Avatar: Fire and Ash
Cameron als chroniqueur
Avatar: Fire and Ash
Vergis je niet: Avatar: Fire and Ash, het derde deel in James Camerons peperdure sciencefictionreeks, is weliswaar een spektakelstuk, maar het visuele vuurwerk op planeet Pandora staat in teken van existentiële reflecties – over liefde, leed, verlossing, vernietiging en de mogelijkheid van een utopisch hiernamaals.
In het huidige filmlandschap is de Avatar-reeks de enige franchise die nog teruggrijpt op een traditie uit de tijd van van The Lord of the Rings en Harry Potter. Namelijk het idee dat je met je familie rond de feestdagen elke paar jaar terug kan keren naar een geliefd fictief universum. Dat is door Hollywood uit het zicht verloren. En dat terwijl zo’n gedeeld filmritueel in de decembermaand een aangename manier is om die soms wat plichtmatige tijd met elkaar door te brengen.
Gelukkig is er nu Avatar: Fire and Ash, het overrompelende derde deel van James Camerons reeks die in 2009 begon en volgens planning in 2031 zal eindigen met deel vijf. Maar met zijn steeds radicalere keuzes beweegt Cameron weg van voorgekauwde kost voor het hele gezin. Meer dan een familie-epos is dit Camerons antwoord op Francis Ford Coppola’s Megalopolis (2024), in die zin dat de meest winstgevende regisseur uit de filmgeschiedenis zo’n beetje alles over de huidige staat van onze wereld wil vangen in de oogstrelende, hyperrealistische en tegelijkertijd ook onwerkelijke natuur van Pandora.
Een beknopte samenvatting van wat vooraf ging: Jake Sully (Sam Worthington) was ooit een marinier in een rolstoel die namens het imperialistische leger van de mensheid naar het grondstofrijke Pandora vloog om Afghanistan en Irak dunnetjes over te doen. In Avatar (2009) liep hij over naar het kamp van de oorspronkelijke bewoners, de Na’vi, en mocht hij na een strijd met de aardse kolonisten door een unieke samenkomst van technologie en de goddelijke interventie van Eywa, de godheid van Pandora, permanent in het lijf van zo’n blauw wezen wonen. Hij trouwde met de temperamentvolle krijger Neytiri (Zoe Saldaña) en stichtte een familie, terwijl de mensheid een nieuwe invasie plande. Die kwam er in het vervolg, Avatar: The Way of Water (2022), waarin de leider van het genocidale leger, de op wraak zinnende kolonel Quaritch (Stephen Lang), nu zelf ook in het lijf van een Na’vi huisde. Onder de vele slachtoffers op Pandora was ook een zoon van Jake en Neytiri.
In Fire and Ash keren Quaritch en co opnieuw terug, met nog meer vuurkracht. Het is niet het enige uit de eerdere Avatars dat zich opnieuw aandient. Net als The Way of Water tikt Fire and Ash een inmiddels voorspelbaar lijstje af: de Na’vi kinderen spelen met de even aandoenlijke als monsterlijke vliegende beesten die ze als paarden berijden of zwemmen in de oceaan om hun onderwatervrienden op te zoeken, terwijl de volwassenen mopperen over de aanstaande oorlog en eerder geleden verliezen. Leg de twee vervolgfilms naast elkaar en je ziet veel gelijkenissen. The Way of Water en Fire and Ash waren dan ook in eerste instantie één scenario, dat pas gedurende het maakproces is opgesplitst in losse delen.
Maar die herhalingen zijn precies waar het centrale conflict van het Avatar-universum om draait. Waar Cameron met zijn peperdure cgi-beelden naar lijkt te zoeken, is een visioen van hemel en hel. Het hoogst haalbare geluk voor de Na’vi is om zich met het uiteinde van hun staart te verbinden met een “boom der zielen”, een verbinding die dankzij Eywa toegang geeft tot overleden dierbaren. Die connectie tussen doden en nabestaanden onderstreept hoe herhaling een helend ritueel kan zijn. Je ziet het in de opening van Fire and Ash: hoe Lo’ak samen met zijn broertje Neteyam door het luchtruim van Pandora suist, zoals ze ook zo vaak deden in The Way of Water. Maar nu blijkt het een herinnering, die Lo’ak met enige regelmaat via die goddelijke boom opzoekt om tijd door te brengen met zijn overleden broertje. De Avatar-films hadden altijd al dit soort spirituele dimensies, maar Cameron lijkt nu zelfverzekerd genoeg om het schaamteloos sentimentele gegeven het hoofdonderwerp van zijn film te maken.
Tegelijkertijd wordt zijn beeld van wat de hel is ook steeds duidelijker. Hel is verdoemd zijn tot het eindeloos begaan van dezelfde fouten; hel is steeds opnieuw de rol van de misdadiger aannemen en elke kans op verlossing verspelen. Quaritch begeeft zich in die hel. Ooit was hij een menselijke soldaat die sneuvelde op het strijdveld. Nu is zijn geheugen geïmplanteerd in het lijf van het ras dat hij wil uitmoorden. Steeds opnieuw moet hij in de gedaante van zijn vijand terugkeren naar de planeet die hem heeft vermoord. En steeds komt hij daar oog in oog te staan met Jake, die zijn ras heeft verraden en wél verlossing vond op Pandora.
Die herhalingen gaan gepaard met talloze spiegelingen, waarmee Cameron complexe ideeën verkent over wat identiteit, conflict en saamhorigheid in deze wereld eigenlijk voorstellen. Zo blijkt ook Quaritch vader – zijn zoontje Spider is een mens die onder de Na’vi woont en is opgenomen in de familie van Sully. De nadruk op de pijnlijke positie waarin Spider zich bevindt, tussen twee vaderfiguren die elkaars spiegelbeeld zijn, maakt duidelijk dat deze planeet niet alleen draait om spektakel, maar om existentiële wroeging. De verschuivingen in relaties, de onmogelijkheid om sommige conflicten op te lossen maken van Fire and Ash een onverwacht melancholische film.
En dan is er nog de manier waarop de mens steeds weer terugkeert naar Pandora. Avatar had altijd al een kritiek op (Amerikaans) imperialisme in zich, maar in de tijd van Gaza en Oekraïne toont Cameron nog meer woede over de staat van de wereld. In Fire and Ash smeedt Quaritch een alliantie met een door vuur geobsedeerde Na’vi-stam die Eywa heeft verworpen en de destructieve kracht van de vulkaan heeft omarmd. In ruil voor hun collaboratie biedt het menselijk leger ze geweren en vlammenwerpers, zodat deze Na’vi hun soortgenoten kunnen beroven en vermoorden. Het doet denken aan de geniepige tactieken van Amerika in Latijns-Amerika, Afrika en het Midden-Oosten, en van Rusland in onder andere Tsjetsjenië en Afghanistan. Er is geen andere blockbuster van deze schaal (laat staan eentje uitgebracht door Disney) die zo helder uiteenzet hoe imperialisme er in de praktijk uitziet. Het feit dat Quaritch verliefd wordt op het naar psychedelica en bdsm neigende stamhoofd is overigens een fascinerende overeenkomst met die andere film die dit jaar met gestrekt been inging tegen het uit de hand lopende Amerikaanse fascisme: Paul Thomas Andersons One Battle After Another, waarin Sean Penn als extremistische racist een perverse seksuele obsessie heeft met zwarte vrouwen.
Toen Avatar uitkwam, schreef men in 2009 over de “post-Avatar-depressie”: bezoekers kwamen depressief de bioscoop uit omdat de echte wereld nooit zo mooi zou zijn als Pandora. Die fictieve wereld is nu mooier in beeld gebracht dan ooit, met een paar ronduit verbluffende sequenties. Tegelijkertijd stapelen zich in die wereld ook steeds meer droevige herinneringen op. Zoals de titel suggereert is Fire and Ash een film over hoe vluchtig dingen in het leven kunnen zijn. Hoe makkelijk schoonheid in vlammen op kan gaan. En hoe moeilijk het is om te blijven leven tussen de verschroeide resten. Juist door steeds weer naar dezelfde intergalactische locatie terug te keren, bewijst Cameron zich als een van de scherpere chroniqueurs van onze eigen planeet.