FAST FOOD FAST WOMEN
Bevangen door de hitte van de stad
Sue, de vorige film van Amos Kollek, was een sterk tragisch-realistisch portret in een kil en koud New York; zijn nieuwste film Fast food fast women toont de stad zomers en lichtvoetiger.
Fast food fast women begint met een shot op de achterkant van actrice Anna Thomson. In een frivool zomerjurkje loopt ze op straat. Bij een kruising gaat ze plots midden op de weg liggen. Een auto kan nog net voor haar stoppen. Daarna loopt Thomson net zo laconiek als daarvoor weer verder.
De scène typeert de film. Want het labiele van Bella en de al even laconiek gebrachte gebeurtenissen, dat is zo’n beetje waar het in de nieuwste film van Amos Kollek (Sue, ook met Thomson in de hoofdrol) om draait. Dat had heel leuk kunnen zijn, maar helaas is Fast food fast women even stompzinnig als zijn titel.
Thomson (Unforgiven) speelt een serveerster die zwetend op hoge hakken door zomers New York wiebelt in veel te korte jurkjes. Net zoals in Sue kiest Kollek ervoor haar eenzaam te laten zijn, deze keer op de hielen gezeten door een moeder die het niet langer kan verkroppen dat haar dochter haar vijfendertigste verjaardag nadert en nog zonder man is. Een blind date komt uit de moederlijke bemoeizucht voort en zowaar is het een leuke jongen, Bruno (Jamie Harris, eerder in Marie Baie des anges) waardoor het even interessant lijkt te worden. Maar Kollek hanteert een paar futloze, voorspelbare en vermoeiende verhaalwendingen waardoor het uiteindelijk alleen nog maar uitzitten is.
Lichttherapie
Hoe kan dat toch dat Kollek zo net naast de pot piest? Zijn acteurs spelen alsof ze zijn bevangen door de hitte van de stad, niet bepaald een schoonheidsprijs waard. Vreemd, want Thomson speelt in Kolleks vorige film Sue nog de sterren van de hemel. Opvallend daarbij is dat haar rol als Bella niet eens zo veel verschilt van Sue. Maar terwijl Sue een sterk tragisch-realistisch portret in een kil en koud New York is, toont Fast food fast women de stad zomers en lichtvoetiger. Dat dat niet per se vrolijk hoeft te stemmen, ook al wil Kollek zo graag, is jammer. Alsof dat allemaal nog niet erg genoeg is, brengt Kollek het flets en vreselijk saai in beeld. Ook dat is in schril contrast met het vakbekwame Sue.
Fast food fast women lijkt soms wat op een Woody Allen-film, daar wordt immers ook met enige regelmaat wat ’typisch’ geacteerd en er flink op los geneuzeld. Maar het landerige uit een Woody Allen-film en ook wel een comedy als Seinfeld behoeft ook een sterk tegenwicht in de vorm van spitse opmerkingen en originele plots. Die maken dat geneuzel op momenten briljant en hilarisch. Kollek mist ten enenmale een dergelijk tegenwicht. Hij kan maar beter weer misère filmen en zich verre houden van lichtvoetigheid en humor. Het enige dat deze film nog een beetje redt is het zomerse New York. Als lichttherapie voldoet Fast food fast women dan ook prima. Kollek heeft de twijfelachtige eer om duidelijk te maken dat cinema niet alleen maar gaat om ‘make belief’. Want hoe duidelijk het ook is wat hij wil, het komt er niet uit.
Gerlinda Heywegen