Charlatan

Eerbiedig staren naar pies

Charlatan

Dit portret van de eigenzinnige Tsjechische natuurgenezer Jan Mikolášek, speelbal van opeenvolgende totalitaire regimes, blijft ondanks zijn eigenzinnige hoofdpersonage wat op de vlakte.

Waarom wordt Angnieszka Holland toch zo makkelijk over het hoofd gezien? Sinds haar debuut in de jaren zeventig werkte de Poolse filmmaker vrijwel onophoudelijk, zowel in Europa als in Amerika, met een omvangrijk en gevarieerd oeuvre als resultaat. Ze werkte samen met grootheden als Andrzej Wajda en Krzysztof Kieślowski; drie van haar films werden voor Oscars genomineerd; en ook op de internationale festivals viel ze regelmatig in de prijzen. Achter de schermen speelt ze sleutelrollen in de filmwereld – ze was voorzitter van de Polish Film Academy en staat sinds vorig jaar aan het hoofd van de European Film Academy.

Toch zal haar naam niet snel voorkomen op lijstjes van de grootste nu werkzame regisseurs. Daarbij speelt ongetwijfeld mee dat ze een vrouw is – wat het des te jammerder maakt dat ook Mark Cousins in zijn lofzang op vrouwelijke filmmakers Women Make Film (2018) geen enkele film van Holland langs laat komen. Maar misschien staat ook juist die breedte van Hollands oeuvre haar reputatie in de weg: haar werk is niet te vangen in één terugkerende thematiek en ze heeft geen uit duizenden herkenbare eigen stijl.

Die breedte wordt direct zichtbaar als we kijken naar haar handvol meest recente films. Charlatan, een biopic van genezer en kruidkundige Jan Mikolášek, is haar eerste film sinds Holocaust-drama In Darkness (2011) die in Nederland wordt uitgebracht. Tussendoor maakte ze nog de metafysische ecothriller Spoor (2017) en Mr. Jones (2019) over een vergeten communistische genocide in het Oekraïne van de jaren dertig. Vind daar maar eens een rode draad in – en, eerlijk is eerlijk, ook de kwaliteit van haar films is wisselend.

Charlatan is wat dat betreft een uitschieter naar boven, maar ook weer geen meesterwerk. Maar eigenzinnig is het portret van herborist Mikolášek (1889-1973) zeker. De film springt heen en weer tussen verschillende periodes in Mikolášeks leven, met als rode draad zijn worstelingen met de opeenvolgende totalitaire regimes in Tsjechië. In de vertelling van Holland speelt daarbij ook zijn verborgen homoseksualiteit een rol, hoewel dat volgens Tsjechische critici niet te staven is in historische bronnen. In de film heeft de genezer een decennialange relatie met zijn assistent Frantisek Palko (Juraj Loj), maar in ieder geval die naam is verzonnen.

De film steunt vooral op het krachtige spel van de Tsjechische steracteur Ivan Trojan in de hoofdrol (en diens zoon Josef als Mikolášek in zijn jongere jaren). Mikolášeks ‘gave’ om op basis van een visuele analyse van de urine van zijn patiënten een diagnose te stellen van hun kwalen, levert Holland haar sterkste beelden op. De eerbiedige manier waarop hij de goudgele flacons vol pies tegen het licht houdt, en de eerbied waarmee Holland dat toont, zijn fascinerend. Toch blijft haar portret van deze ‘wonderdokter’ al met al wat op de vlakte.