Hors-saison

Dramedie in Bretagne

Hors-saison

Vaardig schetst deze film de existentiële malaise van een filmster die de schijnwerpers ontvlucht en stuit op een grote liefde van weleer.

Tikje vreemd om deze herfstige film, die zowel in titel als inhoud expliciet speelt in het naseizoen, uit te brengen midden in het hoogseizoen. Want Hors-saison speelt dan wel aan het strand, maar ’s zomers is het bepaald niet in dit verhaal over filmster Mathieu (gespeeld door filmster Guillaume Canet) die zich terugtrekt aan de kust van Bretagne.

Matthieu zou voor het eerst in zijn carrière op het toneelpodium staan, maar kreeg een maand voor de première koudwatervrees en is nu ondergedoken in een luxe hotel in een afgelegen kustplaatsje. Daar stuit hij op Alice (Alba Rohrwacher), met wie hij ooit een relatie had en die nu in dit ingeslapen dorp woont, gehuwd en moeder van twee. In een serie ontmoetingen halen de twee herinneringen op – eerst aan hun mooie tijden, later ook aan de breuk, die ze zich uiteraard nogal verschillend herinneren.

Regisseur Stéphane Brizé is in Nederland vooral bekend als maker van vurig sociaalrealistisch drama in de traditie van Ken Loach, met films als La loi du marché (2015) en Un autre monde (2021). Met Hors-saison grijpt hij terug op de lichtere relatie-dramedies waarmee zijn carrière begon.

Voordat Alice zich aandient, toont hij eerst met vaardige hand Mathieu’s existentiële malaise in scénes die zo’n beetje de woordenboekdefinitie van ennui vormen. Keer op keer vragen de medewerkers van het verder uitgestorven hotel hem om een selfie, en zijn schermutselingen met een weinig gebruiksvriendelijke espressomachine zijn een bescheiden komisch hoogtepunt. Deze scènes brengen de droogkomische lusteloosheid van Sofia Coppola’s Lost in Translation (2003) in herinnering, totdat de film met de komst van Alice meer richting de melancholie van Richard Linklaters Before Sunset (2004) schuift ­– ook een verhaal over voormalig geliefden die zich afvragen: wat als?

Of Hors-saison ook over een paar jaar nog in één adem genoemd zal worden met die moderne klassiekers, valt te betwijfelen – daarvoor is Brizé’s film waarschijnlijk toch wat te licht. Maar op een herfstige zomerdag is dit een prima verhaal om een poosje bij te schuilen.