DOLLS
Het wervelen van herfstbladeren
In Dolls grijpt Takeshi Kitano terug op het Japanse bunraku-poppentheater. Hij gebruikt de band tussen pop en poppenspeler als metafoor voor de liefde en de filmmakerij.
De marionetten in het Japanse bunraku-poppentheater zijn meer dan levensgroot. Soms zijn er wel drie poppenspelers nodig om de poppen te bedienen. Eén laat het hoofd en de rechterarm bewegen. Een ander zorgt voor de gebaren van de linkerhand en de rekwisieten die de pop tot zijn beschikking staan. En de derde is er voor de benen. Hoewel de spelers in het zwart gekleed zijn, soms met zwarte zakken over het hoofd en daarmee ‘onzichtbaar’, zijn ze, eventueel op een apart podium, op het toneel aanwezig en daarmee onlosmakelijk met de bewegingen van de pop verbonden.
Net als alle Japanse theatervormen kent ook het bunraku zijn eigen verhalen. Traditioneel vertellen de poppenspelers vaak tragische liefdesgeschiedenissen, ingebed in sociale omstandigheden. Hun hoofdpersonen worstelen kortom met zaken van het hoofd en zaken van het hart.
Dolls is een buitenbeentje in de filmografie van Takeshi Kitano (Sonatine, Hana-bi, Kikujiro), door zijn aan het bunraku-theater ontleende thema van de fatale liefde, maar ook door zijn streng-gekleurde stilering. Kitano koppelt een zeventiende-eeuws toneelstuk over de zelfmoord van een liefdespaar aan drie hedendaagse liefdesrelaties. Hij laat het verhaal eerst in het poppentheater uitvoeren en snijdt dan naar hedendaagse variaties op hetzelfde thema. Daarmee draait hij de werking van een geabstraheerde kunstvorm als het poppentheater om. Niet de kunst werpt een verhelderend licht op de realiteit, maar de werkelijkheid wordt gebruikt als illustratie bij de kunst. In de strak-gestructureerde film staan de vier verhalen die Kitano vertelt voor de vier seizoenen en de vier stadia van het menselijk leven.
Draad
Het beeld van twee geliefden, die voor eeuwig gedoemd zijn te zwerven terwijl ze door een rode zijden draad voor altijd aan elkaar vast zullen blijven zitten, is door Kitano onvergetelijk gefilmd. Het is een metafoor binnen een symbolische film. Zoals bunraku-pop en — poppenspeler niet zonder elkaar kunnen, zo zijn geliefden door (onzichtbare) draden gebonden en zo bevinden ook verteller en verhaal, of filmmaker en zijn onderwerp zich in een afhankelijkheidsrelatie. De een kan niet zonder de ander, en het gaat erom elkaar niet te verstikken.
Als rode draad door de verhalen die in Dolls aan elkaar worden gesmeed, loopt de op zich niet erg schokkende observatie dat alles wat we doen een effect op ons leven heeft, en dat gevoel en verstand een strijd aangaan als de juiste beslissingen moeten worden genomen. In Dolls lijkt Kitano meer geïnteresseerd in de manier waarop hij dit constateert, dan om de inhoud van de boodschap zelf. Filosofisch blijft de film erg trouw aan een bijna Confuciaanse boodschap van het gulden midden.
Overweldigende landschapsfotografie, zwierige kostuums van mode-ontwerper Yohji Yamamoto, de overrijpe kleuren van de vier seizoenen, er is weinig op af te dingen, behalve dat Kitano is blijven steken in een formele fascinatie voor zijn verhaal en psychologie en emotie heeft uitgebannen of overgeslagen. Het lijkt erop dat hij heeft willen bewijzen niet alleen van grijs en blauw te houden, maar ook van rood en groen, dat hij niet alleen kogelregens kan filmen, maar ook het wervelen van herfstbladeren.
Zelfs met enige voorkennis van het bunraku-theater kost het echter moeite ook gevoelsmatig bewondering voor deze film op te brengen.
Dana Linssen