De grote Zwaen

Wegkomen met een graai in de tas

  • Datum 21-10-2015
  • Auteur
  • Gerelateerde Films De grote Zwaen
  • Regie
    Max Porcelijn
    Te zien vanaf
    01-01-2015
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Na zijn bejubelde debuut, de misdaadkomedie Plan C, begeeft regisseur en scenarist Max Porcelijn zich in de zwarte komedie De grote Zwaen opnieuw in de wereld van improviserende criminelen.

In zijn novelle De spin voert schrijver G.F. Zwaen een hoofdpersoon op die, in wijdlopige terzijdes en met archaïsche adjectieven doorspekte bijzinnen, weinig anders lijkt te doen dan aarzelen en twijfelen. Maar als de schrijver op een avond bij zijn buurman annex boekhouder een bloederige plaats delict aantreft, duurt zijn aarzeling opmerkelijk kort. Tussen het bloed, de lijken en omgevallen inboedel ziet de door acute geldnood geplaagde Zwaen een grote tas met bankbiljetten staan. Drugsgeld, naar later zal blijken. Maar de schrijver denkt weg te komen met een stevige graai in de tas: "Ik heb geen golven gemaakt in de vijver". Daar denken de criminele eigenaren uiteraard heel anders over.
Met deze opzet begeeft scenarist en regisseur Max Porcelijn zich nadrukkelijk op het terrein van de gebroeders Coen, wier films wemelen van schlemielen die door een morele misstap in aanvaring komen met criminele types. De titel De grote Zwaen verwijst naar het magnum opus dat de megalomane schrijver ooit nog hoopt te schrijven — maar de opgeroepen associatie met The Big Lebowski is natuurlijk mooi meegenomen. Eerder dit jaar waagde Alex van Warmerdam zich ook al in Coen-country met zijn polderwestern Schneider vs. Bax. Waar Van Warmerdam koos voor een strakke plotgedreven thriller, daar hinkt Porcelijn helaas teveel op meerdere gedachten. Bij de Coens kan het graaien in een pot crimineel geld leiden tot een akelige helletocht als No Country for Old Men, maar ook tot een krankzinnige klucht, zoals het onderschatte Burn After Reading. Porcelijn gaat de Coensiaanse overdrijving echter uit de weg en kiest op z’n Hollands voor nuchterheid en onderkoelde ironie. Het zelfgenoegzame schrijverswereldje van Zwaen — die eigenlijk Zwaan heet — wordt nogal mild op de hak genomen, terwijl de Hollandse misdaadwereld in Porcelijns visie vooral lulligheid uitstraalt, met een hoog André Hazes-gehalte. Dat wordt benadrukt door acteurs in te zetten die vooral bekend zijn als komiek: Michiel Romeyn als hoofdboef, Ton Kas als corrupte smeris en Ruben van der Meer als de rechercheur die zich (luid slurpend aan zijn drankje) in de zaak vastbijt. Casting against type kan spannend uitpakken — maar het kan zijn doel ook voorbijschieten. Er valt heel wat te gniffelen, en de vaak half afgemaakte zinnen in Porcelijns dialogen komen heerlijk uit de acteursmonden gerold. Maar het duistere gedeelte van de zwarte komedie (er wordt heel wat afgeknald) komt niet van de grond. Cabaretier Peter van de Witte houdt zijn vertolking van schrijver Zwaen gelukkig vrij droog, waardoor je als kijker toch een (a)moreel ankerpunt houdt.

Fritz de Jong