Fallen Angels

Metropool onder de loep

Vorig jaar maakte de Chinese regisseur Wong Kar-wai wereldwijd furore met Chungking Express. Het experimentele camerawerk, de losse vertelstructuur en de aandacht voor de communicatieproblemen van jonge mensen in een moderne metropool keren terug in Fallen angels, waarin een huurmoordenaar, zijn impresario en een jongen zonder stem centraal staan.

In de filmindustrie van Hong Kong neemt Wong Kar-wai een unieke positie in. Waar er tussen kunst en commercie doorgaans een strakke scheidslijn loopt slaat wereldburger Wong met zijn films voortdurend bruggetjes tussen twee uitersten. Afkomstig uit de commerciële hoek schreef de filmmaker begin jaren tachtig zo’n tien scenario’s die geheel aansloten bij het op genrefilms gerichte karakter van de lokale filmproductie. Door een schrijnend gebrek aan filmconservering, fatsoenlijke filmgeschiedschrijving en de slechte distributie van Hong Kong films in het Westen blijven we hier verstoken van werk uit Wongs vormende periode en dat is erg jammer.

Sinds zijn regiedebuut met het gangsterdrama As Tears Go By uit 1988 laat Wong Kar-wai zich namelijk gelden als een van de grootste talenten van de Chinese cinema. Zijn hier op video verkrijgbare debuut, een Chinese variant op Scorsese’s Mean Streets, zette meteen de toon voor Wongs toekomstige werkwijze: enerzijds haakt de film handig in op het door John Woo’s A Better Tomorrow veroorzaakte succes van de gangsterfilm, anderzijds maakt hij korte metten met Woo’s gestileerde mythologisering van het gangsterdom. Wongs gangsters zijn geen heroïsche figuren met een erecode, maar kleine kruimeldieven die tot hun schrik ontdekken dat een crimineel bestaan allesbehalve eervol is.

Doordat zijn films raakvlakken hebben met gangbaar genrewerk en Wong er voortdurend in slaagt grote sterren te contracteren kan hij zijn tegendraadse aanpak binnen een ultracommercieel systeem voortzetten. Chungking Express werd zonder afgerond scenario gefinancierd op basis van de aanwezigheid van sterren als Tony Leung Chiu-wai en Brigitte Lin; Fallen Angels kan bogen op de aanwezigheid van popsterren Leon Lai Ming, Charlie Young en de van Chungking bekende Takashi Kaneshiro. Eerstgenoemde film gaat oppervlakkig beschouwd over twee politiemannen, in de opvolger staat een huurmoordenaar centraal. Maar Wong gooit alle heersende genreconventies meteen overboord: de politiemannen trekken niet één keer hun pistool en de huurmoordenaar oogt eerder als een slonzige kleine middenstander dan als een mythische held.

Ananas
Aan alles is te merken dat Fallen Angels direct voortkomt uit de bekende voorganger. Oorspronkelijk opgezet als het derde verhaal van Chungking Express, maar gesneuveld door de lengte, haakt de film in op hetzelfde thema: de communicatie tussen moderne stadsbewoners is als gevolg van het jachtige leven en de opkomst van de mobiele telefoon, semafoon en fax ernstig verstoord. Mensen praten nauwelijks nog met elkaar en des te meer tegen zichzelf, direct contact leidt automatisch tot misverstanden. Dat laatste geeft Wong opnieuw alle gelegenheid om zijn talent voor droge humor te etaleren.

Hoogst vermakelijk zijn de escapades van Ho, een jongen die ooit zijn stem verloor na het eten van een blik bedorven ananas, een verwijzing naar de ananas-obsessie van een van de agenten uit Chungking Express. Ho breekt ’s nachts in bij winkels om toevallige passanten tot de aankoop van producten te dwingen en onderneemt vruchteloze pogingen een volslagen hysterisch meisje te helpen bij het terugwinnen van haar ex-vriendje. De huurmoordenaar doet op zijn beurt zijn best de relatie met zijn impresario strikt zakelijk te houden. Geen gemakkelijke opgave, want de door de oogverblindende Portugees-Chinese Michele Reis gespeelde vrouw is stapelverliefd op hem en verblijft met grote regelmaat in zijn appartement, op zoek naar souvenirs, zoals het meisje van de snackbar eerder deed in Chungking Express.

Kunstgreep
De overeenkomsten tussen Fallen Angels en zijn voorganger liggen niet alleen inhoudelijk maar ook stilistisch voor het oprapen. Wong is er samen met cameraman Christopher Doyle en art-director/editor William Chang wederom in geslaagd zijn film een opvallend uiterlijk te geven. De experimentele, vertraagde en versnelde beelden en de onrustige cameravoering zorgen opnieuw voor een uitermate dynamische film. Bijzonder geïnspireerd is de keuze voor een intensief gebruik van groothoeklenzen, waardoor alles door een vergrootglas lijkt te zijn gefilmd. Nieuw is die kunstgreep niet en Terry Gilliam past hem in 12 Monkeys ook effectief toe om het gestoorde wereldbeeld van zijn held weer te geven, maar hij werd nooit eerder zo consequent volgehouden en leverde nimmer zulke fraaie beelden op.

Zo gemakkelijk als Chungking Express en Fallen Angels zich thematisch en stilistisch laten vergelijken, zo onmogelijk is het de betere van de twee aan te wijzen. De films complementeren elkaar volledig en getuigen beiden van een groot en uniek filmtalent. Mijn eerste kennismaking met de methode Wong Kar-wai was een verfrissende en overrompelende ervaring. Deze toegift mag dan minder verrassend zijn, Wongs copieuze maaltijd smaakt nog altijd even lekker.