Free Range (Retrospectief Veiko Õunpuu)

'Ik gedraag me als een idioot'

  • Datum 18-12-2014
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Free Range
  • Regie
    Veiko Õunpuu
    Te zien vanaf
    01-01-2014
    Land
    Estland
  • Deel dit artikel

Free Range

Een jonge filmcriticus wordt ontslagen en gaat totaal door het lint, voortgedreven door alcohol en de arrogantie van de angry young man. Welkom in het oeuvre van de Estse regisseur Veiko Õunpuu (1972) die Alex van Warmerdam een van zijn grote voorbeelden noemt. In EYE is een miniretro­spectief van Õunpuu’s werk te zien.

Door Omar Larabi

Net als de hoofdpersoon uit zijn nieuwe film Free Range heeft ook Veiko Õunpuu een tijdje als heftruckchauffeur gewerkt. Is het voor de onsympathieke filmcriticus Fred een vernederend baantje nadat hij ontslagen is (hij waagde het om Terrence Malicks Tree of Life ‘faggoty’ te noemen en de recensie langs de eindredactie te smokkelen), voor Õunpuu was het een opstapje naar zijn eigenlijke roeping. Hij debuteerde pas in 2006 met de korte film Empty, gevolgd door Autumn Ball (2007) en The Temptation of St. Tony (2009). Zwartgallige films met excentrieke hoofdpersonen. Ter gelegenheid van de uitbreng van Free Range zijn al zijn films te zien in EYE. Ook Õunpuu’s korte film Tühirand.

Veiko Õunpuu

De Estse regisseur maakt naargeestig gure films, met personages die bedwelmd zijn door hun nihilistische kijk op de wereld. Ze doen denken aan de films van Ingmar Bergman en Aki Kaurismäki, ook regisseurs die personages opvoeren met een lucide blik op de wereld, maar die dankzij alcohol en desillusies regelmatig in depressies belanden. Waarin abstracte visuele symboliek samengaat met venijnig uitgesponnen dialogen en pijnlijke stiltes. Ook het oeuvre van Õunpuu wordt gekenmerkt door zo’n verkilde en desolate sfeer, vertelt hij, maar met een humoristische touch: "Juist omdat ik de misère niet begrijp, lach ik erom."

Lieux de mémoire
Free Range lijkt zijn meest persoonlijke film tot nu toe. "Ik voel me vaak vervreemd van het leven. Ik heb het idee dat het me overvalt, in plaats van dat ik er aan deelneem." Om die vervreemding te versterken, creëert Õunpuu verhaalwerelden zonder backstory, zoals in zijn korte debuut Tühirand (Empty), waarin twee mannen strijden om een vrouw. Hun verlangen is onbetwistbaar en instinctief. Maar hun drijfveren worden systematisch weggelaten. Iets vergelijkbaars zie je in de openingsscène van zijn speelfilmdebuut Autumn Ball: een man worstelt met een vrouw. Maar wie zijn ze, waar kennen ze elkaar van, waarom is de man suïcidaal? Antwoorden blijven uit. Õunpuu: "Ik wil best informatie delen met het publiek, maar ik wil tegelijkertijd een mysterieuze sfeer behouden. Net als in ons bestaan is er voor de gebeurtenissen in mijn films geen directe verklaring. Ik dwing het publiek om hun eigen verhalen en verklaringen te reconstrueren want de waarheid zit in het brein van de kijker."
Õunpuu’s films spelen zich af in een merkwaardig niemandsland. Aan de ene kant kent hij zijn klassieken, en verwijst regelmatig naar hun werk: "Ik steel wel eens een idee van Bergman en van David Lynch en ik hou ook erg van de Finse filmmaker Aki Kaurismäki." Maar hij heeft ook bewondering voor actieve cineasten als Alex van Warmerdam, Bruno Dumont en het jonge Belgische talent Gust Van den Berghe.
"Ik probeer de esthetiek van de Franse en Duitse film uit de jaren zestig te combineren met de uitstraling van Amerikaanse films uit de jaren zeventig. Af en toe voeg ik daar nog wat rebelse literaire helden uit de vorige eeuw aan toe. Zo krijg je als het ware een tijdsecho, door de moderne tijd af te beelden met verwijzingen naar het verleden. Zo schep ik de wereld van mijn personages, een wereld die doelbewust niet correct vertaald is naar onze tijd."
Het effect is dat de toeschouwer terechtkomt in een fictieve lieux de mémoire, een gemanipuleerd geheugenlandschap. En als je door de beelden al niet meer weet waar je bent en wat je ervan moet vinden, dan stuurt de eclectische soundtrack met pop, jazz en klassieke muziek je nog verder het doolhof in.

Sovjetbewind
Toch is in Õunpuu’s films een verwijzing naar het traumatische verleden van Estland onontkoombaar. "Ik ben niet per se nostalgisch naar het Estse verleden, maar voel wel een soort heimwee naar het streven naar solidariteit dat vroeger bestond. Een droom die ook onder het Sovjetbewind nooit realiteit is geworden."
Die weemoedigheid komt bijvoorbeeld tot uiting in de grauwe beelden van de hoofdstad Tallinn, het asachtige platteland en de troosteloze kloffies van zijn personages. Een nostalgie die gezien de horror van de Sovjetoverheersing eigenlijk een weeffout is, een paradox, zou je kunnen zeggen, die Õunpuu prikkelt om zijn verhalen te overgieten met gitzwarte humor.
Het resultaat is een totaal ontspoorde bourgeoisie: afstandelijke creatieve geesten die grinniken om hun bestaan. Pseudo-intellectuelen die hun bevoorrechte status voor lief nemen en niet in staat zijn tot vergeving. Mannen stellen elkaars mannelijkheid ter discussie, vrouwen wordt hun beslissingsrecht ontnomen. Ruzies en dronkenschap zijn aan de orde van de dag.

Alcohol en overspel
In Free Range heeft Õunpuu’s absurdisme een menselijker gezicht gekregen. Omdat hij zich in vergelijking met zijn vorige films meer op het drama heeft gericht: "Het intrigeerde me dat acteren in feite liegen is. Hoe doe je dat, zo goed mogelijk liegen? In die zin was de film voor mij meer een onder zoek naar leugen en waarachtigheid. Dat is ook het grote probleem van het hoofdpersonage: dat de wereld van hem eist dat hij zichzelf verloochent. Om dat allemaal duidelijk te maken, moest het verhaal zo simpel mogelijk zijn."
Dat verhaal over een ontspoorde filmcriticus lijkt dan ook aanvankelijk op een gewoon relatiedrama. Na zijn ontslag ziet deze Fred zijn verworven vrijheid met enthousiasme tegemoet. Maar de zaken raken gecompliceerd als zijn vriendin zwanger blijkt en hij op de vlucht slaat voor het aanstaande vaderschap. Waar vindt een mens dan geluk? In alcohol en overspel. Zijn vorige films kwamen min of meer uit het niets, terwijl het verhaal van Fred een duidelijke motor heeft. De ironie ligt er nog dikker bovenop dankzij de metaforen, de kleurrijke montage knipoogt naar Bergmans Persona, en de gitzwarte humor komt tot een hoogtepunt als Freds vader opbiecht dat hij zijn morele plicht na vier jaar voor zijn familie te hebben gezorgd wel heeft voldaan. Wat rest is de drank.
Met dezelfde onderkoelde humor relativeert Õunpuu zijn eigen werk. "Ik heb ook nog maar vier films gemaakt. Ik heb geen systeem, ik denk niet in patronen. Ik gedraag me als een idioot. Ik doe wat ik leuk vind en vergeet achteraf het hele gebeuren."