Eddington
De eerste coronawestern
Eddington
Ari Aster wil veel, misschien wel te veel, in zijn zwartkomische pandemiewestern Eddington. Maar zijn vierde speelfilm is ook een treffend portret van een samenleving waarin empathie langzaam uitsterft.
Wanneer is de tijd precies rijp voor een volwaardige coronafilm? Zeker, al tijdens de pandemie werden er een paar films over gemaakt, soms succesvol (Zoom-horror Host, 2020), vaker ruk (Songbird, 2020).
Bij mezelf merk ik vijf jaar na dato nog steeds een stevige weerzin. Toen ik vorig jaar op het filmfestival van Berlijn Hors du temps van Olivier Assayas zag, werd die weerzin haast fysiek. De film bracht me terug naar een tijd die ik nog niet wilde herleven. Het gehannes met mondkapjes, de angst bij elk snifje, de claustrofobische gevoelens: ladumaar meneer, het hoeft niet meer.
Toch is de coronapandemie ook een monster dat we in films soms wél in de bek moeten kijken, vooral omdat de pandemie ook een periode was waarin veel mensen een pad insloegen waar ze nooit meer helemaal vanaf kwamen. Het was een periode waarin het internetbrein volledig op hol sloeg, waarbij veel mensen hopeloos verdwaalden in een labyrint van complottheorieën, angstbeelden en onderling wantrouwen.
Eddington is na Hereditary (2018), Midsommar (2019) en Beau Is Afraid (2023) de vierde speelfilm van Ari Aster, die de diepe existentiële angsten in zijn personages meer en meer aanwendt om te prikken en provoceren. Was Beau Is Afraid al een film die veel mensen tegen de schenen schopte, Eddington is zijn meest polariserende film tot nu toe.
Eerst maar de kale feiten. Eddington is een volbloed ‘coronawestern’, een zwarte komedie over sheriff Joe Cross (Joaquin Phoenix), die in de zomer van 2020 wordt geconfronteerd met de gestage ineenstorting van de gemeenschap in zijn stadje Eddington. Dat wordt deels veroorzaakt door coronapaniek, complotwaanzin en confrontaties tussen jongeren die sympathiseren met de Black Lives Matter-beweging en de conservatieve lokale bevolking. Maar de schuld ligt voor een belangrijk deel ook bij Cross zelf, die al in de openingsscènes laat zien behoorlijk wars te zijn van al te veel coronaregels en weigert een mondkapje te dragen in het openbaar.
Overvloed
Ook thuis implodeert de boel, omdat zijn vrouw (Emma Stone, fijn vermoeid) onder invloed van haar moeder (Deirdre O’Connell) steeds vatbaarder wordt voor complottheorieën en uiteindelijk in de ban raakt van een charismatische sekteleider (Austin Butler). Het helpt niet dat Cross voortdurend zijn eigen plan trekt en besluit de strijd aan te gaan met de progressieve burgemeester Ted Garcia (Pedro Pascal), die opgaat voor herverkiezing.
Eddington heeft dus behoorlijk wat ambitie, maar bovenal is het een film waarin mensen niet meer naar elkaar luisteren. Niet voor niets begint Aster met een scène waarin een dakloze naar Eddington trekt, die voor iedereen in het stadje onmiddellijk een probleem is dat moet worden weggewerkt. Niemand luistert ook maar een moment naar wat hij te zeggen heeft. Dat geldt ook voor Cross, die nauwelijks serieus genomen wordt als sheriff en z’n dagelijkse ronde doet terwijl iedereen hem negeert.
Phoenix is geknipt voor dit type rol: hij begint als sukkel met wie we wel moeten meeleven, om uiteindelijk uit te groeien tot pathetische loser. De constante is dat hij nooit helemaal grip krijgt op de situatie en de omstandigheden.
Aster krijgt dat wel. De regisseur stopt veel, misschien wel te veel in zijn film: van sekteleiders en de soms onomkeerbaar lijkende internetwerkelijkheden waarin we leven, tot gevoeliger thema’s als polarisatie, racisme en misbruik. Maar ondanks die overvloed maakt hij er een grimmig, dolkomisch geheel van.
Critici klaagden na de première in Cannes over het grotendeels ontbreken van het trumpisme in de film. Wat mij betreft zoekt Aster de oorzaak dieper: in een samenleving waarin niemand naar elkaar luistert en waarin sociale media ons denken sturen, of waarin niemand nog bekend is met het concept ‘empathie’, krijgen kwade krachten als vanzelf vat op het verstand. Of dat nu in de vorm is van een messias of van een oneindig internetkonijnenhol.