The Lord of the Rings: The Return of the King

De oude wond

Ringdragers Sam, Frodo en Gollum in The return of the king

Het laatste deel van de The Lord of the Rings-trilogie is een ongekend spektakel waarin de strijd om Midden-Aarde wordt beslist. Maar zoals schrijver J.R.R. Tolkien, Eerste Wereldoorlog-veteraan tegen wil en dank, al vertelde: oorlog kent geen overwinnaars.

Het is zondag 11 februari 1989, een uur of zeven uur ’s ochtends. Het dak gaat er af in een kokend Tuschinski 2 tijdens een vertoning van Bad Taste, een Nieuw-Zeelandse horrorkomedie die tijdens het Amsterdamse festival The Weekend of Terror zijn Nederlandse première beleeft. De uitzonderlijk grove maar volstrekt hilarische splatstick is het werk van de onbekende Nieuw-Zeelandse filmmaker Peter Jackson, die ogenblikkelijk in de harten van horrorfans wordt gesloten. Jackson heeft niet alleen de regie, maar ook productie, scenario, speciale effecten en montage voor zijn rekening genomen, en hij speelt ook nog eens twee rollen. Ik babbel wat na met vrienden en al snel ontstaat consensus: van dit eenmansleger gaan we meer horen en zien.

December 2003. Peter Jackson heeft het inderdaad ver geschopt: de kerstdagen naderen en dat betekent voor het derde jaar op rij dat men geen kant op kan kijken zonder minstens een glimp op te vangen van de hype die zijn The Lord of the Rings-trilogie genereert. Het vorige deel The Two Towers werd een enorme hit — het neemt de vierde positie in op de ranglijst van de meest succesvolle films aller tijden — en men mag verwachten dat het spectaculaire slot van de trilogie, The Return of the King, eveneens zal uitgroeien tot een enorme kaskraker.

Toch rommelde het in Nieuw-Zeeland. Nog voor de wereldpremière in Wellington werd al duidelijk dat tovenaar Saruman (Christopher Lee), die een prominente rol vervult in de eerste twee delen, ditmaal schittert door afwezigheid. Regisseur Peter Jackson verklaarde dat de scène waarin Saruman van het toneel verdwijnt sneuvelde tijdens de montage van The Two Towers en dat men het onverstandig achtte het derde deel te beginnen met het afsluiten van zijn verhaal. De druiven zullen zuur zijn voor de 81-jarige Tolkien-fanaat Lee, temeer daar hij naar verluidt de kwade tijding via het internet moest vernemen.

En er zijn meer frustraties. Telkens werden de bioscoopversies gevolgd door langere dvd-edities die aantoonbaar beter waren. In beide gevallen vielen meer details op hun plek, wonnen personages aan diepgang, werd het ritme strakker, kortom, de balans werd gevonden. Er is bijvoorbeeld aan de dvd-editie van The Two Towers een lange flashback toegevoegd waarin de moeizame relatie van de broers Boromir (Sean Bean) en Faramir (David Wenham) met hun vader Denethor (John Noble) aan bod komt. De scène biedt kijkers die het boek niet kennen een belangrijk inzicht in het merkwaardige handelen van Boromir in The Fellowship of the Ring. Zo is een bioscoopbezoek aan de derde film voor de liefhebbers wederom een dualistisch gebeuren: het getoonde is van zeer hoog niveau, maar niet zonder tekortkomingen. Dat nu al bekend is dat de latere dvd-editie van The Return of the King minstens veertig minuten aan extra materiaal zal bevatten en de meeste oneffenheden waarschijnlijk zal wegstrijken, zorgt voor een vreemde nasmaak.

Gekrijs
In het slot van de trilogie bevindt de oorlog om Midden-Aarde zich in de beslissende fase. De kwaadaardige vorst Sauron stuurt een ontzagwekkend leger naar Minas Tirith, de stad van het vrije mensenrijk Gondor, in de overtuiging dat zijn ring zich daar bevindt. Maar intussen hebben Frodo (Elijah Wood) en Sam (Sean Astin) met hun gids Gollum (Andy Serkis) een geheime doorgang gevonden naar Saurons rijk Mordor, de enige plek waar de ring en zodoende ook de vorst vernietigd kan worden.

In The Return of the King komen de verschillende verhaallijnen van de laatste twee delen tot een eind en verschuiven de zwaartepunten. In The Two Towers stal Andy Serkis de show met zijn vertolking van Gollum, een tragisch creatuur dat lichamelijk en geestelijk ten onder is gegaan aan de corrumperende invloed van de ring. In het slot is zijn rol minder complex en is het aan Sean Astin om de emotionele kern van de film te raken, een taak die hij overigens met verve vervult. De hoofdmoot van de film bestaat uit de strijd bij Minas Tirith, ook bekend als ‘The battle of the Pelennor fields‘. Wat Jackson wist klaar te spelen met ‘The battle at Helm’s Deep‘ in het tweede deel was verbluffend, maar ditmaal worden alle registers opengetrokken. Cinematografisch gezien is dit de moeder aller veldslagen, een hels spektakel waarin tienduizenden zich met doodsverachting, bruut geweld en donderend geraas op elkaar storten. Dit is het hoogtepunt in de zeven jaar durende samenwerking tussen Jackson en de verschillende effectenteams die aan de trilogie werkten: de combinatie van live-action, CGI en schaalmodellen levert een stuk Totale Cinema van de eerste orde op.

Ook de horror-achtige sfeer van Tolkiens boek is knap gevangen. De opkomst van de Heer der Nazgûl, Saurons machtigste dienaar, is grandioos — met oorverdovend gekrijs verrijst hij uit Minas Morgul, een sinister bouwwerk waarvan de gloeiende fundamenten in de hel verankerd lijken. Ook het voorwereldlijke monster Shelob zorgt voor huivermerg en een reis door een met geesten bevolkte onderwereld is beslist beklemmend. Dat de film in Nederland de adviesleeftijd van twaalf jaar heeft gekregen, wekt in dit opzicht geen enkele bevreemding.

Oogcontact
Tijdens de montage en postproductie van The Return of the King had Peter Jackson een voorsprong op de andere delen. De personages zijn bekend, de spanningsboog is present en alles beweegt zich naar het onafwendbare einde. Toch ontstaat er enige irritatie over simplificaties en losse eindjes. Maar het echte venijn zit hem in de staart. Waar Tolkien een verrassend kort, bondig en verpletterend slot schreef, heeft Jackson de grootste moeite het epos tot een aanvaardbaar einde te brengen. Nu hoort u mij niet klagen over de vlagen Shakespeare en de theatrale sfeer van de verfilming — die zijn inherent aan de materie en geen belemmering om mee te voelen met de personages. Maar Jackson laat zijn helden wel heel wat traantjes wegpinken en is ver gegaan in het uitmelken van de vriendschap tussen Sam en Frodo, en over het voortdurend terugkerende en langdurige oogcontact tussen de twee hobbits zullen ongetwijfeld in menige bioscoop luidruchtige en weinig subtiele opmerkingen gemaakt worden.

Maar eerlijk is eerlijk: Jackson heeft wel van andere fouten geleerd. Het heen en weer schakelen tussen drie verhaallijnen in The Two Towers verliep houterig, met als dieptepunt het plotselinge wegsnijden van het strijdgewoel in Helm’s Deep naar de avonturen van Merry en Pippin tussen de woudreuzen van Fangorn. Dat soort rare capriolen ontbreken in The Return of the King. Als er uit dit slotstuk nog iets duidelijk wordt, is het wel dat alle opnamen van majestueuze landschappen en de enorme hoeveelheid digitale effecten nergens een doel op zich vormen, maar in dienst staan van het vertellen van een verhaal; effecten-supervisor Richard Taylor spreekt dan ook van ‘heartware instead of hardware‘. Hoe ironisch is het in dit opzicht dat de The Matrix-trilogie — ook zo’n strijd over de toekomst van de mensheid — na een sterk eerste deel uiteindelijk vastliep in het drijfzand van enen en nullen waar Jackson overheen is gestapt.

Hippies
Na Londen en Parijs vinden de Europese première en de massale, zes uur durende persjunket ditmaal in Berlijn plaats. Peter Jackson oogt na zeven jaar noeste arbeid vermoeid en is aanmerkelijk minder geestig dan op de vorige gelegenheden. De overeenkomsten tussen de weemoed die het einde van Tolkiens verhaal oproept en de melancholie die na het afronden van het monsterproject opdoemt zijn niet toevallig. Jackson: “In het begin leek alles wel een droom. De productiemaatschappij New Line wilde driehonderd miljoen dollar spenderen aan een fantasy-trilogie, terwijl de voortekenen ongunstig waren. Uit onderzoek bleek dat Tolkien bij de jeugd, financieel gezien de belangrijkste doelgroep, niet populair was. Natuurlijk wist ik dat de hippies die het boek in de jaren zestig en zeventig verslonden zouden komen opdagen, maar dat was het wel. Maar nu alles succesvol is afgerond voel ik me triest, want ik moet afscheid nemen van de acteurs, die mijn vrienden zijn geworden. En ik besef terdege dat ik in mijn leven waarschijnlijk nooit iets groters zal maken dan The Lord of the Rings. Het is niet iets waar je makkelijk een schepje bovenop doet. Voorlopig ga ik gewoon verder met films maken die me aanspreken en probeer ik me ver van een patroon te houden.”

Inmiddels zijn de voorbereidingen voor Jacksons remake van King Kong al begonnen. Maar achter de horizon gloort een terugkeer naar Midden-Aarde. De regisseur licht een tipje van de sluier op over de plannen van een verfilming van Tolkiens The Hobbit: “Als we The Hobbit gaan verfilmen zal eerst een rechtenkwestie moeten worden afgewikkeld: United Artists heeft de rechten verworven, dus moet New Line de zaak met hen regelen. Als dat lukt ben ik hun man. Het lijkt me toch dat ik de meest geschikte regisseur voor zo’n verfilming ben. Het zou mooi zijn als we een gevoel van continuïteit kunnen waarborgen door met een aantal van de acteurs uit The Lord of the Rings in zee te gaan.”

Handschoen
De filmtrilogie is voor hen die zich niet doodergeren aan puntoren en harige voeten een overweldigend epos. Naast de goed op een breed publiek toegesneden ingrediënten is The Lord of the Rings tevens een droevig en actueel verhaal over hen die zich in de oorlog opofferen om anderen vrijheid te schenken. Voor Tolkien, die de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog aan den lijve ondervond, waren de pijn om het verlies van naasten en de melancholie van hen die door de hel gingen en terugkeerden de centrale thema’s. Uiteraard komen die thema’s in dit laatste deel tot volle wasdom. Jackson: “Een oorlog waarbij vrijheid op het spel staat, zoals de Tweede Wereldoorlog, is het waard om gevochten te worden, zo zei Tolkien. Maar hij zei ook dat er aan het einde geen echte overwinnaars zijn: zij die overleven betalen een hoge prijs met een wond die nooit zal helen.”

The Lord of the Rings stond lang te boek als onverfilmbaar. Peter Jackson pakte dapper de handschoen op met de kennis dat hij onmogelijk alle Tolkien-fans tevreden kon stellen. Maar beoordeeld op de filmische merites is het drieluik niets minder dan een meesterwerk. Dat meesterwerk telt inmiddels 631 minuten. En daar komen er volgend jaar weer wat bij.