DE GRIEZELBUS
Kinderhelden
Drie kersverse kinderfilmhelden zijn opgestaan in de Cinekid-openingsfilm Knetter, De griezelbus en Het paard van Sinterklaas. Ze nemen het op tegen klassieke monsters of ‘moderne’ problemen als integratie en een geesteszieke moeder.
Wat is dat, een held? Vraag het een kind: die weet het wel. Harry Potter is een held. En Frodo uit Lord of the rings. Die beschikken over bovennatuurlijke krachten, maar vooral moed om onmogelijke opdrachten tot een goed einde te brengen. Maar de moderne held kan ook een gewoon kind zijn dat onder buitengewone omstandigheden zijn persoonlijke problemen te lijf gaat.
Deze maand gaan drie Nederlandse kinderfilms in première waarin kinderen de helden zijn: Onnoval in De griezelbus, geregisseerd door Pieter Kuijpers naar het boek van Paul van Loon; Bonnie in Knetter geregisseerd door Martin Koolhoven naar een scenario van Mieke de Jong, en Winky in Het paard van Sinterklaas, het speelfilmdebuut van Mischa Kamp, waarvoor Tamara Bos haar boek tot een filmscenario bewerkte. Het is interessant om te zien waartegen deze helden anno 2005 ten strijde trekken.
Helden-in-de-dop Onnoval, Bonnie en Winky zijn stuk voor stuk buitenbeentjes. Ze worden gepest of op zijn minst uitgelachen om hun anders-zijn. Onnoval wordt belaagd door pestkop Gino, die hem maar een watje vindt: hij durft niet eens te vechten. Winky komt uit China en kent de Nederlandse gebruiken en gewoontes niet. Bonnie kampt met een probleem dat alleen al gedurfd is omdat het zelfs in volwassen films maar weinig tot onderwerp wordt verheven: ze heeft een manisch-depressieve moeder die de meeste tijd haar bed niet uitkomt. En als ze dat wel doet, haalt ze het in haar suffe hoofd om in pyjama Bonnie van school te komen halen. Van hun ouders moeten onze helden het dus niet hebben: voor het overwinnen van hun problemen zijn ze op zichzelf aangewezen.
De griezelbus blijft het dichtst bij het klassieke heldenverhaal. De elfjarige Onnoval neemt zijn hele klas mee op een ‘bovennatuurlijke’ Odyssee naar een sprookjeswereld: een vervallen pretpark waar de bloeddorstige graaf Vlapano de scepter zwaait. En ook al zijn de monsters die Onnoval verslaat in feite niet meer dan metaforen voor zijn angst om anders te zijn: voor veel verrassingen zorgt deze benadering niet.
Wortelvoorraad
In Knetter is de uitdaging waar Bonnie voor staat een stuk gewaagder. Ondanks het ‘zware’ onderwerp — een moeder die aan een psychische aandoening lijdt — hebben de makers de toon van het verhaal licht weten te houden door de moeder door de ogen van haar dochter te beschouwen. De manische buien zijn voor Bonnie grappig en pijnlijk tegelijk. Ondertussen moet ze ook nog de mevrouw van de kinderbescherming buiten de deur zien te houden en voor haar moeder zorgen. Tegen zulke zware taken is een kind — held of geen held — domweg niet opgewassen. Uit pure wanhoop stelt ze een daad: ze klimt op het dak, waar ze net zolang zal blijven zitten tot haar moeder haar pillen weer slikt.
De meest frisse variant op het heldenepos biedt Het paard van Sinterklaas, waarin de allochtone Winky op haar beurt tegen onrecht ten strijde trekt. Als haar vriendje, de oude pony Saartje sterft, vraagt ze voor Sinterklaas een nieuw paard. Ze stelt er alles voor in het werk: ze haalt de totale wortelvoorraad uit de restaurantkeuken om daarmee alle schoenen die ze vinden kan vol te stoppen en ze zingt sinterklaasliedjes tot ze erbij neervalt. Als Sinterklaas haar school aandoet om haar met een prul af te schepen, zegt ze hem — tot schrik van haar klasgenootjes — stevig de waarheid: ‘Rotsinterklaas!’ Dankzij die heldendaad bereikt ze wat ze wil.
Waar het camerawerk in Knetter conventioneel blijft, maakt het Winky in Het paard van Sinterklaas tot een echte filmische heldin. Het op heuphoogte gedraaide verhaal trekt de kijker de wereld van Winky binnen. Visuele grapjes verhogen het kijkplezier en winnen ons voor Winky’s onbevangen blik op de wereld. Haar naturel overtuigt waar het acteerwerk van de jongens en meisjes in De griezelbus nogal gekunsteld overkomt; alsof ze zich in die door ‘grote mensen’ gefabriceerde fantasiewereld al bij voorbaat minder op hun gemak voelen. Waar Winky zwijgt, vertelt de camera ons wat ze voelt: het lege duinweidje waarin de oude pony Saar ontbreekt spreekt wat dat betreft boekdelen. En het bewijst dat een modern filmsprookje — in tegenstelling tot De griezelbus — ook heel goed zonder trucagemiddelen vorm valt te geven.
Zoals het echte helden betaamt, durven Onnoval, Bonnie en Winky uiteindelijk elk hun eigen weg te kiezen; door ‘anders’ en dus zichzelf te zijn. Onnoval laat ons zien dat je je niet door mensen met een grotere bek of dikkere spierballen op je kop hoeft laten zitten. Bonnie leert ons dat je niet alles zelf hoeft te kunnen en dat het van moed getuigt de juiste persoon om bijstand te vragen. Maar Winky spant de kroon: haar anders-zijn stelt haar in staat om tegen een oude traditionele Nederlandse kinder-‘held’ aan te trappen. Niet Sinterklaas, maar Winky is de ware held van het komende filmseizoen.
Karin Wolfs
Cinekid vindt plaats van 23 t/m 30 oktober in het hele land. Informatie en reserveringen in Amsterdam: 020-4272127.