DESTRICTED
Fuck for fake
Waarom zijn toch zoveel filmmakers op zoek naar de ultieme seksscène? Gaspar Noé bracht een gezelschap agents provocateurs bijeen, waaronder Larry Clark en Matthew Barney, om ‘het grensgebied tussen seks en beeldende kunst’ in beeld te brengen. Hoe bevrijdend is het om het seksuele te ontdoen van zijn ‘restricties’ zoals de titel van de omnibusfilm destricted aangeeft? Dana Linssen en Mike Naafs e-mailden over wat zij willen zien en niet willen zien en waarom zij soms toch blijven kijken.
MN: Er is niet echt een onderscheid tussen liefde en seks. Seks is een expressie van liefde. Seks is de mooiste manier om de liefde uit te drukken. Natuurlijk probeert een man de vrouw te penetreren als ze de liefde bedrijven. Maar haar echt penetreren zal hij nooit kunnen. Het is tragisch omdat een koppel dat de liefde bedrijft de wens heeft om te versmelten, om één te worden. Maar dat zal nooit lukken. Het zijn twee lichamen, en het zullen altijd twee lichamen blijven
‘Freedom of s-expression’
The fact that we are still arguing about sex in the cinema in 2006 could be construed as either a victory or a defeat for deep throat. We cannot stop talking about screen sex: that’s something. Yet we still cannot agree about it: that’s something else.
(Nigel Andrews, Financial Times, London over destricted)
MN: Ja, ik kijk weg bij de meeste reguliere seksscènes. Er is niets saaier dan twee acteurs die met een lapje tussen hun benen, net doen alsof ze ontzettend lekker aan het klaarkomen zijn. Fake-orgasmes, waarom zou je het je acteurs aandoen?
DL: Of de toeschouwers natuurlijk 😉 Maar: wat is daartegenover dan de meerwaarde van ‘echt’ klaarkomen in een film die verder fictie is? Dan maar ‘gewoon’ porno? Waarom moet op seksgebied de illusie doorbroken worden — dat is althans wat steeds meer filmmakers willen en willen laten zien — terwijl de rest suggestie mag blijven? Zo ga ik bijna geloven dat goeie seksscènes in films onmogelijk zijn (en misschien daarom wel zo’n artistieke uitdaging). Al is er nogal een verschil tussen het ‘echt’ in bijvoorbeeld Michael Winterbottoms 9 songs of Larry Clarks impaled die nu in de kortfilmserie destricted van Gaspar Noé te zien is.
MN: Echt klaarkomen heeft geen meerwaarde. Het gaat om wat je ermee doet. Ik ben het helemaal eens met Bruno Dumont, die zegt: "Cinema is niet de plek waar je leert hoe je de liefde moet bedrijven. Integendeel. Als je seksualiteit realistisch laat zien, betekent het helemaal niets. Ik gebruik het om iets uit te drukken. En daarom moet het gedeformeerd worden." Ergo: zonder deformatie in welke vorm dan ook is een seksscène dus porno. Je bent gericht op het hoofd of gericht op het kruis. En stiekem denk ik dat die vele cineasten die flirten met porno jaloers zijn op de porneasten, omdat die laatsten altijd raak schieten: het kruis reageert toch wel, zoals die zwarte larve in het begin van Matthew Barney’s bijdrage. Dat is toch de natte droom van elke filmmaker: zo’n fysieke reactie bij de toeschouwer? Dat had Lars von Trier volgens mij ook voor ogen met zijn Dogma-manifest: De mensen zo fysiek kunnen raken als met porno, alleen dan in het hart. Of in het hoofd. Kijk maar naar festen, pure emo-porno. Kijk maar naar die tien kuisheidsregels van ze: porno for dummies!
DL: Dan blijf ik met de vraag zitten: waarom? Alleen maar omdat ze jaloers zijn? Maak dan porno. Klaar is Kees. Maar er is schijnbaar iets wat in dat ‘grensgebied tussen kunst en porno’ onderzocht moet worden. In de stiekeme hoop dat het wel kan: seksscènes die sexy zijn en iets vertellen. Dat ‘iets’ lijkt trouwens altijd te moeten onttoveren. Alsof seks niet leuk mag zijn. Moralisme ten top. En waarom is dit trouwens vooral een issue als het over seks gaat?
Hoe interessant het ook is om te speculeren over de vraag waarom filmmakers seks op het scherm schijnbaar als hun artistieke final frontier beschouwen — de echte vraag is natuurlijk waarom toeschouwers er steeds naar blijven kijken. Voor de persvoorstelling van destricted in Cannes stond een enorme rij. Sensatie. En natuurlijk liepen er mensen weg. Hoera! Eindelijk weer eens een film om uit weg te lopen. En natuurlijk bleef het merendeel van de mensen zitten. Zo makkelijk laat de bourgeoisie zich tegenwoordig niet meer epateren. Omwille van de kunst blijven we zitten tot de laatste druppels sperma zijn weggeveegd. Als het porno was geweest hadden we ons veel sneller laten bevredigen en vervelen. Seks op het scherm: de ultieme bezwering van (artistieke) impotentie? Aan de andere kant geen betere suspense dan: krijgt hij een stijve of niet? Komt hij klaar of niet? Is het vrouwelijk orgasme per definitie artistiek: het laat zich makkelijker faken?! En dan weet ik nog niet waarom ík ernaar blijf kijken? Om dezelfde redenen wellicht: kijken of het kan.
MN: Ha! Fuck for fake, baby! Maar weg van de woordspelingen: maak dan porno, zeg je? Dat is toch saai. Niet vanwege het moralisme, maar omdat het dramatisch oninteressant is. Kijk naar die Sam Taylor Wood in zijn bijdrage: een man in Death Valley die zich aftrekt. Geil! Of in het geval van Richard Price: pornoscènes in 8mm met een zelf in elkaar gefröbelde soundtrack. Kunst! Grensgebied! Onzin. De denkfout van veel beeldmakers is dat je het moet kunnen laten zien omdat het bestaat. Of zoals Michael Winterbottom zich afvroeg voor 9 songs: bij Houellebecq kan het toch ook? Waarom doen we het dan niet op film? Kun je doen. Levert ook de nodige sensatie op. Mond op mond reclame. Maar je moet wel een idee hebben. Het tonen is iets heel anders dan het beschrijven. Houellebecq onderscheidt zich van de pornoboekjes door het feit dat hij kan schrijven. En doordat hij zijn scènes inbedt in een context, waardoor het functioneel wordt. Deel van een groter geheel. Zie Gaspar Noé. Ook reflectief op de daad zelf. Een uitspraak over seks, door seks te tonen. Net als bij geweld overigens. Maar wat een uitspraak van Noé, hij had van Dumont kunnen zijn: ‘We fuck alone’. Wat valt er meer te zeggen?
DL: Het verschil is dat je door film iets kunt ervaren wat fundamenteel anders is dan als je een boek leest, of plaatjes kijkt, namelijk tijdsduur en ‘kijkdwang’, je kunt niet terugbladeren, het even terzijde leggen en dan weer oppakken. Juist Gaspar Noé tart de tijdsbeleving van de toeschouwer door hem tegen of net voorbij de grens van het dragelijke te duwen. Wie iets wil ervaren moet dus blijven zitten. Weglopen is schijnverzet, want vanaf dat moment praat je niet meer mee. De perfecte illustratie van de sm-verhouding tussen maker en toeschouwer. Maar dat terzijde. Er heeft mij bij wijze van spreken niets eenzamer doen voelen dan te kijken naar we fuck alone (broer en zus leven respectievelijk incestueuze en Lolita-masturbatiefantasieën uit in hun eigen ex-kinderkamertje als paps en mams van huis zijn in gebruikelijke pulserende Noé-stijl). Dat gaat, door de directheid van beelden en bij Noé ook het geluid, verder dan Houellebecq. Die laatste kunnen mensen nog stiekem sexy vinden. Maar dit?
MN: Dit niet, nee. En dat is juist het punt. Ik wil geen seks zien, behalve als het schuurt, pijn doet, een daad van geweld is, of onpersoonlijk is, treurig (Post Coitum Omne Animal Triste Est!) of nietszeggend. Goeie seks? Geef mijn portie maar aan fikkie! En volgens mij overschat je de hoeveelheid mensen die dat wel willen zien. En waarom zoveel filmmakers het als het final frontier beschouwen? Zoveel makers, zoveel redenen, maar zeer vaak is het precies die sensatie die jij eerder noemde, wetende dat er nog altijd meer heilige huisjes om ver zijn te schoppen met penetraties dan met kogelgaten, zeker in Amerika. Dat is ook het enige bestaansrecht van zo iemand als Larry Clark. Onder het mom van perverse eerlijkheid — zo is de jeugd van Amerika! Gehersenspoeld door porno willen ze allemaal anaal! — de moralist uithangen.
DL: Preekt Larry Clark dan alleen maar voor de eigen bourgeois parochie? Of opent hij nog iemand ogen? Durft er iemand na impaled nog eens niet anaal te willen? Wil jij dat iemand destricted gaat bekijken?
MN: Wat Clark precies opent weet ik niet, wil ik misschien ook niet weten. Er zullen vast mensen zijn die geloven dat die puberkinderen die hij naar voren schuift een representatieve afspiegeling zijn van de jeugd en dat Amerika zieke tijden tegemoet gaat. Maar ik wantrouw zijn steekproef, ik geloof niet dat die kinderen, als een van de eerste generaties volledig opgegroeid met porno, zo gedeformeerd zijn. Maar de vraagstelling an sich vind ik interessant. Wat is de invloed van porno? Neuken meer mensen met het licht aan dan dertig jaar geleden, omdat het beeld zoveel belangrijker lijkt te zijn geworden dan het gevoel?
DL: Oh ja. Wij neuken allemaal anders sinds deep throat. Zelfs als we denken dat we nooit porno kijken. Omdat alles porno is. Van journalistiek tot reclame. Een eenmaal doorbroken taboe dendert door. Zet de nieuwe norm. De rest is preuts. Zwartgallige moralisten als Clark en Noé confronteren de sensatiebeluste toeschouwer met de grens (van dat moment), of duwen hem er net een stukje overheen. Misschien wel simpelweg om hem af te schrikken. Of om zichzelf af te schrikken. Waarschijnlijk ook vooral dat. Hun eigen demonen. Hun eigen schaamte.
MN: Zo kinderachtig en weinig fantasievol allemaal, dat oprekken van de grenzen. Bovendien is het allang gedaan. In de porno is immers voor alles een markt. Iedereen kan toch naar de dvd-boer lopen en iets in huis halen met geiten, paarden, dwergen of goochelaars? Laat in de cinema nu maar weer de verbeelding aan de macht komen.
Dana Linssen
Mike Naafs