Chinatown

Slechtheid onder de Californische zon

Chinatown

Los Angeles is het ultieme toneel van de film-noir. Het misdaad­genre is vergroeid met de stad. Het onbetwiste hoogtepunt van deze opmerkelijke wisselwerking tussen cinema en architectuur is Chinatown (1974). Roman Polanski’s klassieker is nu digitaal gerestaureerd.

Ongeveer honderd jaar geleden vestigde de filmindustrie zich in Los Angeles. Sindsdien zijn de meeste Amerikaanse films mede uit het oogpunt van kostenbesparing hier opgenomen. Het beeld dat de meeste mensen hebben van Los Angeles komt dan ook voor een groot deel uit films.

Dat beeld dat zich in ons collectieve geheugen heeft genesteld is natuurlijk een cliché: vermogende stedelingen die zich hebben teruggetrokken aan de kust en in de heuvels; de tussenliggende verpauperde wijken in valleien die dienen als reservoir waarin de corruptie kan worden afgevoerd. In noir-films bewegen personages zich voortdurend tussen deze twee milieus.

Roman Polanski speelt hier opzichtig mee in Chinatown (1974), zijn portret van Los Angeles in het Interbellum. In 1937 neemt de klungelige privédetective Jake Gittes (Jack Nicholson) het op tegen de rijke, oppermachtige Noah Cross (John Huston), die heerst vanuit zijn landgoed, ver van het geraas van de stad. Tijdens een routineonderzoek naar overspel ontdekt Gittes per ongeluk dat er op gezette tijden zoetwater wordt geloosd in de Grote Oceaan, terwijl Los Angeles en de omliggende gemeenten kampen met een watertekort. Politie en politici blijken betrokken bij het complot.

Zelfspot
Polanski wist met Chinatown het klassieke genre van de film-noir te vernieuwen, met een overigens nog altijd relevante boodschap over de Californische waterproblematiek. Producent Robert Evans (The Godfather, 1972) en acteur Nicholson spoorden de Poolse cineast aan om de film te regisseren. Volgens de overlevering werd het script van Robert Towne (Mission: Impossible, 1996) nog flink bewerkt.

Het eindresultaat is virtuoos, met een scherp contrast tussen de zonrijke buitenscènes en de subtiele belichting van de schimmige interieurs. De eenkleurige camerazetting – een beige waas – versterkt de morele ambiguïteit van de personages en de stad. De mise-en-­scène lijkt te worden verzwolgen door de kleur van de woestijn. Deze zorgvuldig vervaardigde sfeer van cynisme wordt nog versterkt door de verfijnde pianopartijen van componist Jerry Goldsmith.

Sunset Boulevard

Ook het acteerwerk is uitzonderlijk: Faye Dunaway vertolkt op memorabele wijze femme fatale Evelyn Mulwray. Nicholsons spel – de helft van de film met een verband op zijn neus – is onovertroffen. In uitspraken als “I don’t want your last dime” vindt hij de perfecte bijbehorende mimiek en cadans.

Nicholsons Jake Gittes verlangt niet letterlijk je laatste dubbeltje, maar veel zal het niet schelen, zoveel wordt duidelijk. Zijn personage bezit een zeldzame mengeling van cynisme en zelfspot en parodieert de traditionele film-noir-protagonist, die in de jaren veertig en vijftig al zinspeelde op het (morele) verval van Los Angeles. Billy Wilder regisseerde Double Indemnity (1944) en Sunset Boulevard (1950), waarin mannen als Walter Neff en Joe Gillis de grootstedelijke neergang belichamen. Auteur Raymond Chandler – die meeschreef aan het scenario van Double Indemnity – behandelt in zijn misdaadromans soortgelijke kwesties. Onder meer The Big Sleep (1939) en The Long Goodbye (1953) werden later verfilmd.

Samenzweringen
Chinatown en The Long Goodbye – eveneens over een dwalende privédetective – zorgden voor een opleving van film-noir in de jaren zeventig. Er kwam een einde aan de subversieve tegencultuur, de linkse idealen en de kunstmatige voorspoed. De excentrieke inwoners van Los Angeles die lijken te worden bezongen in ‘People Are Strange’ van The Doors, verloren hun onschuld. Volgelingen van sekteleider Charles Manson vermoordden Roman Polanski’s echtgenote Sharon Tate in 1969 op brute wijze. De rechtszaak tegen de Manson Family markeerde hoezeer de hoop in rook was opgegaan.

In de jaren daarna smolt Polanski zijn bittere wereldbeeld samen met dat van Chinatown. Het is veelzeggend dat Ronald Reagan destijds gouverneur was van Californië. De acteur die een decennium later opklom tot president, werd met zijn Reaganomics – laissez-faire-politiek – in kunstenaarskringen persoonlijk verantwoordelijk gehouden voor het wijdverbreide culturele pessimisme van die tijd. Los Angeles leek wederom gedoemd te mislukken en dat is in beginsel de perfecte voedingsbodem voor film-noir.

Deze keer gingen films de actualiteiten voor. Het aftreden van president Richard Nixon op 9 augustus 1974 naar aanleiding van het Watergate-schandaal gebeurde een kleine twee maanden nadat Chinatown in première was gegaan. Buiten Los Angeles was er eveneens aandacht voor samenzweringen. In juni verscheen The Parallax View (1974), als onderdeel van Alan J. Pakula’s paranoiatrilogie. Een maand eerder won thriller The Conversation (1974) de Gouden Palm in Cannes.

Desalniettemin kwamen films waarin het maatschappelijk wantrouwen wordt verbeeld het beste tot hun recht in Los Angeles. In de jaren negentig speelde de stad wederom uiteenlopende rollen. De inherente slechtheid van Los Angeles werd nu stellig verbeeld zonder visuele metaforen. Zoals in de openingsscène van L.A. Confidential (1997) – een parodie op een parodie. Misdaadjournalist Sid Hudgens (Danny De Vito) vertelt hoe de Californische zonneschijn de diepgewortelde slechtheid verbloemt: “We are selling an image.”

Heat

Vervoering
Talloze filmmakers lieten zich inspireren door film-noir. In Heat (1995) gebruikt Michael Mann de meest verpauperde straten van Los Angeles als achtergrond voor actiescènes. Met luchthaven LAX als vervreemdend eindstation. De gebroeders Coen laten hun hoofdpersonage dwalen door de stad in The Big Lebowski (1998). Quentin Tarantino laat zijn Pulp Fiction (1994) zich afspelen in de afzichtelijke buitenwijken van Los Angeles.

Het film-noir-genre is nog steeds springlevend. In 2011 maakte de Deense regisseur Nicolas Winding Refn het serieuze Drive en recenter de minder serieuze persiflage The Neon Demon (2016). Winding Refn is net als Polanski een buitenstaander die door te parodiëren de excessen van Los Angeles onder een vergrootglas legt.

In het lichtvoetiger The Nice Guys (2016) van Shane Black wordt op soortgelijke wijze geflirt met clichés uit de film-noir. Acteurs Russell Crowe en Kim Basinger verwijzen in hun samenspel naar hun eerdere samenwerking in L.A. Confidential. Zulke referenties zijn dan ook onlosmakelijk verbonden met film-noir. In Chinatown verwijst de aanwezigheid van cineast John Huston met zijn personage Noah Cross naar de klassieke periode van het genre. Huston is immers de regisseur van The Maltese Falcon (1941), een film-noir-meesterwerk dat werd opgenomen in dezelfde periode waarin Chinatown zich afspeelt.

Noah Cross is de sleutelfiguur in Chinatown. Cross en zijn zakenpartner Hollis Mulwray zijn gebaseerd op William Mulholland, ooit de architect van het aquaduct van Los Angeles. Mulholland stond aan het hoofd van het departement van water en energie en zag in 1913 toe op de bouw van het waterreservoir. Dankzij deze infrastructurele projecten kon Los Angeles uitgroeien tot een metropool. De keerzijde was echter dat de verderop gelegen agrarische gebieden droog kwamen te liggen. De schimmige wijze waarop de waterwinning werd geëxploiteerd leidde in de jaren twintig tot protesten onder de boerenbevolking. Precies deze geschiedenis is de inspiratie voor Chinatown.

Blue Velvet

Polanski visualiseert deze onbestemdheid onder meer via de zoutwatervijver die Mulwray heeft in zijn achtertuin. Het gras sterft telkens af. David Lynch gebruikt een soortgelijke visuele metafoor in Blue Velvet (1986), waarin een keurig gemaaid grasperk wordt bezoedeld door een afgesneden oor. In 2001 maakte Lynch Mulholland Drive. De titel verwijst naar de geraffineerde ingenieur en de weg in de heuvels van Los Angeles die naar hem is vernoemd. Daar strandt zijn personage Rita na een aanrijding. ‘Mulholland Drive’ verwijst naar een plek die overloopt van corruptie en verval. In Sunset Boulevard weerklinkt de promenade waar ooit de puissant rijke sterren van de zwijgende film flaneerden in hun mondaine voertuigen. En Chinatown? Chinatown is de Chinese wijk waar Gittes terechtkomt in zijn zoektocht naar de waarheid – een plek van moord en incest. Chinatown is het bastion van cynisme. Het bekendste citaat uit de film spreekt boekdelen: “Forget it Jake. It’s Chinatown.

Stuurloos schip
Waarom is Los Angeles zo’n moedeloze plek? Zo’n plek waar complotten kunnen worden gesmeed? Zijn het de schaduwrijke rijbanen die een bepaalde onrust uitstralen? Zit er onder het wegoppervlak een groot abces verscholen? Een andere verklaring is dat Los Angeles een stuurloos schip is – een stad zonder centrum. Bunker Hill, de voormalige toegangspoort tot de binnenstad, werd in de jaren vijftig platgelegd. Grootschalige suburbanisatie had in het gebied gettovorming tot gevolg. Het stadsbestuur zag zich genoodzaakt de wijk om te vormen tot het zakelijke district dat het nu is.

Los Angeles werd lelijker en lelijker. Daar kwamen later nog de snelwegen en de smog bij. Fiorello LaGuardia, toenmalig burgemeester van New York, voorzag al voor de Tweede Wereldoorlog de betonnen jungle die Los Angeles zou worden. Dit uiteindelijke wanproduct – een wirwar aan verkeersaders – wordt treffend verbeeld in Paris, Texas (1984). De droom die Los Angeles kan zijn, verandert in een nachtmerrie. Polanski speelt met deze eindeloze transformatie. De scène waarin Gittes Mulwray schaduwt in een roeiboot, filmde hij in Echo Park, het vroegere Edendale waar studiofilms werden opgenomen voordat Hollywood bestond. Toen werden daar dromen waargemaakt, nu kuieren mannen hier met hun maîtresses.

Inherent Vice

In de Chinatown van deze generatie, Inherent Vice (2014), wordt eveneens de nadruk gelegd op de gedaantewisselingen van Los Angeles. In zijn boekverfilming brengt regisseur Paul Thomas Anderson het einde van de tegencultuur aan het begin van de jaren zeventig in beeld. Dit is grofweg dezelfde periode waarin Polanski Chinatown filmde. Beide hoofdpersonen zijn detectives. Doc Sportello (Joaquin Phoenix) en Gittes zijn allebei in de ban van een samenzwering en worden gemanipuleerd door machtige mannen. De achterliggende boodschap lijkt eveneens hetzelfde: de strijd tegen het establishment is zinloos.

Noir-films als Chinatown en Inherent Vice dragen met hun clichés zelf bij aan het misantropische beeld dat er bestaat van Los Angeles. Ze pareren met hun maatschappijkritiek daarentegen wel de valse politieke realiteit die veel Hollywood-scenaristen het publiek voorschotelen.

Noir-films insinueren dat verandering mogelijk is en dat verandering noodzakelijk is. In het licht van de aankomende Amerikaanse presidentsverkiezingen is Chinatown nog steeds actueel, met zijn rijke mannen zoals Noah Cross die overal mee wegkomen. Gittes begrijpt niets van zijn machtswellustige tegenstander: “What can you buy that you can’t already afford?” Dit is het moment in de film waarop een regenbui de zonden van Los Angeles zou moeten wegspoelen. Zo’n scène ontbreekt echter in Chinatown. Het is tekenend voor het meesterwerk dat de film is. In de cynische wereld van Roman Polanski’s Los Angeles zal het nooit meer gaan regenen. “Forget it Jake. It’s Chinatown.