Goud
Op de mat hoef je niks te zeggen
Naïeve jonge turner wordt gevoelsmens in het indringende sportdrama Goud, waarmee Rogier Hesp zijn speelfilmdebuut maakt. Vanaf 20 mei via Picl.nl
Eerst even het echte leven: vorige zomer werd atletiektalent Roel B. in Hongarije gearresteerd tijdens een bezoek aan het muziekfestival Sziget. De jonge atleet bleek sporttassen vol XTC-pillen en joints mee te hebben gebracht en was van plan ze daar te verkopen. Het was een opvallende zaak, niet alleen vanwege de grote hoeveelheid drugs die ermee gemoeid was, maar ook omdat iedereen zich afvroeg hoe het kon dat zo’n serieuze, potentievolle topsporter in zo’n situatie belandde. Werd hij er door zijn jeugdvriend ingeluisd, zoals in eerste instantie beweerd werd? Of is er iets met de hogedrukpan van de topsport die maakt dat Roel zich op sociaal vlak niet verder kon ontwikkelen?
Ik moest eraan denken bij het kijken van Goud, het interessante regiedebuut van Rogier Hesp over Timo (David Wristers), een jonge topturner die zich voor de Olympische Spelen wil kwalificeren. Het is een film die met eenzelfde gegeven aan de haal gaat. Want hoe kan het toch deze gespierde beer van een vent – in de openingsscènes toont Hesp het strak gespierde lijf van Timo in actie – als mens zo kinderlijk naïef is? Op de turn mat doet Timo beheerst de moeilijkste nummers, maar daarbuiten is hij vooral opgesloten in een moeizame relatie met zijn gehandicapte vader Ward (Marcel Hensema). Vrienden heeft hij niet en na zijn training fietst hij snel naar huis. Schuchter kan hij zijn coach nog te woord staan in de gang van de sporthal, maar dat is het wel.
Daar komt verandering in wanneer hij na een lichte blessure onder behandeling komt van fysiotherapeute Irene (Loes Haverkort). Tijdens die behandelingssessies gebeurt iets: Irene raakt Timo aan op een manier die hij niet gewend is en wakkert gevoelens bij hem aan. Knap aan Goud is hoe Hesp ontmoeting op een tactiele manier invoelbaar maakt. Hesp laat de camera soms zo dicht op aanrakingen inzoomen dat het bijna ongemakkelijk wordt. Er is duidelijk een grens overgegaan, en wanneer Timo na de blessure weer terug de mat op – hij maakt kans om me te doen aan de Olympische spelen, een droom van zijn vader – lijkt zijn focus op de sport verdwenen.
Goud is een interessant debuut, waarin vooral hoofdrolspeler David Wristers opvalt. En al lukt het Wristers nooit helemaal te overtuigen als emotioneel getroebleerde jongen en komt zodoende zijn verwarrende relatie met Irene niet helemaal uit de verf, die harde, benauwende wereld van de topsport maakt hij wel invoelbaar. Dat de jonge Timo uiteindelijk de turn mat met opgeheven hoofd verlaat, is dan ook vooral aan hem te danken.