I’m Perfectly Fine

Burn-out met filmische schwung

I’m Perfectly Fine

Striptekenaar Maaike Hartjes’ Burn-out dagboek leidde tot deze vlotte korte animatie van Dario van Vree, waarvoor Hartjes zelf de bijzondere vormgeving verzorgde. Troostend herkenbaar voor iedereen die een burn-out heeft, had, of op afstand probeert te houden.

Het is bijna komisch, om als post-burn-out-­filmjournalist een animatiefilm te bespreken gebaseerd op het dagboek dat een striptekenaar maakte toen zij een burn-out had en dat ik las toen ik een burn-out had. En vervolgens cadeau deed aan anderen, vanwege de troostende herkenbaarheid – ondanks alle verschillen.

Het is duidelijk dat ik die persoonlijke ervaring niet zomaar kan wegdenken bij de Nederlandse, Engelstalige animatiekortfilm I’m Perfectly Fine, geregisseerd door Dario van Vree naar het Burn-out dagboek van stripmaker Maaike Hartjes, die ook de art direction voor de film deed.

Die excellente art direction is gebaseerd op de bijzondere vormgeving van het dagboek, dat ze in eerste instantie voor zichzelf maakte, in volledige vrijheid. Het werd een collageboek, met allerlei stickers, vrolijk gekleurd Japans washi-tape en ingeplakte tickets, bonnen en theezakjes, waarover Hartjes haar figuren tekende in afwisselende stijlen. En dus zie je in I’m Perfectly Fine dezelfde soort collages en stilistische afwisseling, afhankelijk van wat de scène behoeft.

Hier heet de hoofdpersoon Maya, om biografische afstand te bewaren tot het Burn-out dagboek; want de film ontleent daaraan weliswaar vormgeving en plotelementen, maar vertelt een eigen verhaal. Met als geweldig detail een ministukje uitbestede animatie-in-de-animatie Horror Seals, onmiskenbaar geregisseerd door Tomm Moore, hier ‘Tommato del Mooro’ genoemd met een knipoog naar een welbekende Mexicaanse horrorregisseur.

Een grote kracht van het boek was dat het ontstond tijdens de burn-out, zonder te weten hoe het zou verlopen of hoelang het zou duren. Daardoor bevat het alle onzekerheid, verveling en gejojo tussen hoop en teleurstelling – elke keer als het even beter lijkt te gaan, je te hard van stapel loopt en vervolgens weer instort – die kenmerkend zijn voor de burn-out-ervaring, maar in officiële beschrijvingen nauwelijks aan bod komen.

De half uur durende film heeft logischerwijs gekozen voor een strakkere verhaallijn. Het verliest daarmee, min of meer onvermijdelijk, aan innerlijke bespiegelingen, maar compenseert daarvoor met filmische oplossingen. Zoals de expressieve verbeelding van de totale mentale overload op een druk treinstation, die de burn-out inluidt. Of hoe de herstelperiode ontspoort vanwege hetzelfde fanatieke perfectionisme (mediteren! sporten! sociaal doen!) dat de burn-out juist had veroorzaakt – ook hier: herkenning. Het is een lange weg om zelfs het loslaten te leren loslaten; om te zorgen dat het loslaten zelf niet ook weer onderhevig raakt aan prestatiedrang.

Met z’n heldere opbouw en filmische schwung, die met name zit in de vormgeving en animatie van Hartjes tekenstijlen, doet I’m Perfectly Fine nog meer. Ik denk dat deze animatie niet alleen herkenbaar is voor de grote en groeiende groep mensen met burn-out-ervaring, maar voor iedereen die het gevoel herkent van verinnerlijkte maatschappelijke stress, en niet precies weet hoe daaraan te ontkomen valt.