Harry Potter and the Philosopher’s Stone

Toveren zonder magie

Harry Potter and the Philosopher’s Stone

December 2001 is de maand van de grote verwachtingen in de bioscoop met Minoes, The Fellowship of the Ring en Harry Potter. Een triomf voor het fantastische verhaal.

Over Harry’s avonturen op de ‘Hogwarts School of Witchcraft and Wizardry’ weet dankzij een succesvolle kinderboekenreeks en een zorgvuldig geregisseerde publiciteitscampagne inmiddels iedereen alles.

Als Harry Potter and the Philosopher’s Stone maatgevend is voor de films die Chris Columbus (die de scenario’s schreef voor de Spielberg-films Gremlins, 1984, en The Goonies, 1985) gaat maken naar de immens populaire kinderboekenreeks over de verweesde tovenaarsleerling uit de titel, dan moeten we vooral uitzien naar deel vier: Harry Potter and the Goblet of Fire.

Een belangrijk deel van dat boek speelt zich af tijdens de wereldkampioenschappen van de onder tovenaars populaire sport quidditch (‘zwerkbal’). En met quidditch weet Columbus wel raad. De scène waarin Harry boven een middeleeuws aandoend toernooiveld op zijn Nimbus 2000-bezemsteel wacht tot hij een piepklein gouden balletje met Kolibri-nerveuze vleugeltjes te pakken kan krijgen, is een van de meer spectaculaire van The Philosopher’s Stone.

Zou dat komen omdat dat quidditch de enige echt originele uitvinding van Harry Potter-bedenkster Joanne Rowling is? Kostscholen, heksen, tovenarij, gedaanteverwisselingen en enge beesten zijn een bekend onderdeel van menig (kinder)boek (en dat doet helemaal niets af aan de ingenieuze manier waarop Rowling die bij elkaar heeft gebracht!). Maar quidditch, daar had helemaal nog niemand van gehoord. Ondanks Rowlings zorgvuldige beschrijvingen van de spelregels en de wedstrijden was quidditch een activiteit die erop wachtte om verbeeld te worden.

Columbus laat de bezems scheren, hun berijders steigeren en duiken, hun gewaden flapperen in hun eigen vaart. Hij doet dat degelijk en voorbeeldig, zoals in het verleden de betere voetbalwedstrijden of autoraces in beeld zijn gebracht.

Marketing
Ook de rest van de film is degelijk en voorbeeldig, een perfect plaatjesboek voor de fans die niet genoeg hadden aan hun eigen fantasie om te bedenken hoe Harry of Hermione of Nearly Headless Nick (John Cleese als spook) eruit zouden zien. Het scenario van Steve Kloves (Wonder Boys, 2000) heeft kundig de hoofdlijnen aan elkaar gesmeed, waarbij het coming-of-age-stramien enigszins het fantastische ging overvleugelen. Harry Potter and the Philosopher’s Stone voegt niet veel toe aan de fantasie en is wat dat betreft een teleurstelling.

Voor mensen die het boek niet lazen, gaan sommige zaken misschien wat snel. De toverkinderenrijke roodharige familie Weasley met wiens jongste zoon Ron Harry bevriend raakt, wordt bijvoorbeeld wel erg summier geïntroduceerd. Maar hebben de niet-lezers nog recht van spreken tegenover de marketingmachinerie waarmee de film zich van gunstige (en gehypete) publiciteit heeft verzekerd?

De merchandising draait op volle toeren. Bertie Botts Every Flavor Beans (‘smekkies in alle smaken’) zijn er nu ook in muggle-Nederland. De meest vieze exemplaren smaken naar mierikswortel of tomaat, maar zelfs dat is best lekker met een popcorn of toffee-variant erbij. Dat is ook het euvel van deze film. Hij smaakt wel, maar niet echt vies, verrassend, vreemd of zelfs maar vertrouwd. Het is toveren zonder magie.