de een en de afwachtendheid van de ander.

Temeer daar de film wat betreft ritme en vloeiendheid aan perfectie grenst. Spel, muziek, camera, montage en de narratieve structuur (soms buitengewoon elliptisch en raadselachtig, dan weer flashbacks, fantasie en realiteit als verschillende opties naast elkaar presenterend) verbeelden soms simultaan en dan weer verwarrend en tegenstrijdig dat ene wurgende gevoel van gemis. Niet voor niets viel ook dat de jury in Cannes op en kreeg In the Mood for Love een technische prijs voor cinematografie en montage.

Wreed
Toch gaat In the Mood for Love niet alleen maar over de relatief veilige romantiek van de onvervulde liefde of het gebroken hart. Wong Kar-wai laat wel degelijk zien wat de gevolgen zijn van het volgen van je hart. Op dat punt is zijn film niet alleen maar romantisch, maar ook realistisch en zelfs wreed. De manier waarop hij zijn geschiedenis completeert laat echter ook weer zoveel ruimte voor interpretatie dat het einde bij verschillende toeschouwers zowel gevoelens van opluchting, vrede, catharsis en weemoed als verdriet op kan roepen. En de zekerheid dat, hoewel liefdessmarten, zoals het liedje zingt, een heel leven lang kunnen duren, liefhebben altijd een moedige daad is.