Coming 2 America

Eeuwig zonde

Coming 2 America

Eddie Murphy lacht vaardig zijn 24-karaats glimlach, maar dit vervolg op zijn hit Coming to America uit 1988 (!) wordt zelden meer dan behaagzieke nostalgie.

Toegegeven, het spreekt minder tot de verbeelding dan, pak ‘m beet, Stanley Kubricks nooit gemaakt film over Napoleon, of Alejandro Jodorowsky’s Dune. Maar toch: de Ryan Coogler-versie van Coming 2 America kan gerust worden bijgeschreven in het grote boek van films die hadden moeten bestaan. Coogler deed zijn pitch jaren geleden, toen hij een aanstormend talent was dankzij Fruitvale Station maar nog niet de immens succesvolle maker van Marvel-film Black Panther. Maar komiek Eddie Murphy, hoofdrolspeler van het origineel, zag er niets in en ontwikkelde in plaats daarvan zijn eigen idee voor een sequel.

Eeuwig zonde. Coogler bewees met zijn Rocky-sequel Creed (2015) al een scherp oog te hebben voor een hedendaagse update van een geliefde klassieker, die niet verzandt in valse nostalgie maar het oude verhaal actuele urgentie inblaast. Met Black Panther opende hij bovendien de deur naar een voor Hollywood compleet nieuwe weergave van Afrika: het fictieve land Wakanda is in die film niet alleen een kleurrijke en vreugdevolle plek, maar ook een technologische voorloper en een progressieve welvaartsstaat.

Het is een prikkelende gedachte wat er gebeurd zou zijn als hij eenzelfde visie had toegepast op het al even fictieve Zamunda, het thuisland van de door Murphy gespeelde prins Akeem uit eighties-hit Coming to America (1988). Het door Craig Brewer geregisseerde Coming 2 America leent wel het kleurrijke oppervlak van Black Panther – de films delen de Oscar-winnende kostuumontwerper Ruth E. Wilson en dat is duidelijk te zien. Maar hier wordt progressieve identiteitspolitiek gereduceerd tot een dun laagje vernis op een verhaal dat in de kern alle oude rolpatronen in stand houdt.

Het verhaal is even rechtdoorzee als nodeloos omslachtig, en komt uiteindelijk neer op een simpele omkering van het geliefde origineel. In die film reisde prins Akeem uit Zamunda naar de wijk Queens in New York om zijn koningin en ware liefde te vinden. Dertig jaar later staat Akeem op het punt koning te worden, maar heeft hij geen opvolger – want zijn drie dochter tellen niet in het uiterst traditionele Zamunda. Dan blijkt hij op zijn trip naar Amerika een buitenechtelijke zoon te hebben verwekt, die halsoverkop naar Zamunda wordt gehaald, samen met wat uiterst New Yorkse familieleden. De beoogde kroonprins moet allerlei tests doorstaan, krijgt intussen ruzie met Akeems oudste dochter die zichzelf koningin had zien worden, en worstelt bovendien met zijn aanstaande uithuwelijking met de dochter van de leider van buurland Nextdoria – net als zijn vader

Coming 2 America is een behaagzieke film – tot ver over de helft van het verhaal wordt bijvoorbeeld gestrooid met fragmenten uit de eerste film, en er zijn eindeloos veel grappen over de grappen van weleer. Het maakt ook dat ‘behaaglijk’ uiteindelijk het hoogst haalbare is. Dat is de film al met al best; Murphy weet goed werk te maken van zijn 24-karaats-glimlach, en in de scènes waarin Wesley Snipes opduikt (als uitvergrote karikatuur van een Afrikaanse dictator) krijgt de boel zowaar wat energie. Maar het voelt toch vooral als een avondje in de kroeg met een lang vergeten schoolvriend, die maar niet op kan houden anekdotes over vroeger op te dissen. De vraag hoe het nú dan met hem gaat, is aan dovemansoren gericht.